-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Normaalgesproken vindt de Maandag van Van Meurs plaats in het fijne grand café Meneer Frits in Eindhoven, maar vanwege Glow werd gisteravond uitgeweken naar de grote zaal van het Muziekgebouw. Zowel artiesten als het publiek mochten plaatsnemen op het podium daar en het werd een bijzondere folkavond, met de prachtige stemmen en het uitgebreide instrumentarium van het Engelse duo Edgelarks.
De stoeltjes staan met de rug naar de zaal in een halve maan opgesteld. Drankjes mogen mee naar binnen en er is een lichtman aanwezig, die het geluid (zoals gewoonlijk uitstekend verzorgd door Ankie Keultjes) op sfeervolle wijze weet te begeleiden. Het wordt gelijk muisstil als Phillip Henry (resonator gitaar, mondharmonica, footstomp, shrutibox, chaturangi, banjo en zang) en Hannah Martin (zang, viool, banjo, gitaar, shrutibox), oftewel Edgelarks, inzetten met een nieuw stuk, het titelnummer van hun album Feather dat eerder dit jaar verscheen. Het lied (begeleid op resonator gitaar en banjo en met de prachtige donker melancholieke stem van Martin) is ontstaan naar aanleiding van de vondst van een veer, de vraag van welke vogel die was leverde Martin haar meest populaire Facebookpost ooit op. Het tekent gelijk de sfeer van het nieuwe album (dat ze overigens ook enkel als duo hebben opgenomen), ze wilden graag vrolijke liedjes schrijven, wat in de folkwereld toch ongebruikelijk is.
Maar dat gaat ze prima af, want ze vertellen nog steeds boeiende verhalen, Where I Stand gaat bijvoorbeeld over de eeuwenoude Ogham Stones, waar Ierse immigranten (vader en zoon Enabarras) ooit hun naam in kerfden. Maar subtieler is de uitstraling die dit lied heeft op de moderne maatschappij, die het niet zo op vreemdelingen begrepen heeft. Het lekker percussief klinkende Wander (met mondharmonica, footstomp, shrutibox en viool) gaat over verschillende accenten en de homogenisering van de wereld, maar er is altijd hoop, zo wordt duidelijk in Wanting Nothing (over tevredenheid) en Oyster, dat refereert aan een gedicht van Emily Dickinson (Hope is the thing with feathers). En hoop kun je altijd goed gebruiken, vooral als je premier Boris Johnson heet.
Naast eigen werk zijn er nog altijd van die mooie traditionele folkliedjes, dit keer namen ze Spencer The Rover (met heerlijk hypnotiserende shrutibox en melancholieke mondharmonica) op, dat live heel goed samengaat met nog zo'n fraai zelfgepend stuk, The Longest Day (met fijnzinnig ijle viool), over de wisseling van de seizoenen, dus je kunt het ook heel goed in de herfst zingen, zo vindt Martin.
Het duo was al eerder te gast en inmiddels hebben ze enkele mooie klassiekers op het repertoire, zoals het prachtige ingetogen Last Broadcast over oorlogsverslaggeefster Marie Colvin (met sprankelende chaturangi, een Indiase gitaar), de zinderende mondharmonicasolo van Phillip Henry, waarin hij een trein nadoet (inclusief het vertrek en aankomst bij een station), Nailmakers' Strike (meezingen mag) en het door Henry vol passie gezongen The Boy That Wouldn't Hoe Corn.
Dit alles verdient terecht een staande ovatie, waarna de toegift een wiegeliedje van James Taylor brengt, Close Your Eyes, "we thought it would be safer to play this at the end."
We zijn dan een kleine twee uur in magische sferen geweest met dit prachtige folkduo uit Engeland dat de huidige wereld van onder meer oude stenen, nieuwe immigranten, treinen, oorlog en alledaagse seizoenen even heel bijzonder wist te maken.
Overigens staan er nog veel meer mooie folkconcerten op de agenda van de Maandag van Van Meurs, o.a. Richard Shindell (die gaat stoppen met toeren, dit is zijn laatste optreden in Nederland), Simon Kempston + The Black Feathers, David Munnelly & Shane MacGowan en The John Martyn Project (een bijzonder project dat in de kleine zaal gaat spelen). De volledige agenda vind je op: https://www.demaandagvanvanmeurs.nl.