-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Hoewel De Duivelsbrug al een jaar of vier (met flinke pauzes tussendoor) loopt en de Mannen van Naam al met nieuwe plannen bezig zijn spelen ze de laatste voorstellingen van het programma nog met veel plezier en overtuiging. Gisteravond bij Podium Boxtel reageerde het publiek lekker enthousiast op de muziek en de heerlijk (ont-)spannende verhalen vol bruggetjes, verwijzingen en omweggetjes over de wederwaardigheden van een groepje vrienden uit de 13de eeuw. Of toch van nu?
"Hoor de klokken, hoor de klokken
Hoor de klokken in het holst van de nacht
Sluit de luiken en doof het licht
Als de duivel op je wacht"
Er wordt direct ingezet met het titelnummer. Vervolgens gaat het over een maanloze nacht, de Duivelsbrug in Breda, luidende klokken en de wederwaardigheden van een groepje vrienden. Ton Smulders (afkomstig uit Breda, dus bekend met het verhaal) bouwt, schijnbaar vanuit de losse pols, de spanning op als hij vertelt over Ulvenhout, De Duivelsbrug en dat je daar niet naartoe moet gaan op een maanloze nacht. De bezoekers van Podium Boxtel zuigen zijn woorden en de bijbehorende muziek van de Mannen van Naam op als gretige sponzen. We horen over Walter van Ulvenhout, Catharina van Gaveren (zijn grote liefde), haar vader Raso (die die liefde uiteraard niet ziet zitten) en de twee vrienden van Walter, Toets en Capo.
En dan gaan de lijnen vervagen, de oude sage krijgt elementen uit de moderne tijd mee, Walter en zijn vrienden vertonen soms opvallende gelijkenissen met de mannen die op het podium staan, er worden zelfs wat persoonlijke verhalen meegesmokkeld, zoals over de geboorte van de dochter van Ad Grooten in een herfststorm, wat het lied Oktoberkind oplevert.
Maar er wordt deze avond vooral gereisd door de vrienden, naar België, Schotland en Amsterdam, waar ze vanalles zien en beleven. Ze zijn Lotgenoten (in een fraaie bluegrassuitvoering rond een microfoon), krijgen geschiedenisles over Floris V (een ware meezinger) en komen weer uit in Ulvenhout, bij die Duivelsbrug. Hoewel er dan inmiddels twee sets van bijna een uur (met een korte pauze) zijn gespeeld is de avond voorbij gevlogen.
In de pauze en na afloop zijn er enkel woorden van lof te horen over de muzikanten en het programma. Publiek dat al vaker is geweest heeft dit keer toch weer nieuwe dingen gehoord en wie er voor het eerst is vertelt enthousiast over zijn of haar ervaringen. De een houdt van de accordeon van Wilbert van Duinhoven (ik ben zeer gecharmeerd van de melodica trouwens), de ander heeft bewondering voor alle instrumenten die Ad Grooten bespeelt (gitaar, mandoline, fluiten, die doedelzak! en: banjo, dat is ook een mooi geluid!) en iedereen is het erover eens dat het een heel fijn verhaal is, dat van die Duivelsbrug en al die andere bijkomstigheden, dat zo heerlijk smeuïg verteld wordt door Ton Smulders.
En ook de muzikanten vinden het fijn om dit programma te doen, zo vertellen Ton Smulders, Wilbert van Duinhoven en Ad Grooten, die zowel vooraf als na afloop in de foyer te vinden zijn.
Het is nu soms wel moeilijk, zegt Grooten, want de mannen zijn al met een nieuw programma bezig. Maar dat wordt wel weer een echt liedjesprogramma, ze hebben wel geprobeerd om opnieuw een verhaal in elkaar te steken, maar dat bleek toch niet helemaal goed te voelen. Er wordt nog aan gewerkt, dus we kunnen nog niet vertellen wat er volgend jaar in september precies gaat gebeuren, maar het zal om Ierse liedjes gaan, die hij op zijn eigen manier bewerkt.
Van Duinhoven is blij dat hij het einde van de avond zonder al teveel kleerscheuren gehaald heeft, net als Smulders heeft hij last van een verkoudheid en dan is zingen best lastig, ook al hoeft hij maar in een lied (Het Warme Zuiden) de leadzang te doen. Hij bevestigt dat er wat verwijzingen naar Pater Moeskroen (waar ze alledrie in hebben gezeten) in het verhaal zijn verwerkt, hilarisch voor de kenners van die band, maar zeker ook heel grappig voor wie ze niet kent. Wil je weten om welke verwijzingen het gaat dan moet je natuurlijk een van de nog resterende optredens bezoeken.
Smulders heeft naast een flink aantal leadpartijen zang ook nog eens de hele avond aan elkaar gepraat (met een paar kleine kuchjes die we hem graag vergeven). Hoewel hij, zoals eerder gezegd, schijnbaar uit de losse pols vertelt zit daar wel degelijk een regie achter, zo meldt hij na afloop. Want het verhaal (dat ze overigens samen hebben bedacht, waar Grooten alle liedteksten heeft geschreven) moet wel steeds bij de liedjes op de setlijst aansluiten, dus kan hij niet zomaar iets gaan zeggen. Hij heeft dan ook wat geheugensteuntjes op het podium verklapt hij, al is er ook wel wat ruimte voor improvisatie.
Met een blij gemoed gaan we op weg naar het station om de trein naar huis te nemen. Onderweg komen we over hetzelfde bruggetje als op de heenweg. Er knippert een rood lichtje in het donker, maar, zo zeggen we tegen elkaar, gelukkig is het geen maanloze nacht. En zijn we in Boxtel, niet in Ulvenhout zegt mijn lief droogweg. We lachen en vervolgen onze weg, nagenietend van een (ont-)spannende avond vol verhalen en muziek.
De Duivelsbrug is nog te zien op de volgende plekken:
Maandag 2 oktober Erp, Gemeenschapshuis Ter Aa
Zondag 12 november Den Hoorn, Texel, De Toegift
Zaterdag 25 november Lelystad, Theater Posa
Vrijdag 12 januari Oosterhout, Theater De Bussel
Dinsdag 23 januari Roosendaal, Schouwburg De Kring
Zondag 24 maart Veendam, Theater Van Beresteijn
Meer info over de Mannen van Naam vind je op: https://mannenvannaam.nl/