-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Ze ontving al tal van loftuitingen, The Guardian zette No Summer in de top 10 van beste folkalbums van 2020 en het vorig jaar verschenen Cadence kreeg wereldwijd ook flink wat waardering. Gisteravond was Cinder Well voor het eerst in Nederland te zien en het werd een magische avond in het mooiste zaaltje van Eindhoven, dat bomvol zat met muisstil luisterende bezoekers.

De wortels van Amelia Baker (de naam achter het project Cinder Well) liggen in de anarchopunk en folkpunk. En nee, daar is deze avond weinig van te merken, al klinkt haar elektrische gitaar af en toe wel lekker gruizig. De folkpunk leidde haar wel naar traditionele muziek, waarna de Amerikaanse (afkomstig uit de staat Californië) een flink deel van haar tijd ging doorbrengen in Ierland. 

Cinder Well met elektrische gitaar, foto Ronald Rietman
Cinder Well met elektrische gitaar

Bij Cinder Well gaat het om de liedjes, verhalen en teksten, zo blijkt al snel in de uitverkochte bovenzaal van 't Rozenknopje in Eindhoven. Er komt veel eigen werk voorbij van zowel Cadence als No Summer. Een valse start omdat haar gitaarstrap losschiet in het eerste nummer lijkt haar niet te deren, ze laat zich niet van de wijs brengen en gaat overtuigend door met Two Heads, Grey Mare, gevolgd door Overgrown. Waarna ze de resonatorgitaar ter hand neemt en ronduit kippevel bezorgt met haar subtiele begeleiding van A Scorched Lament (over de vraag wat een merel, de 'blackbird' die in de folklore als een soort ziener beschouwd wordt, zou doen als het einde der tijden nabij is). En zo rijgt ze de bloedmooie liedjes aan elkaar. Het mag dan droomfolk heten, maar die heeft dan wel een duister tintje (de invloed van doom metal?). Bij Old Enough moet er meegezongen worden, maar dat vindt het publiek helemaal niet erg en er ontstaat ronduit magie tussen het podium en de zaal.

Daarnaast hoor ik een paar traditionals die ze niet op alledaagse wijze uitvoert. The Cuckoo bijvoorbeeld leerde ze kennen uit het repertoire van Jean Ritchie (een Amerikaans folkicoon, ze was van invloed op o.a. Dylan en Baez). In de tekst zit een aloude waarschuwing voor meisjes om zich niet met mannen in te laten. Gespeeld op een elektrische gitaar in een sober arrangement van donkere tonen en een kalme, maar indringende stem. En Wandering Boy (een oude hymne waarvan ze de tekst iets heeft aangepast) zingt ze a capella, puur en zonder opsmuk, een pareltje.

Cinder Well met steel gitaar, foto Ronald Rietman
Cinder Well met resonatorgitaar

Ze wil het graag gezellig houden, dus er is weinig licht op het podium, maar het optreden in ‘t Rozenknopje (haar eerste en enige concert in Nederland) is er zeker niet minder om. Ze voelt zich er zo goed thuis dat ze zelfs een paar gloednieuwe stukken speelt, waaronder het aangrijpende August (als ik de titel goed heb) dat ze schreef naar aanleiding van het overlijden van een goede vriend vorig jaar.

De tijd vliegt voorbij en voor je het weet begint ze aan het laatste nummer. Het is wat lastig om van het podium af te gaan en weer terug te komen, dus waarschuwt ze vast dat ze de toegift gelijk erachteraan doet. En ach, als het toch kan wil ze ook nog wel twee extra nummers doen. I Will Close In The Moonlight, het laatste nummer op Cadence, is eigenlijk met piano, maar ook met elektrische gitaar is het uiteindelijk een fraai slot van de avond.