-door Mirjam Adriaans, foto’s Ronald Rietman-
Het is telkens weer een mooie avond als Doug MacLeod speelt. Zo ook gisteravond bij Meneer Frits in Eindhoven, waar hij een prima balans wist te vinden tussen zijn verhalen en zijn muziek. Hoe vaak je deze man ook ziet, hij zal nooit dezelfde set spelen en hij lijkt daar minstens zoveel van te genieten als het publiek. Hij laat je lachen, maar ontroert ook, dit keer met een oud liedje dat hij jarenlang niet heeft gespeeld.
De avond in de reeks Ad van Meurs presenteert… begint met een degelijke set van ’Sir’ Oliver Mally, een Oostenrijker die zich thuisvoelt in blues folk en country. Hij doet covers van Steve Earle of Guy Clarke, maar ook eigen werk, dat soms een vleugje Townes Van Zandt herbergt. De meeste indruk maakt hij met een lied over Billy The Kid, The Ballad of Billy, een verhaal dat hij met gevoel weet te vertolken.
En dan is het aan Doug MacLeod om zijn verhalen te vertellen. Hoewel ik al heel wat optredens van hem heb meegemaakt zie ik er toch elke keer weer naar uit. Met zijn innemende verhalen en mooie, vaak uit zijn eigen leven gegrepen, liedjes blijft hij boeien, maakt hij je graag aan het lachen en ga je altijd met een goed gevoel naar huis. Blues is er immers om je erbovenop te helpen, zo laat hij steeds weer weten, en lachen hoort daarbij dus zet hij al zijn charmes in om je zover te krijgen. Maar soms wordt het extra bijzonder, en gisteravond was er een om in te lijsten. Onder meer door zijn ‘Dubb’s Bucket Theory’, waarbij iedereen geboren wordt met een emmer. Als je iemand tegenkomt die van je houdt kan die de emmer vullen met liefde, maar als er gaten in zitten stroomt die er ook weer uit. Dan kan je boos worden, maar het advies van Doug luidt in dat geval: “Get yourself another bucket!” (dat geldt overigens ook voor het geval het emmertje overstroomt). Hij heeft ze zelfs bij zich, die emmertjes, schattige symbooltjes van zijn filosofie van de koude grond. Natuurlijk hoort daar een lied bij, in dit geval Welcome In Your Home, afkomstig van het album Brand New Eyes (2011).
Er komen ook mooie nieuwe stukken voorbij van zijn kersverse album Exactly Like This, genoemd naar zijn gevleugelde uitspraak die hij bij vrijwel elk nummer doet, omdat het nu eenmaal precies gaat zoals het die avond gaat en niet anders. We horen onder meer Raylene en Rock It Till The Cows Come Home (en we weten allemaal hoe snel die koeien gaan). Maar MacLeod maakt geen setlists, dus doet hij wat er in hem opkomt. Vanavond horen we Nightbird, een oudje van zijn eerste album No Road Back Home (1984). Hij is het sinds begin dit jaar weer aan het spelen, maar heeft dat jarenlang niet gedaan en vertelt er ook bij waarom. Hij zat in de auto met zijn vrouw, wilde naar een baseball wedstrijd luisteren op de radio (hij is fan van de St. Louis Cardinals), maar zij zette een cd op van Eva Cassidy. Haar versie roerde hem tot tranen toe, en hij besloot dat hij het zelf niet meer wilde spelen. Misschien heeft ze wel nooit geweten waar het over ging, maar het is het verhaal van de prostituee waar hij als jonge vent mee heeft samengewoond en die begaan was met wat er van hem zou worden. Op een of andere manier klinkt er emotie door in zijn stem, of het de herinnering is aan die dame, aan het horen van de versie van Cassidy of het gevoel van het na jaren weer spelen van dit lied, ik weet het niet, misschien is het wel een combinatie of geen van alle, maar het publiek luistert muisstil, en voor mij is dit het ontroerende hoogtepunt van de set.