-door Mirjam Adriaans, foto’s Ronald Rietman-
Zijn liedjes zijn vaak al eeuwenoud, maar bevatten fundamentele verhalen die soms verrassend actueel zijn. Zo bleek ook gisteravond bij RASA in Utrecht, waar Sam Lee & Friends het aandachtige publiek twee sets van elk bijna een uur lang wisten te boeien met fraaie zang en eigentijdse muzikale arrangementen.
Muziekverzamelaars zijn er al tijden, Cecil Sharp bijvoorbeeld tekende oude liedjes op in de 19de eeuw in Engeland, Alan Lomax maakte opnamen in de twintigste eeuw in Amerika, en diverse andere delen van de wereld, Ate Doornbosch deed dat in ons eigen land en dan zijn er nog velen die nooit echt bekend zijn geworden. Zij zijn er niet meer, maar er wordt nog steeds gespeurd en er worden nog altijd veldopnamen gemaakt. In Groot-Brittannië klopt Sam Lee aan bij woonwagens om de orale cultuur van zigeuners en ’travellers’ vast te leggen, hij vindt talrijke liedjes en verhalen over liefde, tragedie, dood, fundamentele onderwerpen die de mens dagelijks bezighouden. Door ze vast te leggen probeert hij een eeuwenoude traditie te bewaren die verloren dreigt te gaan omdat er alleen nog oude mensen zijn die de taal nog spreken en de liedjes nog kennen. Hij heeft al talloze opnamen gemaakt, waaruit hij materiaal koos voor zijn prachtige eerste album Ground Of Its Own en, afgaand op de voorproefjes die hij in RASA ten gehore brengt, zal ook zijn komende plaat, The Fade In Time (waarop veel werk staat dat Sam Lee via zijn mentor Stanley Robertson heeft meegekregen) weer enkele pareltjes bevatten.
Zijn band bestaat normaalgesproken uit een zevental Friends, deze avond heeft hij er drie meegenomen: Jon Whitten op dulcimer, piano en ukulele, Flora Curzon op viool en Josh Green op percussie. Lee zelf zingt en hanteert de shruti box (een soort harmonium, afkomstig uit India) of mondharp. Dat laatste is een instrument dat vaak door de travellers gebruikt wordt, het is immers gemakkelijk mee te nemen in je borstzak. Maar voor Lee heeft het nog een betekenis, in het Engels heet het namelijk Jew’s harp, hij groeide zelf op in een Joods gezin en op zijn eerste album staat The Jew’s Garden. Lee legt graag dingen uit, dus vertelt hij dat het stuk al zo’n 800 jaar oud is en de tekst van dit liedje in de jaren ’20 van de 14de eeuw aanleiding vormde voor pogroms. Gezien zijn eigen afkomst en de recente gebeurtenissen in Kopenhagen waardoor de inhoud verbijsterend actueel wordt, maakt het zingen hem emotioneel. Met deze achtergrond kun je als luisteraar niet anders dan ook even slikken, zeker als hij even hapert wanneer hij zegt: “if we don’t remember we will forget”.
Intiem en intens is het spel van het kwartet. Sam Lee is niet van de dramatische uithalen of donderende preken, zijn warme bariton lijkt soms zelfs ronduit ingehouden, waardoor de spanning eigenlijk alleen maar groter wordt, terwijl de klanken van de shruti box langzaam hypnotiseren. Opvallend expressief is wel zijn lichaam, dat vrijwel continu in beweging is, dansend of gebarend. Zijn drie begeleiders weten de liedjes uitstekend tot uitdrukking te brengen, zelfs al is het de eerste keer dat Jon Whitten live meespeelt. Hij geeft met name met de dulcimer een fris tinkelende achtergrond aan de soms zware kost die ons voorgeschoteld wordt. Flora Curzon weet een nachtegaal tot leven te brengen met haar viool in The Tan Yard Slide en Josh Green brengt ondanks een deze middag opgelopen beenblessure (hij is uit een boom gevallen) een hypnotiserende passie teweeg op zijn percussiekit.
Zoals gezegd zijn er ook al voorproefjes van het nieuwe album, zoals Moorlough Maggie en Airdog (ook op Youtube terug te vinden, klik hier), Blackbird en Over Yonders Hill waren afgelopen zondag al bij Vrije Geluiden te horen (de uitzending is hier terug te bekijken) en piano en ukulele spelen een grote rol in Bonny Bunch Of Roses. Twee nieuwe nummers geven in de live uitvoering echter zoveel kippevel dat ik vol ongeduld uitzie naar de release van The Fade In Time op 16 maart. Met Lovely Molly wordt de eerste set gloedvol a capella afgesloten, en The Moss House (in de jaren ’70 ook door Luke Kelly opgenomen) met minimalistische begeleiding als toegift wordt voor het eerst (en misschien wel voor het laatst) op deze manier gespeeld, maar is ronduit indrukwekkend. Het publiek dat het hele optreden al aandachtig luisterde is nu muisstil. Twee sets van elk bijna een uur doen enkel verlangen naar meer.
Morgen, 21 februari 2015, is Sam Lee nog live te zien bij de Celtic & Balfolk Night in De Doelen in Rotterdam. Zie: www.dedoelen.nl.