Wat is leuker dan samen met een stel gelijkgezinde muziekliefhebbers bij een pilsje je nieuwste albums beluisteren. En dan met elkaar steggelen wat je ervan vindt. Dus was er in het Eindhovens Muziekcentrum gisteren de eerste Acoustic Music Club met als centrale gast producer Joe Boyd, die ondermeer werkte met Fairport Convention, Pink Floyd en Nick Drake. Het werd een lange, buitengewoon boeiende avond. Twee interviewsessies met Boyd werden geïllustreerd met muziek van albums en afgewisseld met live-optredens van Iain Matthews (ooit Fairport) en Linde Nijland met Sandy Denny-repertoire.
Er was weinig volk op afgekomen. En pilsjes tijdens het luisteren konden we vergeten. Da's kennelijke te informeel voor een theaterzaal. Ad van Meurs - medebedenker van het project - zegt na afloop dat het allemaal beter tot zijn recht zou komen op zijn maandagavonden in het grand café Meneer Frits van hetzelfde Muziekcentrum. Een goed idee voor het volgende seizoen.
Het podium is jaren-zestig aangekleed met oma's staande schemerlamp, opa's luie stoel, Perzische tapijten van de dump en een antieke kast met radio en globe. Her en der liggen oude elpeehoezen, ondermeer die van het legendarische Liege & Lief. Waar de hele wereld dat album als absolute topper van Fairport beschouwt, blijkt insider Boyd Unhalfbricking te prefereren.
Onverwachte opmerkingen, tijdsduidende sfeertekeningen, komische anekdotes, de onderhoudende verteller Boyd is in zijn element. Interviewer Frank de Munnik (redacteur bij het Muziekcentrum en programmamaker voor de Concertzender en de VPRO) stuurt slechts licht bij. De sessie voor de pauze duurt te lang. Bijna een uur in plaats van de geplande 20 minuten. Na de pauze let De Munnik beter op de klok.
J
De gesprekken met Boyd gaan over de kennismaking met de blues van Skip James (‘zijn concert trok acht man'), de opkomst van Bob Dylan (‘kaapte een meisje voor mijn neus weg, mijn respect voor hem kwam pas later'), Dylan's omstreden move naar elektriek op het Newport Folk Festival (‘Pete Seeger heeft nooit geprobeerd Dylans elektrische gitaar kapot te slaan'), het van de waslijn gejatte meisjesondergoed in Pink Floyd's Arnold Layne, Nick Drake's treurig stemmend verval, Sandy Denny's uitstraling (‘ik dacht dat ze té overheersend zou zijn in Fairport) en Fairports eigenzinnige arrangementen (‘ik bepaalde niet wat er gebeurde, ik stimuleerde slechts hun eigen ding te doen').
Veel kritische vragen krijgt Boyd niet voorgelegd. Zo komt zijn grootste blunder niet aan de orde. Welke dat was? Boyd is al lang bevriend met de Zweedse folkmuzikant Benny Andersson. Ooit zei Andersson tegen Boyd: ‘Ik zit nu in een leuk project, moet je eens horen, misschien kun je iets mee'. Boyd vond het niets. Een maand later won Abba het Eurovisiesongfestival....
Iain Matthews
Iain Matthews speelt voor de pauze een zevental nummers, twee a capella (‘Als er iets is wat ik bij Fairport leerde is het dat'). Naast eigen nummers, waaronder het ijzersterke God looked down'horen we een kippenvel-versie van Richard Thompson's Galway to Graceland en Sandy Denny's Bushes and Briars.
Linde Nijland
Het afsluitend concert verzorgt Linde Nijland, een van de twee zangeressen van Ygdrassil, die in 2003 opvalt met haar solo-album Linde Nijland sings Sandy Denny. Waar Boyd eerder op de avond Sandy Denny neerzette als onstuimig, drinkend, en met een grote stem, benadrukt Nijland haar intieme zachte kant. "Want die had Sandy Denny zeker ook" voegt ze de producer min of meer corrigerend toe. Ze onderstreept het met een indringend a capella gezongen Farewell, Farewell van Liege & Lief.
Met haar begeleiders Eddy de Jonge op elektrische bas, Bert Ridderbos op gitaar en cittern en Hans Battenberg op viool brengt ze vervolgens ondermeer prachtig bezielde versies van Banks of the Nile, Autopsy en Who knows where the time goes. Boyd hoort het vanuit zijn luie opa-stoel enkele meters verder op het podium minzaam glimlachend aan. Het doet hem wel degelijk iets. Met een bos bloemen en een kus, complimenteert hij Nijland.
Fairport Convention
Delen van Autopsy hadden we eerder op de avond al twee keer gehoord. Boyd werd de demoversie voorgehouden van Sandy Denny met enkel gitaarbegeleiding en de uitvoering van Fairport op het door hem geproduceerde album Unhalfbricking. Vanwaar de verschillen, was de vraag. Boyd vond dat Denny zichzelf ‘overzong' op de demoversie. Bovendien ergerde hij zich aan de Amerikaanse trekjes die Denny zich in haar zangstijl had aangementen. Bij Fairport verdwenen die. De meer jazzy feel in de Fairport-interpretatie was niet zijn idee, maar dat van Richard Thompson.
Boyd: ‘Ik heb Fairport enkel gestimuleerd vooral hun eigen ideeën verder uit te werken. Sommige denken dat ik Sandy Denny en Fairport bij elkaar heb gebracht, maar zo is het niet gegaan. Denny kreeg verkering met Richard Thompson. Hij haalde haar bij de band. Thompson was een geniaal muzikant. Onder zijn invloed gedroeg Denny zich meer timide bij Fairport. Daarvóór meende ik dat dat nooit zou lukken. Fairport bestond uit verlegen jongens. Ik dacht ‘Sandy would eat them for breakfast...'
Nick Drake
De ontdekking van Nick Drakes talent schrijft Boyd toe aan Ashley Hutchings, destijds de bassist bij Fairport. Boyd zegt nooit overtuigd te zijn geweest dat Drake zelf uit het leven wilde stappen. ‘Hij zat onder de anti-depressiva. Als bijwerking voerden die je naar hoge toppen en diepe dalen. In zo'n diep dal greep je al snel naar meer pillen om eruit te komen. Zo moet 't gegaan zijn.'
Iedereen liet zich in die tijd inspireren door Bert Jansch of Davey Graham. Boyd ontdekte dat het bij Nick Drake anders zat. Die speelde met vreemde open gitaarstemmingen ingewikkelde akkoorden. Via een zus van Drake kwam Boyd bij Drake's moeder. Boyd: ‘In haar kamer stond een piano met volgekrabbelde partituren. Zijn die van Nick, vroeg ik. Nee, dat zijn mijn eigen liedjes, niks bijzonders, gewoon huis- tuin- en keukensongs. Na lang aandringen speelde ze wat. En opeens wist ik het. Drake probeerde op zijn gitaar de harmonieën van zijn moeders muziek te benaderen. Hij had in zijn jeugd nooit anders gehoord...'
Drake was twee jaar nadat Hutchings hem 's nachts tijdens een benefiet festival in Londen voor het eerst hoorde, door de dope ver afgegleden. Boyd: ‘Eerst was Drake zo begenadigd dat bij plaatopnamen zijn zang- en gitaarpartijen er altijd in één keer opstonden. Toen ik hem in '74 weer ontmoette zag hij er slecht uit. Hij lukte hem niet meer tegelijk te zingen en gitaar te spelen...'
Youssou N'Dour
Als de inmiddels 65-jarige Boyd mocht kiezen, wiens cd zou hij dan nu willen produceren? Boyd: Ik heb Martha Wainwright voorgesteld iets met eenvoudige gitaar, mandoline en banjo te doen. Zoals ik dat ooit met haar moeder Kate en de McGarrigles deed. Maar nee, zei ze, dan verkoop ik net als mijn moeder niet meer dan 50.000 copies...' ‘Youssou N'Dour heb ik via via benaderd. Hij wilde eerst wat van mijn albums beluisteren. Later hoorde ik dat hij ze mooi vond, maar nauwelijks iets van productie hoorde. En dat is nou precies wat ik wil. Keep it simple. Ik wilde dat iedereen N'Dour zou horen zoals-ie thuis in Afrika klinkt. N'Dour noemde mij daarom een racist. Ik zou hem willen terugduwen in zijn Afrikaanse hutje, terwijl ik enkel zijn roots meer wilde laten doorklinken op zijn albums...'
Al zijn belevenissen heeft Joe Boyd vastgelegd in het boek Whitebicycles, making music in the 1960s. Het volgende boek waaraan hij werkt gaat over Wereldmuziek. Over alle implicaties die er zitten aan de confrontatie tussen het decadente westen en de pure rootsmuziek uit de ontwikkelingslanden.
Er volgen dit seizoen nog twee Acoustic Music Clubs in het Muziekcentrum. Op 11 januari 2007 is Leo Blokhuis de centrale gast, met optredens van Ricky Koole en Solo en op 5 april komt Jan Donkers vertellen over zijn muziek. Dat wordt vooral americana, met onder meer een akoestische set van T-99.
Zie ook: www.muziekcentrum.nl.