Niet echt een
consistent geheel
"Zaw" is Bretons voor "onderweg", "waar", "gaan". Vrij vertaald heeft deze CD als thema; ontmoeting en vertrek. Pas de eerste solo-CD van Yann Honoré, een bekende multi-instrumentalist in de Bretonse muziekwereld (folk, jazz, rock, chanson). In folkkringen is hij bekend als oprichter van de groep Glaz waarmee hij 2 CD's op-nam: Glaz en Holen ar Bed.
Eén van de titels op de CD Glaz komen we hier ook tegen: Tro Har Tro, opnieuw gearrangeerd en met het stemgeluid van Ffran May. Van oorsprong uit Wales maar al jaren woonachtig in Bretagne. Met Ffran May hebben we meteen de sterkste van de 3 vocalisten die aan deze CD meewerkten te pakken. Sterke vocalen van haar in het poëtische Swyn (in het Welsh). Dat nummer gaat over in het exotische Urar, geschreven en gezongen door Farid Aït Siameur in de oorspronkelijke Berber-taal. Door het herkenbare Keltische fluitwerk van Loïc Blejan en Yann Honoré ontstaat hier een mooi symbiose tussen Bretonse en Noord-Afrikaanse muziek. Van het soort waar Mugar en Tayfa ons al eerder mee verrastten.
Nog meer Oriëntaalse kleur op deze CD door de aanwezigheid van Oud-speler Fawzi Al Ayedi (Derbuka, Bendir). Afkomstig uit Irak maar hij woont in Bretagne. De 3e vocalist. De wat meer bekende Kristen Nikolaz zingt o.a. in Dour Red. Die stem kan mij nog steeds niet bekoren. Beetje geknepen en zonder veel kleur.
Beetje gemengde gevoelens over deze CD.
Het bombastische wat Glaz kenmerkte is er nog steeds niet uit. Tro Har Tro kent een bescheiden opening, maar ontspoort volledig als klavieren/synthesizer de zang van Ffran May effectief ondermijnen. In datzelfde nummer echter hele mooi pipes van Loïc Blejan.
Diezelfde klavieren maken dat het 4-talige Lignes De Vie, ondanks zijn fraaie opening met Oud en Percussie, veel van zijn oorspronkelijke intimiteit/verfijnheid verliest. Ook Identity verdrinkt in een verkeerd gebruik van te veel elektriek. Maar ook hoogtepunten als "Alwach" (Derbuka), "L'evidence des îles", waarin Honoré op meesterlijke wijze een Ierse traditional weeft, "Gaza", waarin de geprogrammeerde beats wel een aardig contrast vormen met zang en fluit, "La Rideé du temps perdu" met sublieme percussie en susato-whistle en als afsluiter een fraaie bas-partij van Honoré in "Rosmeur 9 PM".
Conclusie: hier en daar bombastisch door overdadig gebruik van elektriek. Dat is jammer en deels ook onbegrijpelijk. Waarom geprogrammeerde percussie als je een toppercussionist in de persoon van Farid Aït Siameur in de gelederen hebt? Ook het gebruik van 3 verschillende zangstemmen in 4 verschillende talen zorgt niet echt voor een consistent geheel.
Paul - Waardering: 7