-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Hoewel het nieuwe theaterprogramma Allez van Gerard van Maasakkers slechts drie nieuwe liedjes bevat is het geenszins een herhaling van zetten geworden. Voor wie thuis is in zijn werk komen er veel bekenden voorbij, maar die worden in een fris, vaak sober subtiel, arrangement gestoken. Allez is een persoonlijk overzicht, waarbij ontroering en optimisme hand in hand gaan.
De Anton Philipszaal van het Parktheater in Eindhoven zit vol voor de première deze zaterdagavond. Er wordt afgetrapt met dé klassieker uit het oeuvre van Gerard van Maasakkers, Hee Gaode Mee, ontspannen ingetogen en enkel begeleid door Harry Hendriks op ukulele. Voorzichtig, met een hint van verbazing, zingt een deel van de bezoekers mee, het is immers een heel andere versie dan we gewend zijn. Het blijkt een uitnodiging te vormen om mee op bezoek te gaan, bij mensen die we allang kennen of nog maar pas ontmoet hebben. Allereerst gaan we natuurlijk naar Nuenen, in de opening hebben we het Nuenens Broek al gehad, maar ook De Aardappeleters mogen niet ontbreken en we stappen even binnen bij de familie: jonggestorven zusje Marijke (As Ge Nie), vader (D'n Boom) en moeder (Liedjes Van Altijd) van Maasakkers. En omdat er zoveel liedjes zijn om uit te kiezen, mag ook het publiek dat een paar keer doen. "Ik noem twee liedjes, jullie mogen even overleggen en dan hoor ik het wel." De eerste blijkt moeilijk, Cis Verdonk wint het verrassend genoeg maar nipt van Dag Jozefien. Nou ja, hoewel Cis altijd een van mijn favorieten is geweest was ik eigenlijk ook wel benieuwd naar de huidige uitvoering van Dag Jozefien, misschien dat er meer mensen zo over dachten. In de tweede set is de keuze gauw gemaakt, Gij En Ik haalt het met afstand boven Ik Wil Bij Jou Zijn.
Zoals gezegd zijn er drie verse liedjes. Het optimistische Allez roept op om niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar met het tweede nieuwe stuk heeft Van Maasakkers ronduit een juweeltje gemaakt. Hij speelde het voor het eerst in een bejaardenhuis, vertelt hij, en daar speelt Gerrit en Kees zich ook af. Ze hadden al jaren stiekem een relatie, zijn nu oud en weten ook niet precies hoe ze het nu moeten doen, al ontmoeten ze elkaar nog steeds elke dinsdagmiddag en ze hebben hun liedje, You Are My Sunshine. Maar in het bejaardenhuis wordt gesmiespeld en als iemand zogenaamd per ongeluk met zijn rollator tegen Kees aanduwt komen bij mij de tranen. Met zo'n mooi klein persoonlijk verhaal mis je eigenlijk ook geen andere nieuwe liedjes meer.
In de pauze kunnen we even bijkomen, maar daarna volgt een prachtige a capella versie van Van D'n Hoeksteen en het indringende verhaal van Kamp Vught, nog een stel van die prachtig kleine betrokken vertellingen die Van Maasakkers in het verleden neerpende. Een paar liedjes later volgt weer ontroering met Mijn Kind dat niet door hem geschreven is, al past het hem als gegoten. Het gaat over hoe je een kind dat je nooit hebt gehad kunt missen, de tekst is van Peer Wittenbols (die ook al enkele teksten op Lijflied schreef), toetsenist Mike Roelofs nam de bijbehorende ingetogen muziek voor zijn rekening. Gelukkig is er ook veel ruimte voor optimisme, en dat komt onder meer tot uitdrukking in Zilveren Vogel (een cover van Gianmaria Testa, inventief ingeleid door Arthur Lijten op udu) en slotnummer De Lucht Zit Nog Vol Dagen. In de toegift is er eerst wat instrumentale ruimte voor de muzikanten, die wat jazzy uitwaaieren om vervolgens Altijd Nou in te zetten. Hendriks, Roelofs en Lijten vormden tijdens het vorige programma voor het eerst samen de begeleiding, moesten toen met name in het begin soms nog zoeken naar een goede balans, maar ze hebben inmiddels een mooi eigen geluid gesmeed, dat zeker zo boeiend is voor de luisteraar en de liedjes van Van Maasakkers centraal stelt. Met een bescheiden Ik Neem Je Mee (nog een Testa) neemt Gerard afscheid, nog even genieten we na met een drankje, om daarna met een warm gevoel de koude novembernacht in te gaan.