-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Nee, het is geen folkfestival, maar Walk The Line richt zich wel op de muziekliefhebber, waarbij de bezoeker kan kiezen tussen diverse stijlen en genres. Het eerste optreden, van The Staves, was voor ons direct de mooiste ontdekking, met prachtige samenzang in de beste Britse traditie.
Walk The Line is een tweedaags festival op 6 locaties in Den Haag, het is een initiatief van Crossing Border om nieuwe, jonge bands en onafhankelijke muziek (indie) voor het voetlicht te brengen. Voor de liefhebber van folk en singer-songwriters stonden er een zevental namen op het programma op zaterdag, wij kozen er vier, waarvan er 2 voor het eerst in ons land zijn, The Staves uit Engeland en The Mountains And The Trees uit Canada.
Voor ons zit het hoogtepunt meteen bij het eerste optreden. De Engelse zusjes Stavely noemen zich The Staves en betoveren hun publiek met heldere samenzang in de beste folktraditie. Silver Dagger is de enige cover, ze weten niet wie het origineel zong (voor de goede orde: het gaat hier om een lied dat al begin vorige eeuw zijn oorsprong vindt, de zusjes zingen de versie van Joan Baez, van haar eerste album uit 1960, zij deed het lied vorige maand nog in Eindhoven), maar leggen er een prachtig gevoel in en als ze ven weg gaan staan van de microfoon klinkt het gewoon hemels. Voor het overige komt er eigen repertoire voorbij, a capella of met ingetogen begeleiding door akoestische gitaar en cavaquinho. Drie nummers hebben ze op een ep'tje staan, maar er is ook veel nieuw werk, zoals What Good Am I, althans dat is de werktitel. Er is namelijk ook een Dylan song die zo heet, en de dames denken dat hij dat niet leuk zal vinden, ach dat zal wel meevallen als de inhoud verder niet hetzelfde is. Dat er vooral liefhebbers bij dit optreden aanwezig zijn blijkt wel uit het feit dat er echt geluisterd wordt, en het Nutshuis loopt langzaamaan steeds voller.
Bij Rootz kunnen we vervolgens nog net een plekje vooraan bemachtigen om de Canadees Jon Janes te kunnen zien, die opereert onder de naam The Mountains And The Trees en deel uitmaakt van een Canadese showcase tour, waarin diverse muzikanten zich presenteren. Op het filmpje op de festivalsite speelt hij banjo, helaas heeft ie die niet meegenomen. Toch valt er nog genoeg te genieten, zijn gitaarspel is bepaald niet onverdienstelijk en hij is niet bang om hier en daar wat reverb te gebruiken, zij het subtiel. Op het eind neemt ie zelfs een strijkstok ter hand om onder zijn zelfgemaakte loops een ijl geluid voort te brengen, direct komen aan alle kanten de mobiele telefoons naar boven om dit vast te leggen op beeld. Zijn fijn melodieuze stem heeft een heel klein rafelrandje, dat lekker in het gehoor ligt. Hij heeft bovendien mooie verhalen, over sneeuw bijvoorbeeld. Hier en daar klinkt bij het publiek nog wat ergernis over de afgelopen winters hier, terwijl hij vertelt over het vroeger opstaan als de sneeuw tot je heup reikt en bij schouderhoogte mag je een halve dag vrij nemen om te scheppen. Uiteraard word je 's middags wel op je werk verwacht.
De grote zaal van het Paard van Troje herbergt iets grotere namen, de Akron/Family is zelfs een van de headliners van het affiche. Wat ik van het optreden meekrijg doet me denken aan The Grateful Dead, The Drive By Truckers en Crosby Stills, Nash en Young, hier en daar wat hiphop ertussen en wat psychedelica, lastig in een hokje te stoppen maar het rockt en dan wel van het betere soort. Jammer dat het geluid zo dof klinkt.
Later mag Jonathan Jeremiah het in dezelfde zaal proberen, hij doet denken aan James Blunt zonder het irritante in de zang of aan James Taylor met een scherp randje. Het is wat rumoerig dan, al wordt het wel even stil als hij er bij een nummer om vraagt. Hoewel er zeker een paar aardige songs tussen zitten kan hij me niet tot het einde boeien, al heeft ie een mooi soulvol stemgeluid en geven de strijkarrangementen een prettige sfeer mee aan de liedjes. Er hoort overigens nog een aardig verhaal bij deze singer-songwriter, hij deed namelijk een jaar of zeven over het maken van zijn debuutplaat, bekostigde dat met een baantje in Wembley Stadium als nachtwaker. Daar droomde hij ervan om er ooit zijn eigen muziek te mogen spelen, naar het schijnt heeft ie dat ook gedaan, zij het dan in zijn eentje op het podium voor een leeg stadion.
Hoewel er nog meer folk op het programma staat met Erland & The Carnival (donkere modern day folk rock) en The Crystal Fighters (met invloeden uit de traditionele Baskische muziek gecombineerd met dance), besluiten we om er een punt achter te zetten. Het zijn toch The Staves die nog blijven rondspoken in ons hoofd met die heerlijke stemmen.
Voor de liefhebbers die deze muziek willen ontdekken, er staan filmpjes op Youtube en ze zijn terug te vinden op Myspace.