Een aanval van acute reuma belette Ate Doornbosch om zelf het eerste exemplaar van de cd-box Onder De Groene Linde in ontvangst te nemen bij de presentatie gisterenmiddag in Utrecht. Toch werd het een feestelijke middag in RASA, met uitleg van Louis Grijp, een paneldiscussie over het Nederlandse lied, en muziek van Herman en Rosita Dewit en Wè-nun Henk.
Herman en Rosita Dewit (van de Vlaamse volksmuziekgroep 't Kliekske) openden de middag met hun zelfgebouwde instrumenten van onder meer afval en een demonstratie hoe je een fluit maakt van een wortel.
Onder leiding van prof. dr. Louis Grijp van het Meertensinstituut kwam de collectie tot stand, hij geeft uitleg en laat vervolgens de eer aan Hans Peters van platenlabel Music & Words om het eerste exemplaar uit te reiken aan een nicht van Ate Doornbosch. Zij neemt ook deel 4 van de boekreeks Onder De Groene Linde in ontvangst, dat tegelijk met de cd-box verschijnt.
Na de pauze is er nog een presentatie, namelijk de zingende kaart van Nederland die via www.liederenbank.nl te raadplegen is, zodat je kunt zien in welke delen van ons land bepaalde versies van een lied gevonden zijn. Martine de Bruin van het Meertensinstituut geeft een korte demonstratie.
Vervolgens is er een paneldiscussie, waarbij onder andere aangestipt wordt dat we hier een officieel instituut hebben dat wetenschappelijk onderzoek doet naar cultureel erfgoed en dat daar ook een archief van is aangelegd, terwijl in België vooral liefhebbers als Herman Dewit op eigen houtje proberen om nog iets van de oude liederen vast te leggen, waarbij in de loop der tijd o.a. door geldgebrek ook nog het een en ander verloren is gegaan. Verder wordt nagedacht over hoe dit erfgoed populair gemaakt kan worden en of er via het project Onder De Groene Linde ook een culturele uitwisseling zou kunnen plaatsvinden met Nederlanders van allochtone afkomst.
Tenslotte geeft Wè-nun Henk een voorbeeld van wat er gedaan kan worden met het werk van Ate Doornbosch. De groep maakt al langer gebruik van de veldopnamen en geeft er een eigen muzikale invulling aan. De oude opnamen zijn immers zonder begeleiding van instrumenten, dus een muzikant kan er zijn eigen arrangement bij bedenken, zo vertelde groepslid Hans Hoosemans al bij de paneldiscussie.