Op 9 februari 2024 vond bij Roots aan de Zaan in Zaandam een uniek optreden plaats. In de Pasveerzaal, het theater dat toebehoort aan de plaatselijke muziekschool van FluXus, zag het publiek een concert, uitgevoerd door folkmuzikant Kees van der Poel (o.a. Wolverlei en Wargaren) en een zevental vrienden. Assie Aukes was erbij en stuurde een verslag van deze bijzondere Nederfolkavond.
-door Assie Aukes, foto's Wim Brinkman-
Het kende wat schuchtere aanloopproblemen, een paar vertwijfelde gezichten, enkele onzekere begintonen bij Blauwgaren en koperdraad, afkomstig van het album Springtij van de Eerste Hollandse Dansband. Om zeven muzikanten die niet echt op elkaar ingespeeld zijn, waarschijnlijk nauwelijks tijd hadden om te repeteren allemaal tegelijk laten beginnen, is zo makkelijk nog niet. Maar dat waren dan ook de enige smetjes in dit unieke gebeuren.
Na vele jaren wordt Kees van der Poel, toen in de Hollandse Dansband op elektrische gitaar, weer herenigd met twee van de muzikanten van weleer, Frans Tromp op trekharmonica en de toen piepjonge Walter Kuipers op viool.
Kees van der Poel verdiende in de Nederfolk zijn sporen in legendarische groepen als Wargaren en Wolverlei en stond voor het eerst in jaren weer eens voor een groot publiek. Voor dit eenmalige concert was de Zaanse Pasveerzaal nagenoeg uitverkocht.
Hij had zich omringd met gerenommeerde musici als Marjolein Meijers, Walter en Onno Kuipers en, zoals Kees ze zelf noemde de ‘jonge honden’ van de folk Gilles Rullmann en Janos Koolen die een respectabel aantal instrumenten om zich heen had verzameld.
In eerder genoemde groepen was Kees van der Poel niet de belangrijkste zanger. Ook op deze avond in Zaandam beperkte hij zich tot een nummer. Slapeloze nachten droeg hij op aan zijn geliefde die al meer dan 50 jaar aan zijn zijde loopt. Voor de pauze was het Marjolein Meijers die de vocalen voor haar rekening nam.
Dat resulteerde in een indrukwekkende vertolking van 14-18, die mooie hertaling van The green fields of France van Eric Bogle, van het laatste Wolverlei-album Wind tegen. Ook het zeer actuele Luilekkerland, een bewerking van The island van Paul Brady, werd door Meijers op een kwetsbare manier ten gehore gebracht. Veel liedjes gaan over oorlog, zo vond Babysitter, hoewel eind jaren 70 geschreven, zijn oorsprong in de Vietnamese oorlog.
Dat het podium niet haar normale habitat is, was duidelijk te merken bij het optreden van Jitske Rullmann, zus van violist Gilles en dochter van Paul en Ineke Rullmann, folkcoryfeeën van weleer (Crackerhash).
Maar ze zong twee van de mooiste Nederlandse traditionele liederen op ongekunstelde wijze en zonder enige pathos, waarschijnlijk zoals de legendarische Trijntje Steur-Tuip uit Volendam Lang, o langgewenste dag en Een ruiter langs de straat ook gezongen zou hebben. De herinnering aan Wargaren en Wolverlei werd nog eens versterkt doordat Kees zijn dulcimer uit het stof had gehaald.
De van oorsprong uit Friesland afkomstige Margje Wittermans is van een heel ander kaliber. Gepokt en gemazeld in het theater weet zij op overtuigende wijze een paar prachtige nummers uit het programma Vluchtgoud voor het voetlicht te brengen.
In dit programma zingt zij gedichten van Slauerhoff die op muziek zijn gezet door Kees van der Poel. Diepe indruk maakte ook een lied uit Wittermans’ jongste programma Waarom Truus over de verzetsvrouw Truus Wijsmuller-Meijer. Geef me de moed, met muzikale duizendpoot Janos Koolen op piano, is oorspronkelijk van Charles Aznavour in een prachtige vertaling van Jurrian van Dongen.
En tussendoor was het genieten van het vele instrumentale werk. Naast Kees van der Poel was het met name Janos Koolen die een drukke avond had. In bijna alle nummers was hij actief op een van zijn vijf (!) instrumenten. Prachtig gitaarwerk van Kees’ jongste album Dream guitar, zoals Proefs dream waltz of Clarinde-De tijgerin. In De grote stoel en De torenwals deden Van der Poel en Frans Tromp de tijden in het Utrechtse Oude Pothuis, waar EUTS kind aan huis was, met hun trekzakken herleven.
Bert Aalbers, de overleden concertinaspeler van Crackerhash, werd geëerd met een gitaarbewerking van een aantal van zijn melodieën, gespeeld door o.a. zijn neef Gilles Rullmann op viool. Met een monumentale uitvoering van De IJswals-Studentenmars door het hele ensemble kwam deze memorabele avond tot een eind. In de toegift Donna Donna wist Margje Wittermans de uitverkochte zaal nog eenmaal luidkeels aan het zingen te krijgen. Een avond om nog lang te koesteren.