Ludo Vandeau – Au Lendemain des Belles Choses - -I-C-U-B4-T- CUP 8064 (Music & Words)
Amper een jaar na Au gré du charme komt Ludo Vandeau alweer met een nieuwe cd. Nu niet bij Wild Boar van de Kadrilfamilie maar op het oer-Nederlandse Music & Wordslabel van Liesbeth Puts en Hans Peters. Al weer meer dan dertig jaar geleden begonnen ze met hun folk – postorder- en importbedrijfje in Utrecht, waar je terecht kon voor de betere folkelpee en hun goede smaak is er na al die jaren niet minder op geworden.
Bij het beluisteren van Au Lendemain des Belles Choses valt de eenheid op tussen tekst en melodie. Het is een consistent geheel geworden waarin Ludo Vandeau ons meeneemt in zijn reflectie over de mens, het zoeken naar wat hij niet vindt, de eenzaamheid en de hunkering naar warmte en bescherming. Hij graaft diep in zijn eigen pijn in een poging om het gat in zijn hart en hoofd te sussen.
Die reflectie over wat innerlijk in hem leeft en wat hij ziet als hij naar buiten kijkt, de wereld in, wordt treffend weergegeven op de hoes van het nieuwe album. Links staat hij, terwijl hij gezond in een appel bijt, ondertussen een blik werpend op de meer naar buiten gerichte kant van hemzelf, die door het raam de wereld buiten bekijkt. De hoes geeft de inhoud van het album, waarin we iemand horen, die nadenkend filosofeert over wat hem beweegt, wat hem raakt in zijn innerlijke gevoelswereld, wanneer hij de wereld buiten om hem heen observeert en die indrukken weergeeft in rake, melancholieke soms weemoedige impressies, treffend weer.
Het begeleidende boekje met de teksten sluit daar volledig bij aan. Uiterst sfeervolle foto’s, introvert en ingetogen, die bij de muziek van dit album passen.
Zelf zegt hij over de hoes: “Misschien mag men het zien als de twee personen, die ik me soms voel. En die zich uit in de dubbelheid van vele liederen. De grote, lege donkere hemel en de eenzame mens uit Octobre en Une longue journée.”
Je kan Octobre inderdaad beluisteren als een poëtisch lied over de herfst, maar als je dieper leest of graaft hoor je zijn klacht over de (Vlaamse) politiek in de eerste strofe, over de religies en levensovertuigingen met hun altijd grote gelijk in de tweede strofe en dat plaatst hij dan tegenover de mens die eenzaam achterblijft onder een lege hemel in de derde strofe. Om in de vierde strofe te hopen dat de liefde ons helpt als we in deze wereld in deze tijd verdwalen. 'il faut que lámour trottine/ comme un paso doble à talons/ entre le mur et l’horloge/entre l’ármoire et le désespoir et la mémoire/ le bonheur et l’érreur’
Bij het begin van dit nummer valt het uiterst effectieve en vaak sobere werk op percussie en drums van Ronald Dhaene op. Nergens overheersend, altijd passend, net als op de rest van dit album. De muzikanten die Ludo begeleiden zijn trouwens dezelfde als op de vorige cd. Muzikanten waarmee Ludo kan schrijven en lezen.
Vooral het werk van Lode Vercampt op cello, Stijn Bettens op accordeon en Siegfried van Schuylenburgh op dobro, gitaren, banjo en mandoline moet genoemd worden. Wanneer Siegfried en Stijn om beurten achter elkaar soleren in Les choses les plus jolies ontmoet Americana het Franse terras op een zomeravond bij zonsondergang. Mooi gearrangeerd en een nummer dat diep graaft: Ondanks bedenkingen, toch willen vluchten, ver van hier, ver van de mensen die je gekwetst hebben, ver van zijn 'plat pays trop gris', ver van de ‘tristesse’ en de verzuring, die alles grauw kleuren. Een mens wil soms gewoon de zachtheid en de puurheid, maar krijgt dan kritiek en kwetsende woorden over zich. Het is het zoeken van Ludo naar zijn fragiele hart, naar de (onvolmaakte) liefde die de mens compleet maakt (les dix doigts de l'amour).
Het is ook een lied over zijn zoeken en twijfels, angst om de mensen die hij ten diepste bemint, kwijt te raken. En eigenlijk geldt dat voor ons allemaal: We zijn niks zonder mensen die van ons houden.
Bij het beluisteren van Au lendemain des belles choses kwam steeds sterker het idee naar voren van een eigentijdse versie van Rubbersoul van The Beatles. Toen was het de wiet die een sterk, wat meer ingetogen stempel op alle nummers legde, waarin The Fab Four zichzelf en de wereld bekeken, nu heeft Rick Allison ervoor gezorgd dat deze plaat een fraai, wat meer bespiegelend geheel is geworden. Daarin passen naadloos de drie nummers van andere artiesten, die Ludo voor dit album opnam. Pas bij het lezen van de tekst in het boekje ontdekte ik waar dat gevoel van herkenning vandaan kwam. De titel Les Temps zei me in eerste instantie niets. Pas na het lezen van de tekst, wist ik het. Ludo had een nummer van Bob Dylan vertaald! Ik liet het daarna nog aan een aantal vrienden en muziekliefhebbers horen en vroeg: “Kennen jullie dit nummer?” Het kwam ze allemaal ergens wel bekend voor, maar pas toen ik vertelde dat het The times they’re a-changing was, viel het kwartje. De hemel waarnaar wij in de jaren zestig volgens Bob onderweg waren, is nog altijd niet bereikt. Nog altijd moeten tijden veranderen. Ludo Vandeau heeft in dit nummer zijn ‘eigen klauw’ gezet. Het is hier een Frans chanson geworden, dat tot nadenken stemt. Hetzelfde deed hij met Les Souliers van Guy Béart, maar hier horen we ineens een lekker rockend nummer, Franse pop(?) met een swingende bijdrage van Stijn op zijn accordeon. En ook Elsa van Louis Aragon / Leo Ferré werd compleet opnieuw gearrangeerd, waardoor americana, de dobro van Siegfried, het Franse chanson ontmoet in de accordeon van Stijn. Als de laatste tonen wegsterven, zou ik het liefste willen dat Siegfried en Stijn nog minstens een minuut langer samen wegdrijven in de nacht op de laatste stralen van de zon.
Ludo Vandeau houdt in Au lendemain des belles choses niet alleen zichzelf een spiegel voor, maar ons allemaal. In Les choses les plus jolies herinnert hij ons aan Blaise Pascal, de Franse filosoof die de de mens prijst die serieus met zijn twijfels en onwetendheid omgaat; die zoekende is. Dat kan enerzijds bevrijdend zijn, maar ook lastig, om te moeten leven vol onzekerheden. De mens die angst heeft voor het grote niets, die geen reden of antwoord vindt op de vraag waarom hij er is en niet ergens anders. Het zijn geen gemakkelijke vragen die Ludo ons stelt.
Rick Allison, bekend van zijn werk met Lara Fabian, Johnny Hallyday en Patrick Bruel, produceerde dit album. Het is een fraai, uitgebalanceerde plaat geworden, waarop de stem en voordracht van Ludo Vandeau sterk naar voren komen. Een aangepast en vaak ingetogen geluid wat betreft de begeleiding, maar soms hoor ik toch de accordeon van Stijn, de cello van Lode of de gitaar van Siegried iets langer of wat nadrukkelijker. Maar daar is bewust niet voor gekozen.
Toch is Au lendemain des belles choses een album geworden om vaak te draaien, op momenten van bezinning voor jezelf, maar liever nog samen met je geliefde en het tekstboekje vlakbij om te beseffen hoe waardevol, vertroostend en onontbeerlijk de liefde voor de mens kan zijn, om deze wereld een beetje meer draaglijk te maken.
Walter van Brakel