't Smiske smult van feestelijk Ambrozijn

DJ.Jåk schrijft op zijn fraai vernieuwde site www.folkroddels.be over het feestelijke concert dat Ambrozijn gaf in 't Smiske in Asse. Ook heeft hij er veel foto's gemaakt en op zijn site geplaatst. Het werd meer cabaret dan concert. Een tekenfilm van Tom en Jerry werd live begeleid. Ambrozijn maakte er compleet met koksmuts in alle opzichten een potje van. Er werd veel gelachen, maar volgens sommigen werd er té veel gezeverd...
't Smiske had Ambrozijn zwaar gesteund bij de Radio Klara Wereldmuziekprijzen 2003. Ambrozijn won deze publieksprijs en trad als dank gratis op in Asse. Ook Ludo Vandeau was van de partij. Bij de buitenlandse optredens van de groep zal hij er dit jaar trouwens nog vaak bij zijn.
Zie ook www.folkroddels.be

Verfrissende aanpak swingend Iers talent David Munnelly

- door Henk -
De roem was hem vooruitgesneld. Na elk concert waren de reacties unaniem: er is een nieuw groot Iers talent opgestaan. Begin vorig jaar ging tijdens de Irish Unplugged Tour al onverwacht alle aandacht naar hem uit. De twintiger David Munnelly kon met zijn gedreven accordeonspel niet stuk. En ondanks het succes van het beroemde gezelschap Irvine, Lunny, O'Flynn en Glackin was het toch David Munnelly die tijdens het jongste Irish Music Fundraising Festival in Vlaardingen het grootste enthousiasme losmaakte bij het publiek.

Reden genoeg een poging te doen te achterhalen wat het geheim achter zijn succes is.

Afgelopen dagen trok Munnelly met begeleidingsband door het land en gaf een vijftal concerten, in Arnhem, Vlaardingen, Valkenswaard, Purmerend en Breda. Vrijdagavond was ik erbij in De Hofnar in Valkenswaard. Als je naar een concert gaat van een muzikant die al met zoveel trompetgeschal her en der is onthaald, kunnen je verwachtingen makkelijk te hoog gespannen zijn. Maar niets van dat al. Ook mij heeft Munnelly helemaal overtuigd.

Zijn succes kent een aantal oorzaken:
- de hoge kwaliteit van de muzikant en zijn mannen (accordeon, fiddle, gitaar, dwarsfluit, bodhran en zang).
- de dynamiek en het enthousiasme waarmee gemusiceerd wordt.
- het verfrissende en organische van de sound.
- het ontbreken van extra elektronisch aangezette 'mooimakende' zwijmelarij.
- verrassend repertoire met uitstapjes naar hot club de france, gipsy, jazz, frans-canadees. Met name het organische van de sound en het ontbreken van extra aangezette zwijmelarij maakt de groep uniek in tijden waarin met name het laatste populair is, want geldmakend. Geef een d-flute nog een extra dosis galm mee, of boots dat geluid na op synthesizers en de halve zaal herinnert zich verlekkerd romantische tv-beelden van de reclame van Air Lingus, Guiness, Murphy's, Iers Bureau voor Toerisme, etc… Een schijnwereld die ver af staat van het vaak nog karige, ruige maar vaak ook saaie werkelijke bestaan op het Ierse platteland.
Munnelly's muziek is eerlijker. Hij put uit het repertoire van dansorkesten die begin 20ste eeuw in de dancehalls speelden. Hij maakt het niet onnodig mooier dan het was. Bij zijn rauwe aanpak past meer het ware beeld van de ontvolkte Ierse westkust en dat van de pub waarin het alcoholisme triest huishoudt.

Tweede album
Wat Munnelly ook boeiend maakt is dat hij in die traditionele Ierse muziek invloeden toelaat uit met name gipsy. Hij grasduint ook door Amerika en Canada op zoek naar Ierse muziekjes, die in eigen land nauwelijks meer gekend zijn. Zo speelde hij in Valkenswaard nogal wat sets met Frans-Canadese muziek. Dat soort werk zal ongetwijfeld terug te vinden zijn op zijn tweede album dat over een week uitkomt.

Munnelly is een begenadigd instrumentalist en omringt zich met dito collega's. Munnelly bespeelt onberispelijk accordeon en is helemaal onnavolgbaar op zijn Castagnari melodeon, de eenrijer die zo lekker handzaam is voor het explosieve snelle werk. Violist Daire Bracken - een paar jaar geleden nog oprichter van Danu - heeft een dynamische speelstijl waarbij hij de strijkstok rauw over de snaren laat dansen en een aanstekelijke podiumpresentatie. Gitarist Gavin Ralston beheerst de ophitsende gipsy-gitaarbegeleiding en Davids jongere broertje Kieran Munnelly laat zijn bodhran klinken als een plukbas en speelt daarnaast nog een aardig deuntje op de houten dwarsfluit (maar dat kan nog wat inventiever). Bovendien weet Munnelly zich verzekert van de steun van een van Ierlands meest onderschatte zangers Andrew Murray, wiens stem mij op de debuut-cd Swing deed denken aan de Schot Rod Patterson, maar die live nog warmer en bruiner klinkt en daarmee beter vergeleken kan worden met Jim Malcolm.

Sensatie
Ja, ik ben enthousiast over deze groep. Die hoort thuis op de podia van de grote festivals. Samen met Comas is het naar mijn idee de celtic sensatie van deze tijd. Valt er dan niets op aan te merken? Jawel. Wil de groep de status bereiken van wat ongetwijfeld een van hun voorbeelden is, De Dannan, dan moet er nog iets gebeuren aan het songrepertoire en aan de geluidsbalans bij de begeleiding van die songs. Waar het repertoire van de instrumentaaltjes op een enkele doorsnee reel of jig na, avontuurlijk is, vind ik dat het bij de songs beter kan. Het is zondermeer interessant om twee songs van Richard Thompson te vertolken (o.m. The Dimming Of The Day, dat ook op het nieuwe album te horen zal zijn), maar om nou voor de zoveelste keer P Stands for Paddy uit de kast te halen…? Minder belegen, maar toch… was Bunny We Lass, dat we kennen als Don't Come Again van het Paul Brady album Welcome Here Kind Stranger uit '78. Het is overigens geen nummer van Brady, maar een traditional die Brady kende van Hugh Shields, die het op zijn beurt weer geleerd had van Eddy Butcher die veel traditionals uit Ulster zong. In de toegift hoorden we nog het walsende Green Grows Alone, waarbij de zaal heerlijk meedeinde. Helaas zong Andrew Murray niet het zo prachtige Singing Land, van het debuutalbum Swing, dat na afloop als warme broodjes over de toonbank ging. Wij wachten nog een weekje met spanning op album nr.2.