-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Ontroerend en vrolijk, sprankelend en intiem, dat zijn sleutelwoorden voor het Britse duo O’Hooley & Tidow, dat gistermiddag hun Nederlandse toertje afsloot in Oisterwijk. De dames overtuigen met prachtige (samen-)zang en laten krachtige vertolkingen horen van zowel traditioneel als modern repertoire, maar pennen zelf ook heel mooie liedjes neer.
Twee jaar geleden waren ze voor het eerst in ons land, toen alleen in noordelijke contreien (Zaandam, Steendam en Zevenaar). Op die podia waren ze afgelopen week opnieuw te zien, maar dit keer waren O’Hooley & Tidow ook uitgenodigd voor een huisconcert in Den Haag en gistermiddag dus in de GUO concertreeks in Tiliander in Oisterwijk.
In juli presenteren Belinda O’Hooley (die ooit nog deel uitmaakte van Rachel Unthank & The Winterset, de voorloper van The Unthanks) en Heidi Tidow hun nieuwe schijf Shadows op het vermaarde Britse Cambridge Folk Festival. Deze middag geven ze met Beryl (over een Britse wielrenkampioene) alvast een klein voorproefje daarvan, maar het leeuwendeel van de liedjes komt van hun cd Summat’s Brewin’. Eigenlijk is deze plaat, die vorig jaar verscheen, een soort tussendoortje, waarvan het titelnummer al op voorganger The Hum (2014) stond. De dames houden van bier (en van diverse ales in het bijzonder), dus ontstond het idee om een thema-album te maken. Drank is in de loop van de geschiedenis een inspiratiebron geweest voor vele muzikanten, dus openen ze hun optreden (en de plaat) met een mooi sober White Winos van Loudon Wainwright III en horen we een meeslepend Down Where The Drunkards Roll van Richard Thompson, prachtige ballades, die met gevoel gezongen worden. De vrolijke noot zit in de traditionals, zoals Murphy’s Saloon en All For Me Grog, dat onversterkt, met O’Hooley op accordeon en Tidow op sleebellen gespeeld wordt, kazoos zorgen voor een lekker extraatje op het einde en er mag meegezongen worden. Een deel van de kleine dertig bezoekers doet dat met plezier, al wordt er vooral aandachtig geluisterd naar de diep zwoele stem van Tidow die zo prachtig ondersteund wordt door het sprankelend heldere geluid van O’Hooley, die ook nog eens uitstekend uit de voeten kan op keyboard. Soms is er een a capella tussendoortje, zoals Teardrop (dat ze opnamen op The Fragile uit 2012). Of we dat herkend hadden? Nee? Dat was dus van de bekende ‘folkband’ Massive Attack. Thuisgekomen zoek ik even op Youtube, maar de drum’n bass van het origineel kan mij gestolen worden, doe mij maar die prachtige gloedvolle dameszang.
Het eigen werk van de dames is daarnaast meer dan de moeite waard. Summat’s Brewin’ bijvoorbeeld is een heerlijke ode aan het brouwproces in Yorkshire, de streek waar ze vandaan komen, waar Gentleman Jack een ondeugend verhaal vertelt naar aanleiding van de dagboeken van de 19de eeuwse landeigenares Anne Lister uit Halifax, die in code schreef over haar lesbische avontuurtjes. O’Hooley & Tidow zingen fijntjes:
At Shibden Hall she had them all
The fairer sex fell under her spell
Dapper and bright, she held them tight
Handsome Anne seduced them well
De juweeltjes deze middag komen vooral van The Hum. Het mooie Just A Note is van Ewan MacColl, maar het meeste werk van die plaat is van eigen hand. Het titelnummer gaat over een fabrieksgeluid dat de dames met aanzwellende hypnotiserende zang mooi weten te reproduceren. Het schrijnende Two Mothers (waar ook Jackie Oates aan meeschreef, het lied is gebaseerd op de praktijk, die nog tot in de jaren ’60 in zwang was in Groot-Brittannië) verhaalt over een vrouw die als baby bij haar moeder was weggehaald om in een tehuis in Australië terecht te komen. Tenslotte is het gevoelige anti-oorlogslied Like Horses, een van de liedjes waar Tidow de footstomp hanteert, een donker gedicht op muziek.
Maar aan alle goede dingen komt helaas een eind en met een fijn ingetogen a capella uitvoering van The Parting Glass als onversterkte toegift in de zaal besluiten O’Hooley & Tidow dit heerlijke optreden dat meer dan eens voor kippevel zorgde.