Instrumentaal én
vocaal hoogstaand
De Vlaamse zanger Ludo Vandeau geeft vooralsnog de hoogste prioriteit aan Bodixchel. Hij heeft Ambrozijn er zelfs (tijdelijk?) voor verlaten. Waar de stem van Vandeau bij Ambrozijn hoofdzakelijk warm klinkt, leren we hem bij Bodixchel ook van een luchtiger kant kennen.
Hoewel Ludo Vandeau in Bodixchel duidelijk de spil is om wie alles draait, oogt hij in die groep meer ontspannen dan bij Ambrozijn. Het is alsof hij is thuisgekomen. Geen vreemde gedachte als je bedenkt dat hij vroeger thuis al vaak samenzong met zijn broer Bruno de Castro en dat diezelfde Bruno hem nu in Bodixchel ter zijde staat op toetsen en met tweede stem. Het zuiderse chanson zit de broers, met een half Waalse moeder en een Spaanse grootmoeder in de genen. Vocaal zit het dan ook goed op Métrople, zeker ook omdat Elly Aerden (de lead-zangeres van de Vlaamse groep Mairan) meezingt, hoewel die op de cd een minder prominente rol heeft dan live.
De eerste - minder spannende - cd Todo Cambia van Bodixchel had een meer latijnsamerikaanse signatuur dan Métropole. Nu zijn negen van de 12 nummers Franstalig, drie in het Spaans. De muziek is gevarieerd in sferen. De ene keer weemoedig, dan weer uiteenspattend van passie.
Bodixchel bevat téveel talent om daar geen gebruik van te maken in de arrangementen. In zijn algemeenheid heeft de muziek een intiem karakter. Maar snarenvirtuoos Siegfried van Schuylenbergh pakt in Les Vagues et le vent plots smaakvol uit met een rockende elektrische gitaar. En zo heeft hij meer verrasinkjes in petto op bijvoorbeeld banjo (Paoles d'amour), of op mandoline (On m'a dit). Trouwens Vandeau kan zelf ook aardig overweg op gitaar. En in Ludo Vercampt (ondermeer Oblomow) beschikt Bodixchel over een begenadigd cellist.
Daarnaast maakt Bodixchel gebruik van puike gastmuzikzanten. Een belangrijke rol is weggelegd voor saxofonist Marc de Maeseneer, zoals in het mooie Victor Jara-nummer El Arado. De diatonische accordeon van Anne Niepoldt (Deux Accords Diront) is prachtig in het knappe titelnummer Métropole. Gast-percussionist Matthias Standaert speelt in de helft van de nummers mee, een enkele keer naar mijn smaak iets te obligaat (Canto de la madre en El Mundo). Maar dat is dan ook de enige kanttekening bij dit album, dat geen moment verveelt. Zo hoor je onverwacht 'n mondharmonica voorbijkomen en verruilt Bruno de Castro een enkele keer de piano voor het hammond orgel.
Bodixchel maakt er geen geheim van te sympatiseren met de antiglobaliserings-beweging en de derdewereldbewegingen en noord-zuid-organisaties. De muzikanten hebben iets met Chili. Ze tourden er ook. Maar in de teksten word je niet lastig gevallen met gemoraliseer of slogans. Wel hoor je naast negen eigen composities en teksten (Ludo Vandeau) als statement ondermeer El Arando van Chileen Victor Jara. Ook bevat Métropole het nummer Serenata van Silvio Rodriguez, een van de meest geliefde zanger-liedschrijvers uit Cuba. Het openingsnummer Valse d'éte, waarmee Bodixchel meteen haar muzikale veelzijdigheid toont, is gemaakt op een gedicht van Paul Verlaine.
Métropole is een uitstekend album geworden. Van intiem tot swingend. Vocaal én instrumentaal hoogstaand.
Henk - Waardering 9