KVMB: Echte chemie tussen doedelzak en trekzak
- tekst Henk, foto's Ronald Rietman -
Doedelzak en diatonische accordeon lijken in handen van de Waalse muzikanten Rémi Decker en Pierre-Yves Berhin voor elkaar geschapen. Zij lieten zondagmiddag in folkcafé Tllburg hun instrumenten prachtig harmoniëren in tunes die vaak hun oorsprong hadden in Centraal Frankrijk, maar ook in Zweden en de Balkan.
De 22-jarige Decker is een van de grote Belgische doedelzaktalenten, die ook toont goed overweg te kunnen op d-flute. Als tienjarig jongetje speelde hij al cornemuse. Tegenwoordig bespeelt hij ook de nog kleinere Zweedse doedelzak en laat hij een van zijn twee cornemuses klinken als Ierse uillean pipes.
Pierre-Yves Berhin
Rémi Decker
Decker en Berhin voelen elkaar feilloos aan. In 2000 maken ze kennis op Flanders Ethno, een internationale workshop voor jeugdige muzikanten, dat jaarlijks uitmondt in een optreden op het grote Dranouter Festival. Als duo 'k Voel Me Belg winnen ze een jaar later prijzen op het Speelmanstreffen van de Volksmuziekfederatie van Gooik (bourdonwedstrijd voor duo’s) en op Le festival des maîtres sonneurs te St.Chartier in Frankrijk.
Nu is 'k Voel Me Belg afgekort tot KVMB en uitgebreid tot kwartet met percussionist Renaud Baivier en fretless bassist Alon Tamir (ook TAN), beiden eerder actief in ondermeer jazzgroepen.
Renaud Baivier
Alon Tamir
KVMB heeft aan tal van verzamelalbums meegewerkt, waaronder Jong Folk. Daarnaast bestaan er twee demo's van KVMB; een demo als trio (zonder bassist), en een van begin vorig jaar als kwartet.
Bijna alle nummers van deze demo's horen we in Tilburg. Zo klinkt van de eerste demo het nummer Seretem gebaseerd op een traditioneel Hongaarse tune met een moeilijk ritme. Van de jongste demo horen we alle vier de nummers, waaronder het door Pierre-Yves Berhin gecomponeerde topnummer Tête Froide, of zoals Franstalige Waal Remi Decker in accentloos Vlaams zegt: Kouwe kop. Het was zo fraai - met expressieve percussie en groovende bas - dat het nog eens als toegift werd gespeeld.
Decker toonde onnavolgbaar spel op doedelzak in twee opeenvolgende uptempo gespeelde bourreés. Hij kan evenals Berhin goed componeren wat bleek in Degli Orti, een nummer dat hij vorig jaar schreef toen hij in de hoerenbuurt van Genua logeerde bij een collega-muzikant. Dit nummer waarin hij de d-flute bespeelde swingde heerlijk.
"Overigens", zo verzekerde Decker het publiek, "heeft de naam 'k Voel me Belg niets met enige vorm van nationalisme te maken. Je hebt bij ons Walen, Vlamingen en Duitstaligen. Brussel zit er altijd tussenin. Het is een Vlaamse stad waar je Frans hoort te spreken." Zelf komt hij uit Gaume in het zuiden van België maar woont nu in Leuven, de percussionist komt uit Verviers, de accordeonist uit Namen en de bassist is geboren in Israël. "Niemand voelt zich Belg in België, behalve deze vier Belgen", aldus Rémi Decker.
Decker en Berhin speelden het eerste deel van de tweede set als duo. Zeker op momenten dat Berhin naast virtuoos spel ook nog eens een nagenoeg percussieve stijl etaleerde op zijn Castagnari misten we percussie en bas absoluut niet. Nee, het klonk zelfs nóg gepassioneerder en lyrischer. Met de hulp van bassist en percussionist is de sound van KVMB wellicht ietsjes moderner. Maar KVMB is toch met name bijzonder vanwege de muzikale twee-eenheid die doedelzak en diatonische accordeon samen vormen, er ontstaat regelrechte chemie tussen Decker en Berhin. Dus was het volop genieten.