-door Mirjam Adriaans, foto’s Ronald Rietman-
Afgelopen weekeinde bezochten we drie concerten met een eigen karakter: een sterke cd-presentatie van Harry Hendriks & band met Nederlandstalig werk, een ronduit indrukwekkende voorstelling van het Niki Jacobs Quintet in het Jiddisch en mooie Ierse klanken van het duo Fling. Gemene deler? Ze komen allemaal uit Nederland.
De aftrap van het muzikale weekend is op vrijdag in Boxtel, waar Harry Hendriks met zijn uitstekende band het album Zondagskind presenteert. Het is voorlopig een van de laatste keren dat hij live te zien is, want hij gaat een half jaartje andere dingen doen, zoals een deel van de Camino de Santiago lopen.
Hendriks oogt ontspannen en is de eerste die zijn band alle lof toezwaait, al is zijn eigen gitaarspel naruurlijk niet te versmaden. En zijn zang klinkt trouwens ook niet verkeerd. Maar toegegeven, de sax van Daniel Daemen bezorgt regelmatig kippevel en de bas van Eric Coenen zorgt voor heerlijk spannende ritmes in samenwerking met de sterke drumpartijen van Arthur Lijten en fijn toetsenwerk van Mike Roelofs. Alle nummers van het album komen aan bod, waaronder Als Water, gezongen met Fenne van Wuijtswinkel (Lotte Slangen die op de plaat meezingt moet deze avond helaas verstek laten gaan) en met een direct pakkende basintro die je eindeloos zou willen horen. En hoewel hij nu een tijd vrijaf neemt is er in elk geval nog genoeg muzikale inspiratie. Er staan maar liefst twee nieuwe stukken die nog niet opgenomen zijn op de setlist, waaronder een gedicht van een vader voor zijn overleden dochter dat Hendriks bewerkte tot het ontroerende lied Kamer In Mijn Hoofd. Hendriks is eerder jazzy dan folky, maar de Nederlandstalige liedjes zitten hem als gegoten.
En dan is er op zondagmiddag in het Oisterwijkse Tiliander het GUO-concert met het Niki Jacobs Quintet. Jacobs geeft eerst een korte inleiding over de inhoud van haar programma, The Ballad Of Mauthausen, dat integraal zonder pauze gespeeld wordt. Er wordt verteld over de familie (Di Mishpoche, een prachtige compositie van Ro Krauss), het begin van het fascisme en hoe dat gaat groeien en bloeien en de wind die de daken van huizen trekt waardoor een boot emigranten naar de Verenigde Staten vaart. Dan is er de oorlog en de steengroeve van kamp Mauthausen, ondraaglijke omstandigheden van iedereen die niet past in de samenleving en de Griekse dichter en partizaan Iakovos Kambanellis, die de grote gruwelijkheid wist op te heffen door liefde te planten in zijn teksten, die op muziek gezet werden door Mikis Theodorakis. Tenslotte gaat de voorstelling naar de periode na de oorlog, de zoektocht naar een plek om te wortelen (met een prachtige Jiddische versie van de traditional Wayfaring Stranger), de vreugde en een ode aan de liefde (Lib Mikh Tsarlekh), uitvloeiend in het Engels, Love Me Tender.
Zo wordt geëindigd met een fijn feestelijk geluid, er mag weer gelachen en gedanst worden.
De muzikanten weten al deze liederen niet alleen te ondersteunen, maar zelfs te versterken in een sfeer van weemoed, gevaar en dreiging en uiteindelijk ook de uitbundige vreugde. Zij spelen niet, hun instrumenten laten het verhaal tot leven komen, waardoor je niet een viool (Ro Krauss), cello (Emile Visser), accordeon (Pieter van Os) of trompet (Ruud Breuls) hoort, maar de wind, een krakend schip, dreigend onheil en tenslotte de opluchting als alles voorbij is.
En door dit alles heen is er de stem van Jacobs, die ergens een enorme innerlijke kracht vandaan haalt om juist dit verhaal te vertolken, met gevoel, maar zonder drama. Je hoeft het Jiddisch niet machtig te zijn om te weten waar het over gaat en dat maakt dit tot een magisch optreden om nooit te vergeten.
Begrijpelijkerwijs was er vooraf het verzoek om geen foto’s te maken, The Ballad Of Mauthausen is een indrukwekkend intense voorstelling. Op Youtube (waar overigens ook de integrale Griekse versie van Theodorakis is terug te vinden) vonden we een filmpje van het Niki Jacobs Quintet met een uitvoering van Sjir-hasjirim (Hooglied), over de geliefde van Kambanellis die slachtoffer werd van de gruweldaden van het naziregime…
Na die indrukwekkende ervaring ben ik even bang dat Fling daar een paar uur later in Cultuurcentrum Deurne flets bij af zal steken, maar dat is geenszins het geval. Annemarie de Bie (gitaar, bodhran, whistles) en Evert-Jan ‘t Hart (uillean pipes, bouzouki, whistles) spelen vakkundig en weten fijne liedjes en fraaie airs te omlijsten met mooie, al dan niet sterke, verhalen over Ierland en de natuur, Yeats en de faeries en nog zowat. En soms wat uitleg, zoals over de uillean pipes, want dat is immers geen alledaagse doedelzak, maar een die je met je arm bedient en dat demonstreert ’t Hart met het instrumentaaltje Blackbird.
Fling begint overigens al gelijk met een waarschuwing dat het een droevige avond gaat worden en dat gaat zeker op voor onder meer Lord Franklin (over een mislukte poolexpeditie), Turlough og O’Boyle (die vermoord wordt) of The Three Huntsmen, die in een bloedbad met een stel rovers verzeild raken.
Het duo speelt niet enkel traditionals, ze schrijven ook zelf, en deze avond komen een paar fraaie ballades voorbij, zoals Sleep When You’re Dead en Night After Night. Het eerste handelt over wie een zekere John (die ze ooit tegenkwamen in een kroeg) zou kunnen zijn geweest, waar het tweede een eerbetoon is aan barman Declan in Dunkineely (een klein dorpje in Ierland: “een straat en een zijstraat, maar wel met vier kroegen,” waarnaar ook hun album Lost In Dunkineely uit 2006 genoemd is). Hij droomt ervan om meer van de wereld te zien, maar is ook van onschatbare waarde voor de muziek in het dorp.
Tenslotte zijn er twee Ierse liederen, Amhrán na Leabhar wordt vol gevoel door De Bie gezongen en bij Siuil a Rúin mogen deelnemers aan de zangworkshop (die in de middag is geweest) het geleerde in de praktijk brengen. Het is een heerlijk fijn einde van een prachtig weekend vol muziek.