CDs
Gevarieerde cajunschotel van Cochon Bleu
Cochon Bleu - It's All Coming Good - Silvox SIL 162 (distributie Coast to Coast)
Een vijfkoppige Nederlandse band die cajun muziek maakt, dat is Cochon Bleu. De groep heeft in de zomer alweer de vijfde cd uitgebracht, getiteld It's All Coming Good. De plaat telt 15 eigen composities, waar op de vorige albums nog wat covers overgoten werden met een cajun-sausje. Bovendien werden ook banjo en een vleugje viool toegevoegd aan het instrumentarium. Dat maakt het geluid authentieker dan de voorgangers, die nog vaak leunden op (elektrische) gitaar.
Cochon Bleu maakt overigens nog steeds aanstekelijke muziek, waarop lekker vrij gedanst kan worden. Dat is al meteen op het eerste nummer, het stampende Monsieur Jacques (over een corrupte burgemeester), te horen en wordt bevestigd door het vrolijke Hangover Two Step dat daarop volgt. De ballades worden echter ook gewaardeerd door de vijf heren, getuige het eenvoudige liefdesliedje J'ai Raconté, gezongen door Jeroen de Jong en begeleid door gitaar, mandoline en banjo. Of het walsje Dansons, over een verlaten liefde, waarbij ook de accordeon nog meedoet.
Twee nummers springen eruit vanwege de aantrekkelijke samenzang: Cherokee Cadien en Chante Cléoma. In het eerste scheuren de gitaren nog door het tromgeroffel heen om de inhoud meer kleur te geven: een indiaan die zijn geboortegrond verlaat vanwege oorlogen en terechtkomt in een streek met moerassen, boortorens en boze mensen. Chante Cléoma is een soort vraag en antwoordlied, waarin Cléoma naar een schurk van een echtgenoot zit te luisteren en de buren laten weten het niet eens te zijn met zijn plannen om haar medeplichtig te laten worden aan zijn misdadigheid.
Het instrumentaaltje Go Feed The Chickens, met een lekker klinkende banjo en accordeon, is een ode aan cajungitarist Hubert Maitre en zijn wijze raad: "If things don't work out for you: don't start a fight, don't get angry, just go home and feed the cickens". Volgens mij is dit een van de zes nummers die in één take zijn opgenomen. Hier zit even een dip in het geluid, evenals in de afsluiter Dis Salut. Dat kun je opvatten als een misser, maar als je in de bijgevoegde info leest dat er gebruikgemaakt is van microfoons uit 1949 hoort het er uit nostalgisch oogpunt eigenlijk gewoon bij (hoeveel perfecte opnamen zijn er uit die tijd bekend?). Het wringt overigens wel wat, omdat de meeste nummers op de cd met de moderne technieken opgenomen zijn.
Dan is er Beauregard, een vent die niet luisterde naar zijn vrouw en zich volvrat tot hij overleed, maar die een hemd had dat (tot zijn dood) ook zijn vriend geluk bracht. Het eerste wordt bezongen door de dames Cochonettes in Gros Plein De Soupe, met een fijn vleugje viool op de melodie van het bekende Allons A Lafayette, het tweede wordt met aanstekelijk getrommel en mandoline door de heren zelf gebracht in La Chemise De Beauregard.
Eigenlijk krijg je een behoorlijke bak ellende voor je kiezen op It's All Coming Good, maar dat is er door de vrolijke klanken niet aan af te horen. Cochon Bleu heeft voor het eerst een plaat vol met eigen composities. Alle liederen worden gezongen in het zogenaamde 'patois', het verbasterde Frans uit Louisiana, dat zo typisch is voor de cajun. Daarmee hebben ze een authentieker geluid gekregen, maar met hier en daar nog een elektrische gitaar of een stampende drum blijft het toch herkenbaar Cochon Bleu. Al met al krijgen we een lekkere mix van ingrediënten, die de schotel een fijne smaak geven.
Mirjam Adriaans, waardering: 8
Zie ook: www.cochonbleu.nl.