Liever een Pallieter: Dansbaar, subtiel én knappe teksten

Laroux - Liever een Pallieter - Silvox (sil 00113)
Zydeco-muzikant Lenny Laroux verrast ons met lichtvoetige vaak dansbare folkmuziek. De afwisseling op zijn solo-album Liever een Pallieter, dat hij uitbrengt onder de naam Laroux, getuigt van een aangenaam weide blik op (folk)muziek uit vele windstreken.

 

laroux - liever een pallieter 

Drums, programming, elektrische bas en -gitaar klinken anno nu, maar de verankering in de traditie is duidelijk. Bovendien wordt er alle ruimte gegeven aan akoestische instrumenten als doedelzak, draailier, tal van fluiten, mandoline, banjo, diatonische trekzak etc. Extra meerwaarde krijgt het album door de sterke Nederlandstalige teksten.

Lenny Laroux, kennen we als zanger/accordeonist/tekstschrijver van de zydeco-band Allez Mama. Liever een Pallieter is zijn eerste solo-project. De teksten zijn van eigen hand, de muziek ook grotendeels, maar die leunt ook soms op bestaande (traditionele) melodieën. Invloeden zijn er uit Afrika, Zweden, Noorwegen, Ierland, Schotland, Amerika en de eigen lage landen. Af en toe bespeur je in de verte nog een vleugje Allez Mama. Lenny Laroux heeft zich voor dit project omringd met 'De Meute' bestaande uit 27 muzikanten, voor een deel uit de Nederlandse folkscene.

Liever een Pallieter klinkt van het begin tot het einde spontaan, alsof het in één keer is opgenomen. Het heeft de onbevangenheid van de Veulpoepers uit de jaren zeventig, een meer folky feel dan Pater Moeskroen en nu en dan de eigentijdse urgentie van een Urban Trad. Het album is opgenomen onder leiding van Caspar Falke van de Silvox Platenmaatschappij. Falke was ooit mandoline-speler van nog zo'n folkrocky band namelijk Palace Flophouse.

De titelsong begint met een Urban Trad-achtig koortje door Dagny van der Loo (Ogham) en Karin Poell (Roland Verstappens band Eaden). Ook in het heftigste uptempo is Urban Trad niet ver weg zoals in Cyber Heraut, maar Laroux blijft verre van een disco-achtige dreun. En hoewel het vaak nogal vrolijk dansbaar klinkt, wordt er gelukkig méér nagestreefd. Zo hoor je in het rustige Anderzicht slechts accordeon en twee akoestische gitaren bij poëtische tekstregels als 'Op een bankje in het park voel ik het leven pas...'

De opening van het album is meteen verrassend met de fujara, een Slowaakse fluit met een vervreemdend aards percussief geluid als een didgeredoo. Daaroverheen tiereliert een vrolijke tin whistle. Dan deint het verder op een accordeondeun en een lekkere upbeat. Een draailier neemt de rol van de accordeon over en de fluiten meanderen er doorheen. Als het dan vervolgens subtiel op gitaar, bas en draailier verstild overglijdt in het volgende nummer is de toon gezet. Hier is over nagedacht.

De variatie in instrumentarium is door het hele album heen afgewogen en functioneel. Een zigeunerviool, een klezmer-klarinet, een keltische low-whistle, een bluegrass-achtige mandoline en banjo, doedelzak, trekzak, draailer, noem maar op. Telkens speelt een ander instrument een opvallende rol. Qua drums en percussie wordt er voldoende inventiviteit aan de dag gelegd.

Muzikaal gezien zijn er tal van interessante passages. Een bijzondere vind ik Werkmans Weekend 5336. Een zich herhalend doorhuppelend deuntje, 'simpel' Nikkelen Nelis-achtig vertolkt op mandoline, trekzak en rinkelende percussie. Het verwijst knap naar het lopende band werk in Bert Haanstra's film Glas.

Boeiend is ook dat er nummers geënt zijn op de Scandinavische traditie en dat er met het aanstekelijke Hou Vast zelfs een Afrikaans getint nummer is, denk aan Paul Simon's insteek op Graceland. Die afwisseling in het repertoire getuigt van een open mind. Deze onconventionele aanpak tekent Lenny Laroux. De album-titel is gebaseerd op het boek Pallieter van de Belgische schrijver Felix Timmermans. Die beschrijft in zijn boek de vrolijke Pallieter die lak krijgt aan conventies en verkiest de wijde wereld in te trekken. Iets wat Laroux in overdrachtelijke zin met zijn muziek ook doet.

Lenny Laroux is een begenadigd tekstschrijver. Bij Allez Mama schreef hij overigens ook al songs in het Nederlands. We noemden als inspiratiebron al Felix Timmermans, ook een tekst van Godfried Bomans lag aan de basis van een song: het parlando gebracht nummer Herbergier van Pidalgo, een vakman in de keuken. Prachtig plot, dat is smullen geblazen, je eet er als het ware je vingers bij op.

Voor acht van de dertien nummers schreef Laroux de muziek zelf. Een komt van de hand van zijn collega Allez Mama-bassist Derk Kopershoek, die bij het componeren van twee andere nummers assisteerde. Dan is er nog een nummer geënt op muziek van Pete Townsend en een op muziek van Hans Melis.
Twee nummers zijn gebaseerd op een traditionele melodie. In beide gevallen gaat het om Scandinavische traditionals.
Rosa is gevat in een van de bekendste Zweedse traditionele melodieën die we kennen als Vänner och fränder (o.a. Folk och Rackare, Garmarna). De door Laroux vervaardigde tekst van Rosa verwijst overigens ondermeer naar Jacques Brel. Eén kanttekening bij dit nummer: de samenzang van Lenny Laroux met Anje Andriessen is soms een tikkie slordig.

Als de stad ontwaakt is een vrije interpretatie van het Noorse traditionele liedje I Himmelen, dat Laroux ooit hoorde van het Zweedse Triakel. Door de uitvoering met ondermeer doedelzak en roffelende trommels, tin whistle en fiddle krijgt het iets keltisch en zou je haast denken dat Eric Bogle zich destijds bij het schrijven van Greenfields of France ook door de melodie van dit oude Noorse volksliedje heeft laten inspireren.

Overigens gaat ook in dit nummer Laroux weer handig en aansprekend om met tekst. Wat gebeurt er allemaal als een stad ontwaakt. Voor de hand liggend begint het met zinnen als: 'Gaan de bruggen weer open', 'Gaan de boten weer varen', 'Gaan de rolluiken open'. Maar daar blijft het niet bij. Even later 'lopen de mensen naar niets', 'heeft de junk weer een fiets' en: Gaat de hoer weer naar bed, Zingt de Belg nog één lied, Zijn er files en plichten, En rolt er melk uit een fabriek, Geen haan die nog kraait voor een stad die ontwaakt, want het dorp is al uren lang op...

Lenny Laroux vormt met zijn 'Pallieter-project' zondermeer een verrijking voor de Nederlandse folkscene. Mooi is ook dat deze ervaren 48-jarige Utrechtse muzikant straks bij de live-uitvoering van Liever een Pallieter (ondermeer op de festival Folkwoods, Cult & Tumult en Roots Mix) zich laat ondersteunen door jonge folkmuzikanten als Janos Koolen van Blind Sumit (banjo, mandoline, gitaar, klarinet en zang), Lirio-man Wouter Kuyper (trekzak, fluiten en doedelzak) en Hellen Ploeger (viool en zang) voor wie Laroux haar eerste band is. Lenny Laroux, die zelf de zang, trekzak, accordeon, draailier en fujara voor zijn rekening neemt, wordt dan ook nog bijgestaan door Allez Mama-bassist Derk Korpershoek, percussionist/drummer Ton van Dort (ondermeer begeleider van cabaretiere Dorine Wiersma) en Peter de Frankrijker van rockgroep US op elektrische en akoestische gitaar.

Als Laroux met deze ingekrompen 'Meute' de sound van deze cd live kan benaderen dan wordt het op die festivals een feest. Naast de festivaloptredens staan er dit jaar ook nog een flink aantal 'gewone' concerten gepland en gaat de groep volgend jaar het theater in.

Voor de volledigheid nog even alle namen van de muzikanten die meewerkten aan 'Liever een Pallieter': Derk Kopershoek, Ton van Dort, Willem Nagtegaal, Janos Koolen, Hellen Ploeger, Guido van der Sluis, Maurits Raymakers, Marjan van Urk, Dikki van der Woerdt, Baaf Stavenuiter, Ad van Emmerik, Dick van Schaik, Harry Hartholt, Peter Kalb, Tjalling Schotanus, Caspar Falke, Mart Welten, Hans Melis, Marijn Raijmakers, Vincent Onnekink, Dennie van Belzen, Anje Andriessen, Dagny van der Loo,Karin Poell, Erik Eijsbouts, Lucas Amor en Lenny Laroux.

Van het album is een single getrokken: De ogen van Stella.
Zie voor een interview met Lenny Laroux onze rubriek cd-nieuws.

Henk - Waardering 8+

Zie ook www.laroux.nl