-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Muisstil luisteren de bezoekers van het eerste GUO-concert in ruim anderhalf jaar tijd naar de soms eeuwenoude liederen, vertolkt door Lorcán Mac Mathúna en zijn kompanen. Het trio laveert ergens tussen traditie en toekomst, waarmee ze het goed gevulde zaaltje in Fletcher Hotel Boschoord in Oisterwijk weten te boeien van begin tot eind.
Bij Ierse muziek wordt meestal gedacht aan het bekende kroegenrepertoire, Fureys, Dubliners of Clannad. Populair over de hele wereld, maar het land heeft meer te bieden. Sean-nós is een oeroude, rijk versierde, stijl van onbegeleide Ierse traditionele zang, die zeker zijn sporen heeft nagelaten in de Ierse folk al is het grote publiek minder bekend met deze wortels. Lorcán Mac Mathúna groeide ermee op, nadat zijn moeder ermee kennis had gemaakt toen ze in Engeland werkte (in Ierland zelf werd de Gaelic zangvorm in de jaren '60 van de vorige eeuw nauwelijks nog beoefend), en hij besloot om een verbinding te zoeken tussen deze oude zangstijl en moderne composities.
Hij geeft regelmatig uitleg, en dat is geen overbodige luxe aangezien het aanwezige publiek het Gaelic niet machtig is. Want die soms eeuwenoude liederen werden niet zomaar geschreven zoals gebruikelijk in de hedendaagse popcultuur, ze vertellen vaak een verhaal. Over een bijzondere mythologische figuur, een heroïsche strijd, of, van zeer recente datum als het om traditie gaat, over de Paasopstand in 1916.
Afgelopen jaar verscheen het jongste project, An bhuatais & the meaning of life, een rijk geïllustreerd boekje met bijbehorende cd waarin Mac Mathúna op zoek gaat naar de achtergronden van die liederen en verbanden legt met culturele uitingen, zoals beeldende kunst en literatuur. Daarbij gaat hij in op de inhoud en betekenis van de liederen om ze vervolgens om te zetten naar de huidige tijd.
Dat klinkt overigens ingewikkelder dan de liederen die met volle overtuiging ten gehore gebracht worden deze middag. Die zijn, met de toelichtingen erbij, zeker niet ontoegankelijk en dat is mede dankzij de sterke begeleiding van Daire Bracken (fiddle, bekend van o.a. Danú) en Martin Tourish (accordeon, ook bij Altan). De laatste ondersteunt subtiel waar nodig, maar kan ook aanzwellen om extra betekenis toe te voegen, waar de viool zich soms beperkt tot getokkel of gepluk en andere keren volop laagjes krijgt door het gebruik van de apparatuur aan de voeten van Bracken. In de stem van Lorcán Mac Mathúna huist de ziel van de liederen, maar waar de traditie a capella is zijn het hier de instrumenten die fijntjes versieringen aan weten te brengen ter ondersteuning van die prachtige vocalen.
De intense emotie van deze liederen boeit en overtuigt zonder meer, het publiek laat met flink applaus zijn waardering horen en vraagt daarmee uiteraard om een toegift. De muzikanten waren alweer bijna vergeten wat dat ook alweer was, ze hebben ook al zolang niet meer gespeeld (nou ja, behalve dan een paar kleine dingen in eigen land en de avond ervoor in België), dat pompiedomliedje, dat kunnen we doen, zo besluiten ze. En in ontspannen sferen mogen we naar huis om na te genieten van een gedenkwaardig optreden.
Het volgende GUO-concert is op 7 november 2021, dan speelt Andy Irvine, meer info en tickets: https://www.groetenuitoisterwijk.nl/.