Lof is er voor de ‘dreigende zang' van Lais, zoals ook voor a capella-versies van ‘Daar was laatst een meisje loos' en een Arabisch nummer van Djamel. Ook de minimale begeleiding op enerzijds ‘golvende contrabas' en anderzijds piano viel in de smaak. De recensent is eveneens te spreken over de zachte blazers-begeleiding bij een van de RUM-nummer.
Maar er worden ook de nodige kritische noten gekraakt. Zo straalt de (grote) jazzy begeleidingsgroep ‘te weinig gevoel uit'. Bij een salsanummer van Rum zit er onvoldoende groove in de blazerssectie en had de zang ronduit een ‘hoog tien om te zien' gehalte.... En over de musette ‘Brussels Bad' door Wiet van Leest: ‘ Zijn viersnarig tenorgitaartje heeft een sublieme klank, (al vergaloppeerde hij zich soms wat door te snel te willen spelen)'. En wat dacht je van de verzuchting: ‘Ik begrijp niet waarom men voor een dergelijk project geen topmusette accordeonist op 't podium zet...'
Zie voor de complete recensie en een fraaie foto-reportage: www.folkroddels.be/artikels/12295.html.