Melancholie maar ook feest bij
jubileum en cd-presentatie Lenny Kuhr
- door Henk -
Op de kop af 35 jaar geleden won Lenny Kuhr op 19-jarige leeftijd het Eurovisiesongfestival in Madrid met De Troubadour. Gisteravond vertolkte ze opnieuw dit later nooit meer overtroffen Nederlandstalige songfestivallied voor een enthousiast publiek.
Aanvankelijk is één enkele spotlight gericht op een ouderwets tafereeltje: een staande schemerlamp, een man voor een aftandse tv en een rode feestjurk aan een knaapje. Uit de boxen klinkt het geluid van weleer: de Eurovisietune, de Spaanse aankondiging van de Troubadour en de eerste tonen. Vervolgens neemt in het volle podiumlicht Lenny Kuhr het live over met haar vaste begeleiders Cor Mutsers op gitaar, Eric Coenen op bas en Gerard van Graaf op piano en accordeon. En de zaal lai-lait aangedaan mee…
Niet op het podium zoals toen, maar in de zaal zit gitarist Piet Sauer. Hij krijgt het eerste exemplaar overhandigd van Kuhrs nieuwste cd 'Op de grens van jou en mij'. Want het 35-jarig jubileum is meer nog de presentatie van dit fraaie album.
Er zitten veel genodigden in de zaal: familie, collega-muzikanten en vrienden die, aldus Lenny Kuhr, 'mijn muzikale leven op een aangename manier beïnvloed hebben'. Onder het publiek zijn nogal wat muzikanten en anderen uit de muziekwereld. We zien Hans Sanders van Bots, Jopie Jonkers, Ad van Meurs, Rikkert Zuiderveld (van Elly & Rikkert), Folkwoods-organisator Tinus Kanters (Lenny Kuhr staatdeze zomer ook op zijn podium), Roland Verstappen & Karin Poell, good old Dimitri van Toren en achter de knoppen Ankie Keultjes.
Stralend staat Lenny Kuhr op het podium, vol vitaliteit. Ze oogt vol vertrouwen, maar is toch ook een tikkie nerveus. Ze blijft in zowel uitstraling als muziek dichtbij het gevoel. Haar stem verenigt verlangen, warmte en melancholie. Timing én het bereik van haar stem groeien met de jaren. Telkens weer overdondert ze met haar vocale mogelijkheden.
Ze zingt alle 13 nummers van het jongste album. Nieuwe levensgezet Rob Frank schrijft veelzeggende teksten, nu vaak draaiend om het thema verlangen, ook in het vlotte vrolijker werk. Daar is steeds meer plaats voor na de serieuzere liederen van Schubert en de melancholie in het fado-programma van de afgelopen jaren.
Het is niet vreemd dat in een aantal nummers klezmermuziek doorklinkt. Daarin gaan melancholie, verdriet én vreugde hand in hand. Het Liedje voor Ozz vormt een fraai voorbeeld. Kuhrs eerste kleinzoon Ozz is onlangs geboren. Hij groeit op in Israël.
Hoe wonderlijk en onschuldig is het nieuwe leven, zingt ze blij. Maar tegelijkertijd klinkt de zorg door over zijn toekomst. Is het de emotie, de spanning van het moment, of de lastige vlotte passage? Kuhr vergeet helaas een deel van de tekst die zo treffend is. Even een gedeelte citeren:
Jij bent het nieuwe kind,
onschuldig zo diep bemind,
in jouw is alle hoop geweven,
jij drager van het nieuwe leven.
Met je handjes, open dicht.
Ik zie je lach, je lief gezicht.
Naakt met je huid,
zonder angst.
Ik houd je vast,
ben nog steeds het bangst
Wat ga je doen,
zul je zijn.
Breng je de vrede,
of breng je de pijn.
Wat zul je worden in je leven,
vijand of vrind, ziener of blind.
Haal adem en begin te leven,
moslim of jood,
leven of dood,
waar kies je voor?
De muziek zit als gegoten rond de tekst. Lior Kuperberg (speciaal uit Israël overgekomen) verklankt op zijn sopraansax de melancholie net zo invoelbaar als de klarinet gewoonlijk in de klezmermuziek. Hij speelt dat ook klaar in het vlotte aansprekende klezmer-achtige nummer Jij ja (met percussie van Arthur Lijten) en in Moedertje. Kuperbergs spel harmonieert in de uitbundiger passages mooi met dat van Gerard de Graaf op accordeon.
Klankkleur
Lenny Kuhr toont veel aandacht voor detail en klankkleur, daarin knap ondersteund door gitaarvirtuoos Cor Mutsers, inmiddels uitgegroeid tot begeerd begeleider (Ilse Delange, Ruud Hermans, Gerard van Maasakkers, José Carreras etc.). Kuhrs vaste begeleiders vormen een hecht trio. Naast Mutsers blinkt bassist Eric Coenen uit met een paar kippevel-solo's op fretloze basgitaar zoals in De Vlucht en Op de grens van jou en mij. Pianist Gerard de Graaf staat zodra hij de accordeon bespeelt tussen de gitarist en bassist in, dicht tegen elkaar, 'n éénheid.
Rob Frank schrijft de tekst, Lenny Kuhr de melodie en samen met haar muzikanten de arrangementen. Dat draagt bij tot de nodige afwisseling. De muziek klinkt uitbundig in Dans en Jij ja (in de toegift nog eens herhaald). Licht maar ook warm getoonzet zijn Dan vind ik jou terug en het Braziliaans getinte Blijf bij mij (gastrol voor drie trombonisten). Roerend klinken het lied over het 'achterlijke' meisje Joceline en Als ik aan tafel zit met jou (het meest beklijvend). Ook verstild en aangrijpend is De Vlucht, een nummer dat Kuhr graag leent van haar grote voorbeeld Esther Ofraïm en dat ze al jaren in het Hebreeuws zingt. Nu in een sterke hertaling
Prachtig concert in De Boerderij Zoetermeer
Capercaillie: Minder
elektronica, minder modern,
maar warmer en ontroerend
- door Paul -
Capercaillie, 4 maart, "Boerderij" Zoetermeer.
De Schotse band Capercaillie bestaat al ruim 20 jaar. Dit was de 4e keer dat de groep in Nederland was. Begin jaren '80 was de groep voor het eerst te zien op het Winterfolkfestival van Dordrecht. In 1989 was er een korte toernee. Midden jaren '90 stond Capercaillie nog een keer in de Melkweg.
De fans hebben dus lang moeten wachten. En ze bestaan echt. Fans die van ver komen (Oost Nederland, Duitsland) om hun favoriete band aan het werk te zien.
Eén van de grootste fans is een Welshman die in Nederland woont. Die was op handte- keningenjacht en zwaar ontdaan toen hij ze inderdaad alle 8 te pakken had. Een paar glazen Tullamore Dew brachten hem weer bij zijn positieven. Hij vertelde ook dat hij een paar jaar terug in een ruk van Arnhem (na een U2 optreden) naar Dranouter was gereden om daar Capercaillie aan het werk te zien.
Ook een verademing om met gelijkgestemde geesten over de muziek van Capercaillie te kunnen praten. Ik hoorde iemand verzuchten: "ik dacht de enige roepende in de woestijn te zijn die van de muziek van Capercaillie hield". Dat bleek niet zo te zijn. De grote zaal van "de Boerderij" was redelijk gevuld. Nou staat "de Boerderij" niet bekend als plek waar veel folkconcerten georganiseerd worden, dus we waren erg benieuwd hoe dit uit zou pakken. Perfect dus!! "De Boerderij" is een prima tent. Mooie intieme concertzaal en prachtige barruimte.
Ook een vondst: Muziek- DVD's laten zien/horen via een groot scherm voordat het concert begint. Ik zag daar o.a. mooi nummers van de band "Mostly Autumn" voorbij komen.
D R I V E
Capercaillie trad op volle sterkte aan en zette met openingsnummer "Homer's Reel" meteen de toon. Strak nummer waarin gelijk de toegevoegde waarde van bassist Ewen Vernal en de percussionisten Che Beresford en David Robertson in het oog springt. Zij geven de muziek van Capercaillie een extra "drive".
Het is verleidelijk om dat concept uit te melken maar Capercaillie weet goed te doseren. Zo ontstond een gevarieerd concert met opzwepende instrumentalen maar werd ook regelmatig gas terug genomen via rustige ballads. Karen Matheson beschikt over een loepzuivere stem en weet daar de nodige emotie in te leggen. Dat bleek o.a. in een mij onbekende lament (ik dacht Earl of Jura) waarin zij, slechts begeleidt door keyboards, het aandachtige publiek ontroerde. Absoluut hoogtepunt van de avond.
Als het trio Charlie McKerron (viool), Donald Shaw (accordeon) en Michael McGoldrick (fluiten, uillean pipes) inzet voor een akoestisch intro van een set reels, blijkt de grote klasse van deze muzikanten. Razendsnel maar op de milimeter precies in hun samenspel. Alles ten dienste van het groepsgeluid en geen overbodig individueel solo-werk.
W A R M E R
Opvallend dat Capercaillie een stuk minder "electronisch" klonk dan op hun laatste CD's. Geen overdaad aan samples of geprogrammeerde muziek van "geluids-wizard" Donald Shaw. Nee, met zichtbaar plezier pakte hij veelvuldig zijn accordeon. Daar kan hij voortreffelijk mee uit de voeten. Zijn vingervlugheid deed ons denken aan de legendarische Phil Cunningham (Silly Wizard). Capercaillie klonk door de afwezige geprogrammeerde elektronica minder modern dan op hun laatste CD "Choice Language". Maar wel een stuk warmer.
Ook goed om te zien dat de groep er na zo lange tijd nog veel plezier in heeft. Er wordt via knikjes en lachjes veelvuldig onderling gecommuniceerd en smakelijk gelachen als Manus Lunny (niet geheel okselfris zo te zien) een verkeerd intro produceert bij het nummer "Tighinn air a'mhuir am fear a phosas mi". Opvallend is ook dat Karen Matheson tijdens de instrumentalen gewoon op het podium blijft en niet (modieus) na elk zangnummer achter de coulissen verdwijnt. Ze moedigt het publiek aan mee te doen en zo slaat de de amicale sfeer die op het podium heerst ook over op het publiek.
Zoals gezegd, Capercaillie bestaat uit een aantal topmuzikanten. De meeste indruk op mij maakte Michael McGoldrick. Die maakt van elke fluitpartij iets bijzonders. Bijvoorbeeld in "Mo chailin dileas donn" waar de traditionele paden verlaten worden en het nummer door de verlengde fluittonen van McGoldrick een echte jazz-injectie krijgt.
Na een concert van ruim een uur waarin een mix van ouder materiaal ("Kepplehall", "Rob Roy Reels", "Hir Rim Bo") en nieuwer werk ("Choice Language") werd gebracht kondigde Karen Matheson een laatste nummer aan. Het publiek dacht daar iets anders over. Tot 2x toe werd de groep terug geroepen voor een aantal toegiften waarin tophit "Coisich a Ruin" natuurlijk niet ontbrak.
Het klopte dus in "De Boerderij". Mooie zaal, publiek dat voor de muziek komt en een band die zich inzet om er iets van te maken. En niet te vergeten de geluidstechniek. Ook die was dik in orde.
PAUL