Afgelopen weekend werd Brabants Moiste Lied 2013 gekozen. Piet Snijders was erbij in De Speeldoos in Vught en constateert in Horlepieps's blog dat het programma muzikaal zeer afwisselend was, het niveau hoog en dat er voor 'de jeugd' is gekozen:
Andre van den Bogaart (Baarle Nassau) is zondagavond met het nummer Hey God winnaar geworden van de liedjeswedstrijd Brabants Moiste Lied 2013. Die wedstrijd, georganiseerd door de gezamenlijke Brabantse Omroepen, vond plaats in De Speeldoos in Vught. Tweede werd de Tilburgse folkband Vandiekomsa met Lied van de Kiepenboer en derde de groep Taaftere (rond Captain Gumbos Mark Söhngen) met Dè witte oit noit nie.Voor de wedstrijd waren uit alle delen van de provincie 26 nieuwe Brabantse liederen ingezonden, waarvan er 15 waren genomineerd voor de finale-avond. De finalisten mochten in De Speeldoos naast hun inzending nog een ander eigen lied zingen. Daarmee zat het afwisselende liedjesprogramma in het Vughtse theater bomvol. Chansonoïde tot countryachtige muziekstijlen, het zat er allemaal in. De jury koos met haar nummers een en twee voor de jeugd in de Brabantse muziek, meer nog dan voor muzikale vernieuwing.
Dat winnaar Van den Bogaart zich bediende van muzikale snikjes à la JW Roy vond ik persoonlijk jammer. Dat kennen we onderhand van zoveel jonge Brabantse artiesten dat het niks eigens meer heeft. Dan klonk de ervaren groep Taaftere met haar Brabo-zydeco juist weer verfrissend. Mark Söhngen, Mario van der Linden en Willy Verkuilen formuleerden met die aanstekelijke muziek - eindelijk - een waardig Brabantse antwoord op de Limbo-texmex van Rowwen Hèze.
Mijn persoonlijke favorieten Roland Verstappen (hij zong mijn tekst Zeeën vol vis) en dorpsgenoot Hans van Gorp (wiens muziek me ook heel dierbaar is en met wie ik mocht meerijden!) gooiden in mijn ogen ook hoge ogen, maar de ereprijzen bleven helaas buiten hun bereik. De aangenaamste verrassing vond ik het algehele niveau van de inzendingen. Met enkel brave nostalgische - of oubollige carnavaleske teksten red je het niet in de Brabants Moiste Lied-competitie. Grootste domper in Vught vond ik de bedroevende publieke belangstelling. De vele tientallen deelnemende artiesten hadden een volle zaal verdiend. De organisatie zal creatieve wegen moeten inslaan om een jeugdiger/massaler luisterpubliek aan zich te binden.