Fraaie klankkleuren
maar jeugd haakt af
Bij de groep Madlot, rond het duo Judika Looman (ondermeer harmonica’s en doedelzak) en Bert Lotz (doedelzakken) uit Wageningen, lag jarenlang het accent op traditionele vrolijke Nederlands dansmuziek. De naam van de groep verwijst daar ook naar: De madlot is een oude zeemansdans waarvan de naam is afgeleid van het Franse matelot (matroos).
Nadat Madlot in 2000 werd versterkt met Peter Koene (snaren en zang) en Marianne Heselmans (viool en zang) en iets later zangeres Ariëtte Zuidhof zich bij hen voegde, werd het repertoire uitgebreid met meer zangnummers. Het nieuwe album ‘Ik Hoorde Dees Dagen’ bevat naast dansjes dan ook nogal wat liederen.
Bron voor het repertoire is het melodieënboek Oude en nieuwe Hollantse Boerenlieties en Contredansen. Uit de duizend melodieën van begin achttiende eeuw is een selectie gemaakt, waarbij dansbaarheid op de huidige folkbals een van de criteria was. Zo staat in het tekstboekje bij vijf van de negentien nummers wat je erop kunt dansen. Het gaat dan om bourrée, tovercirkel, scottish, rondeau en branle.
Een ander criterium was dat het repertoire op het huidige instrumentarium van de groep te spelen zou zijn. Naast instrumenten die ook al eeuwen terug bestonden zoals doedelzak, blokfluit, koehoorn, trom, viool en rommelpot gaat het dan om trekharmonica, gitaar en mandoline. Overigens streeft Madlot er niet naar de muziek uit de 18de eeuw te kopiëren. Ze bewerken de vergeten deunen op hun eigen manier. Zo speelt de accordeon een hoofdrol in 'Annetie was achttien jaren / Het musikantje', wat in het tekstboekje terecht de volgende opmerking meekrijgt: 'Als de trekharmonica in de 18de eeuw al bestaan had, waren deze melodieën er zeker op gespeeld'.
Bij een aantal melodieën zijn liedteksten gezocht, waarbij selectiecriteria waren: vrouwvriendelijk en niet gruwelijk of gewelddadig. Alle teksten komen uit 17e en 18e eeuwse liedboeken, weergegeven in verzamelingen als: Nederlands Volkslied (Jop Pollmann en Piet Tiggers), Haarlemse liedjes en versjes (Max Prick van Wely en Chris Rabé) en Onder de Groene Linde deel 2, een publicatie van het P.J. Meertensinstituut.
'Ik hoor dees dagen' is een uitstekend geproduceerd en opgenomen album geworden. Madlot is erin geslaagd fraaie melodieën te verzamelen, die knap zijn gearrangeerd. De prachtigste klankkleuren verwennen je oor zoals in Marche van Koehoorn dat een fraai duet op twee koehoorns oplevert. Of wanneer het hummeltje, een lieflijk klinkend doedelzakje uit deze contreien, wordt bespeeld in plaats van de Poolse doedelzak in 'Poolsche duttel sack / Poolsche Sara'. Judica Lookman hanteert de accordeon met een swing die er niet te dik bovenop ligt. Het snarenspel van Koene is steeds subtiel. De instrumentale dansbare nummers zijn met de nodige urgentie gespeeld, zoals meteen het eerste nummer 'De stront moolen' (een bourree).
Instrumentaal is het over het algemeen af., maar door tekst en zang zal menig jongere afhaken. En dat terwijl Madlot juist probeert jongeren in folk te interesseren. Dit loflijk streven blijkt ondermeer uit het tekstboekje waarin Madlot zegt te hopen dat hun aanpak stimuleert opnieuw naar de muziek van destijds te gaan luisteren. Dat gaat bij het jong volk helaas niet lukken, want wat moet dat bijvoorbeeld met een tekst als:
De vastenavond die komt an
wij zingen, ho, man ho!
Geef ons een pankoek uit de pan,
en zo, mijnheer, wel zo
En nu het vastenavond is
nu zijn wel alle keeltjes fris
Van dir don don, van dir don don
van dir don don, don, dir don deine
het spelen gaat gewis
Een ander probleem vormt de zangstijl. Niet zozeer die van Peter Koene. Hij draagt daarmee zelfs het mooiste nummer van deze cd: De Bedelaar (ijzersterke melodie, sterk in z'n eenvoud, terughoudend gearrangeerd met enkel begeleiding op accordeon en viool). Nee, de zangstem van Ariëtte Zuidhoff klinkt wat mij betreft te 'gekunsteld'. Deze - weliswaar dynamische - mooizingerij komt te 'netjes' en soms té 'gedragen' over. Haar zangstijl past beter bij oude muziek dan bij folkmuziek die nieuwe generaties zou moeten aanspreken.
De opnamen en mastering van de cd zijn in de Farmsound Studio in Heelsum gedaan door Wil Hesen. De uitvoerend producent is Bernard Kleikamp van Pan Records. Madlot nam 'Ik hoorde dees dagen' op in de volgende samenstelling: Judica Lookman (trekharmonica, Nederlandse doedelzakken, zampogna, dwarsfluit, zang), Bert Lotz (Nederlandse doedelzakken, koehoorn, schalmei, zang), Peter Koene (gitaar, mandoline, zang, trommel), Marianne Heselmans (viool, zang) en Ariëtte Zuidhoff (zang, rommelpot).
Henk - Waardering 7,5