Gisteravond vond de tweede aflevering van Van Meurs presenteert... plaats in Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven. Bruno Deneckere zette een 'vree goe' voorprogramma neer voor een uitstekende Fred Eaglesmith. Het naprogramma van Harrison Kennedy ging niet door.
Ad van Meurs begon de avond zoals gebruikelijk, met zijn gitaar. Het leek erop dat deze avond geen gelukkig gesternte had, want de oorspronkelijk geplande Caroline Aiken had haar pols gebroken en kon dus niet spelen. Vervolgens bleek dat de als naprogramma ingevoegde Harrison Kennedy na een conflict met zijn management in Frankrijk was achtergelaten en dus ook niet zou optreden. Dat beloofde niet veel goeds...
Als vervanging voor Aiken trad Bruno Deneckere aan, en deze 'Bob Dylan uit Gent' maakte de avond direct mooi met lekkere liedjes, de meeste afkomstig van zijn laatste album, Crescent of the Moon. Deneckere bezingt vooral de 'vree schoon madammen', die zijn hart inmiddels in duizenden stukjes gebroken moeten hebben. De een is getrouwd met een ander, de ander was al meteen onbereikbaar, inspiratie genoeg voor de nummers Beatrice en Laura. Hij nodigt het publiek uit om mee te zingen, de tekst is eenvoudig: mmm. Nou ja, eenvoudig, dat hoort in opgaande toonhoogte en vervolgens weer omlaag gezongen te worden en blijkt niet zo gemakkelijk te zijn. Een tijdje geleden werkte dat beter, toen hij in een kroeg optrad en de mensen met een paar biertjes hun remmingen hadden weggespoeld. Deneckere maalt er niet om, hij speelt gewoon door. Zijn gitaar gaat zelfs hier en daar in duet met de vleugel, bespeeld door Yves Meersschaert, en hij is een prima opwarmer voor wat volgt.
Met rauwhese stem en gekleed in spijkerbroek, ruithemd en witte cowboyhoed bezingt Fred Eaglesmith het leven van truckers, cowboys en om de dames te plezieren gaat het af en toe ook nog over een relatie. Daartussendoor heeft hij ruim de tijd om de toeschouwers te vermaken met komische anekdotes. Hij is verliefd op zijn navigatiesysteem, Nederlanders roken teveel (en passant verrijkt hij onze taal met een nieuw woord: "let's go out for a rookje") en het hotel waar hij zit is dan wel chique, maar ze hebben niet eens een badjas op de kamer liggen. Hij heeft ook ervaringen met fietsers hier: "I stood on the bike path for just one second!". De fietsbel vindt hij ook niks: "why don't you get a real horn?", waarna een flinke loei uit zijn mond komt. Hij maakt daarmee iedereen aan het lachen, maar gelukkig is zijn muziek ook prachtig. Er zijn stevige nummers waar 18 wheels en 6 tons in voorkomen, of John Deere, over de mislukte aankoop van een tractor. Ingetogen zingt hij over Evelyn en indringend is de brief aan Rocky, een goede vriend, waarmee hij vanalles heeft beleefd, maar het kauwen van tabak werd hem fataal. Hij heeft ook nog bluegrass op zijn repertoire staan en als hij de setlist van zijn voorganger ziet liggen pikt hij er een titel uit en begint gewoon wat te improviseren, dus heeft hij zo'n beetje voor elk wat wils. Hoogtepunten genoeg dus en ook nog een goede begeleidingsband. Koren Heppner speelde de drums ingetogen en subtiel, William Bennett levert heerlijk harmonicaspel, bespeelt de mandoline op eigen wijze en zijn achtergrondzang vormt een perfecte aanvulling op wat Eaglesmith doet. Met een goed gevoel konden we na afloop nog even bijkomen in Meneer Frits, waar Ad van Meurs nog wat mooie plaatjes draaide.