Ferd - Music Without Borders - Grappa Musikkforlag HCD7324 / PIAS
Elke streek op deze wereld heeft zijn eigen muzikale tradities. Zo ook Setesdal, een streek in Noorwegen, waar een eeuwenoude traditie bestaat van melodieën op hardangerviool en mondharp en een liedcultuur in de vorm van 'stev' met vierregelige strofen. Liedjes en instrumentalen uit dit gebied vormen het uitgangspunt op het album Music Without Borders van Ferd. Dat is een Noors woord en betekent zoiets als reis, een toepasselijke naam voor een wetenschappelijk project waarin 52 muzikanten uit 18 landen met minstens zoveel verschillende instrumenten zijn samengebracht. Het is onmogelijk om dit alles samen te brengen in een studio, maar met de hedendaagse technieken en mobiele studio's kon de traditionele muziek uit Setesdal middels video- en geluidsopnames op wereldreis door Europa en Azië, om uiteindelijk met een werelds jasje weer terug te komen naar Noorwegen.
Het meest traditioneel Noors op Music Without Borders (dat in Noorwegen al in 2017 verscheen en hier in januari van dit jaar) is de instrumentaal Skudalsbruri, met hardangerviool, noordse fluiten en harmonium. Maar als je bij dit nummer bent aanbeland dan heb je al een hele muzikale wereldreis beluisterd, waarin Noors joiken prima blijkt samen te gaan met Mongoolse keelzang (Nordafjells/Liti Kjersti) en je tot de conclusie bent gekomen dat er niet alleen talloze varianten zijn van doedelzakken (waarvan er trouwens geen een te horen is op dit album) maar ook van dulcimers en Aziatische tweesnarige strijkinstrumenten.
Een groot deel van de diverse instrumenten is te horen in het bijna elf minuten durende Guds Godhet; een religieuze tekst van een Duitse priester wordt hier uitgevoerd door de prachtige diepe warme stem van de Noorse Kirsten Bråten Berg, met daarnaast Perzische, Bengaalse en Tibetaanse vocalen plus Noors joiken. Hardangerviool, tenorsax en elektrische gitaar krijgen gezelschap van onder meer de Syrische qanun, Thaise khim en Chinese guzheng (allen vormen van dulcimers), maar ook de Chinese pipa (een soort luit) en erhu (een tweesnarig strijkinstrument, net zoals de Thaise zaag bespeeld in Sordølen en de Cambodjaanse tro die te horen is in Fanten en Den 4. Gorrlausen), en de Indiase sarangi, die voor mij verdacht veel lijkt op een Zweedse nyckelharpa, maar navraag leert me dat het waarschijnlijk eerder een voorloper is van de baryton. Maar ondanks de uitgebreide instrumentatie klinkt het stuk nergens druk of te vol, maar juist vaak plechtig, geheel in stijl met de vrome inhoud.
Omdat de basis Noorse folk betreft is het geheel vrij toegankelijk voor westerse oren, en dat is helemaal het geval in Håvår Heddi, een lied over een boer die bedrogen wordt door zijn vriendin, vertrekt uit Setesdal om jaren later terug te keren naar zijn grote liefde en dan verdrinkt (tja, folkliedjes zijn nu eenmaal vaak van het tragische soort). De extra zang komt hier van de Ier Pat Broaders die een bijpassend stuk had leren kennen via Dolores Keane.
Het moet een hele klus geweest zijn om al deze muziekstukken die op heel wat verschillende plaatsen werden opgenomen harmonieus in elkaar te knutselen, toch is dat prima gelukt dankzij de mix van Roald Råsberg en productie van Bjørn Ole Rasch (die ook harmonium en mellotron bespeelt en de projectleider is van dit gebeuren).
Als er een ding duidelijk wordt uit het project Ferd, dan is het wel dat muziek ergens een gemeenschappelijke deler moet hebben. Hoe verschillend culturen en toonladders soms ook zijn, muzikanten vinden elkaar in een gedeelde passie en in dit geval ook vakmanschap. En voor de luisteraar en liefhebber van traditionele instrumenten is Music Without Borders gewoon grenzeloos genieten.
Mirjam Adriaans