Langzaamaan weet Southern Tenant Folk Union (STFU) het publiek te overtuigen van de kwaliteiten. Daar zag het in het begin van de avond niet naar uit. Of het de atmosfeer was in een aan het begin vrijwel lege zaal, of dat de lange reis en nacht feesten in Amsterdam hun tol eisten, het concert begon wat stijfjes. Maar naarmate het vorderde en de zaal volliep werd enthousiasme bij publiek en band groter.
Afgelopen vrijdag trad STFU op in de kleine zaal van Paradiso. Hun eerste concert in Nederland van een mini tour van 4 optredens dit weekend. Als de band opkomt zijn er krap tien mensen in de zaal. De eerste helft van het optreden zoeken band en publiek nog naar de juiste interactie. Een nummer als Cocaine, waarbij de zangstijl van Oliver Talkes (Ollie) sterk doet denken aan die van Jason Isbell (voorheen Drive By Truckers), weet op plaat wel te overtuigen maar komt hier nog niet helemaal uit de verf.
STFU kiest dan ook niet voor de makkelijke weg. Op het grensvlak van country folk en bluegrass opereren met een vleugje gospel. Zodat je niet alleen uptempo folk hebt, of de high lonesome sound van de bluegrass om je in ieder geval houvast bieden. Neem daarbij dat ze vrijwel uitsluitend eigen nummers spelen en het vergt al wat meer van de luisteraar. In het begin van het concert komt daarbij dat de ziel nog enigszins mist in de muziek, waardoor het idee ontstaat dat de muziek vlees noch vis is omdat men niet ergens voor kiest.
De band speelt twee sets, en in de tweede helft van de 1e set begint de ziel wel in de muziek te komen. Met o.a. de gospel A Little Deeper die sterk doet denken aan Will The Circle Be Unbroken, dit terwijl de band niet gelovig is. De schrijver van dit nummer banjospeler Pat McGarvey gelooft zelfs alleen maar in het grote niets. Maar de spirit die vanuit deze songs komt heeft wel een grote aantrekkingskracht op ze. Ook het nummer First And Last is een vroeg hoogtepunt. Het gaat over de kroeg van de grootvader van Pat McGarvey die de eerste dan wel de laatste kroeg was van het dorp afhankelijk van welke kant je kwam. Inmiddels is het publiek ook binnengestroomd en is de zaal niet meer akelig leeg. Een kleine 50 man zijn getuige van het optreden. In de pauze is het al redelijk druk bij de CD-stand en na de 2e set die veel overtuigender begint als de 1e en in totaal ook veel sterker is, lijkt het wel alsof iedere aanwezige een CD gekocht heeft.
De 2e set heeft de band dan ook eindelijk de slag echt te pakken, en weet met nummers als Changeling Child, Mesopotamia en The Green Eyed Girl (form L:ouisville) wel de juiste snaar te pakken. In een uitgesproken bluegrassbezetting (banjo, staande bas, 2 gitaren, viool en mandoline) toch de juiste engelse folky sound naar voren te brengen. Waarbij de gitaren soms nog als percussie instrument dienen ook. De songs worden eerlijk verdeeld over de bandleden die allemaal lead kunnen zingen, en er ook niet voor schromen om een mooie samenzang te laten horen en zonodig 2e of 3e stem te zingen. Ook de toegift is om van te smullen. De band komt van het podium af en doet een totaal onversterkte versie van het Don Reno nummer I'm using my bible as a road map. Kippenvelmoment. Kortom, hou je van een mix tussen gospel, bluegrass, folk en country is Southern Tenant Folk Union een band om in de gaten te houden.
Southern Tenant Folk Union:
Pat McGarvey - Banjo
Pete Gow - Gitaar/harmonica
Oliver Talkes - Gitaar
Frances Vaux - Viool
Eamonn Flynn - Mandoline
Matt Lloyd - Staande Bas