-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Bij de Annual Hootenanny van Jools Holland had ik al gezien dat Pokey LaFarge de boel op zijn kop kon zetten en in Tilburg swingt het dan ook de pan uit. Een mooie bonus bij dit feest was het voorprogramma, van de Canadese singer-songwriter Joanna Chapman-Smith met violist Jaron Freeman-Fox.
Hoewel het voorprogramma meestal niet alteveel aandacht krijgt, en het ook in dit geval een beetje rumoerig was in de kleine zaal van 013, kreeg de muziekliefhebber hier wel waar voor zijn geld. Joanna Chapman-Smith is van een lichting jonge Canadese singer-songwriters die geen standaard liedjes met gitaar proberen te maken en dat werkt. Bijna drie jaar terug zag ik haar al eens in Paradox bij het Folkcafé en nog steeds houdt ze haar toon vrij luchtig, haar rake teksten zijn de moeite van het beluisteren zeker waard en hoewel haar muziek niet echt aansluit bij de stijl van hoofdact Pokey LaFarge weet ze toch een paar mensen aan het luisteren te krijgen. Jaron Freeman-Fox begeleidt haar op viool en is voor mij een mooie ontdekking. Zijn spel is origineel, avontuurlijk en soms scherp, en zijn eigen bluesy nummer Back To The Boonies (schijnt te maken hebben met de plaats waar ie vandaan komt) boeit van begin tot eind en maakt me benieuwd naar de rest van zijn werk. Het stuk is te vinden op Youtube, maar komt pas op zijn volgende cd te staan, tot die uitkomt moeten we het nog stellen met de schijf Manic Almanac: Slow Möbius, met als gasten o.a. Emilyn Stam op piano (deze zomer als violiste op tour met balband Té) en Filippo Gambetta op knoppenaccordeon. De avond is muzikaal gezien erg sterk begonnen.
Jaren '30, het is crisis en mensen zoeken een uitlaatklep voor hun problemen. Ragtime en swing zijn populair om de zorgen van alledag te vergeten. 2012, het is crisis en mensen… nou ja, u begrijpt het al. In de Smaak van Haarlem stond onlangs een interview met Pokey LaFarge, waarin hij zegt: "Ik ben juist heel erg tegen nostalgie, maar ik vind het wel belangrijk dat muziek geworteld is. Dat is volgens mij de essentie van alle folkmuziek. En die ontwikkelt zich vervolgens verder." En dat is wat Pokey deze avond laat zien. Hij biedt mensen ontspanning, bouwt een feestje en gebruikt ragtime en western swing als middel om dat doel te bereiken. Hij staat geheel in stijl op het podium, met krijtstreep, zijn muzikanten dragen karakteristieke vestjes. De band speelt eerst veel vers werk, ze zijn sinds een week of vijf bezig met opnamen voor een nieuwe cd. Even ligt het gevaar van eentonigheid op de loer, maar dat wordt door The South City Three met uitstekend spel voorkomen. Met name Adam Hoskins op gitaar en Ryan 'Church Mouse' Koenig (mondharmonica, wasbord en percussie en de meest markante verschijning met hoed, bakkebaarden en prachtige snorpunten) overtuigen moeiteloos, bassist Joey Glynn vult onverstoorbaar aan.
Samen voeren ze het publiek mee in liedjes over Saint Louis (ze zijn inmiddels opgenomen in de top 100 van beste muzikanten uit die stad), Kentucky, de Mississippi, kerkhoven of bedriegers en ook de liefde ontbreekt niet. Als er liedjes van de cd's Riverboat Soul (2010) en Middle Of Everywhere (2011) aan bod komen laten de fans zich horen. Een groep mannen weet feilloos een gitaarriffje van Pokey te herhalen, Drinkin' Whiskey Tonight blijkt een lekkere meezinger en met Two-Faced Tom zit de stemming er helemaal in. Ik krijg het gevoel dat Pokey LaFarge eigenlijk nog wel een paar uur zou willen doorspelen, maar dat mag niet, hij laat weten dat ie zich aan de tijd moet houden, want "DJ's seem to be better than real musicians". Het weerhoudt hem er niet van om nog even lekker uit te halen met La La Blues, dat uitgegroeid lijkt tot een hit bij het publiek. Voor de toegift vraagt ie of er twee stoelen kunnen worden gehaald en de geluidsinstallatie uitgezet. Er vormt zich een opening in het publiek, de muzikanten komen van het podium en Pokey moppert dat ie maar een nummer mag doen, maar hij gaat er toch twee spelen. Onversterkt komt eerst (If I can't make love all the time I) Won't Make Love At All en dan Move Out Of Town. De muzikanten klimmen af en toe op de stoelen om hun partijen meer uit te lichten om vervolgens weer terug te keren naar de melodie. Zo krijgt het feestje een bijzonder akoestisch einde.