Image

Juweeltjes, ook van
andere songwriters


De doorbraak van Russell kwam met de CD "The Man From God Knows Where", een zeer gewaarderde CD over een (Noorse) zoektocht naar zijn roots. Opvolger van "The Man From God Knows Where" was "Borderland". Een CD over zijn leven in El Paso (Texas) op de grens met Mexico. Nu dan "Modern Art". Een veelzijdig album met songs over Amerikaanse sporthelden als Mickey Mantle (The Kid from Spanivaw) en Muhammad Ali, drie duetten met Nanci Griffith en, naast eigen songs, materiaal van songwriters als Carl Browse en Micheal Smith.

Aangrijpend is de song "Isaac Lewis", gebaseerd op een gebeurtenis uit 1859, waarin matroos Isaac Lewis vlak bij thuishaven Liverpool schipbreuk leed en omkwam. Het lichaam van Lewis spoelde aan bij het huis van zijn vader in Moelfre (Wales). Russell hoorde dit verhaal in een kroeg in Wales en wou het niet geloven. Totdat hij het boek "The golden wreck" in handen kreeg waarin die gebeurtenis gedetailleeerd beschreven staat. "The song goes well with a Guiness and two shots of Tullamore Dew", schrijft Russell. En zo is het maar net. Een echte "tearjerker" in de goede zin van het woord.

Niet alle gebeurtenissen waarover Russell zingt berusten op feiten. Soms mengt hij feiten en fictie. Zoals in de song "Tijuana Bible" waarin hij de dochter van filmdiva Lana Turner de gangster Johnny Stompanato laat vermoorden. Geschreven in de stijl van een "film noir" met het prachtige geluid van een resonator gitaar.

In andere songs blijft Russell dichter bij huis. Zo haalt hij herinneringen op aan de keer dat hij de Beatles live zag ('64) en voorgoed veranderde na het bijwonen van een concert van Bob Dylan ("Modern Art"). "I suppose that makes me an old bastard" schrijft hij met de nodige zelfspot.

Beste song van de CD is "The Dutchman". Geschreven door Micheal Smith. Een ontroerende song over een dementerende (Amsterdamse) man en zijn vrouw. Die song krijgt nog extra kracht door de 2e stem van Eliza Gilkyson.

Ook niet te missen "American Hotel". Van de hand van de vorig jaar overleden songwriter Carl Browse. Browse beschrijft in deze song de laatste periode uit het leven van een andere songwiter: Stephen Foster. Auteur van klassiekers als Ole Kentucky Home, Swannie River en Oh Susanna. Foster overleed in het Americain Hotel in New York. Geen cent te makken en hallucinerend over scenes uit de songs die hij zelf schreef.

Nog zo'n juweeltje: "The crucifix in a death hand". Een gedicht van Charles Bukowski over de ontwikkeling van Los Angeles tot een "vrijgevochten" stad. Het nummer eindigt met een gedeelte van Warren Zevon's "Carmelita", een treurige ballad over een L.A. junk.

Met uitzondering van "Muhammed Ali" (dat vind ik echt een bar slecht nummer) is dit een zeer sterke CD. Russell is een grote songwriter maar bewijst op deze CD ook een neus te hebben voor het betere materiaal van collega-schrijvers.

Paul - Waardering: 8½