Harold K - Heppeneert - eigen beheer (www.haroldk.nl)
Zijn debuut Mengsmering verscheen in 2004, vervolgens duurde het zeven jaar voor er een opvolger kwam met De Laatste Pionier en afgelopen maand presenteerde Harold K (voluit Konickx) zijn jongste album Heppeneert. Voor een tiental mooie overpeinzingen, in het Nederlands of in het Limburgs, toog de in Utrecht woonachtige Limburger naar een bedevaartsoord in België.
Nee, Heppeneert is geen onbegrijpelijk Limburgs woord, het is een plaatsnaam. Het gehucht, dat sinds enkele eeuwen ook nog een populair bedevaartsoord blijkt te zijn, ligt vlak over de grens in België, op een steenworp afstand van Susteren, waar K geboren werd. “Het is een kerk en een café en een kapel”, zoals hij zingt in het titelnummer (met fijn nostalgische accordeon), maar bij zijn bezoeken daar vond hij er rust, inspiratie en vriendschap. Dat klinkt door in de liedjes die hij er opnam, samen met enkele kompanen. Zang en gitaar staan zoals gebruikelijk centraal bij Harold K, daaromheen wordt ingetogen en smaakvol gemusiceerd door Erwin Gielen (percussie), Thimo Geijzen (bas, accordeon, hommel, lapsteel, elektrisch gitaar en wah wah), Anne Smeets (udu), Didier Leclaire (banjo), Sannie Jansen (bluesharp), Remco Mourits (elektrisch gitaar op Narrenschip), Roland Smeets (bugel en trompet), Jense Meek (piano), Eva van Pelt, Sophie Driebeek & Marieke Hallo (zang) en Benjamin van Vliet (zang en gitaar op Irene).
Hoewel de stijl van Harold K in de loop der tijd niet echt veranderd is, is Heppeneert meer een conceptalbum dan zijn vorige twee platen. Hij vraagt zich af waar hij naartoe gaat, denkt na over zijn leven en wat er om hem heen gebeurt. Waar bluesy opener Vluchtstrook een meer algemene vraag stelt over waar het eigenlijk naartoe moet, wordt in het sobere Paerd juist een klein verhaal verteld, over een boerderij, een paard dat niet goed staat en waar de zanger zich mee vereenzelvigt. Het Limburgse carnaval is prominent aanwezig in de Nederlandse tekst van Narrenschip (een bewerking van een gedicht van Paul Sterk), waarbij percussie, hommel, accordeon en elektrische gitaar samenzweren in een sfeer van melancholie. Een mooie fanfaretraditie klinkt door in de blaaspartijen van Det ’t Good Is, terwijl Stadsrand zich afspeelt rond een huis in Utrecht, twee werelden die in de liedjes van Harold K in een wonderlijke harmonie samenkomen.
In tien jaar tijd heeft Harold K zich behoorlijk ontwikkeld, het talent om goede songs te schrijven was al duidelijk, maar zijn liedjes winnen steeds meer aan kracht. De veelal sobere arrangementen, naturelle productie en de keuze om de plaat live op te nemen helpen daar zeker aan mee, maar dat is niet het enige. Heppeneert als geheel zit eenvoudig goed in elkaar, met een samenhang tussen de liedjes die een inkijkje geven in de leefwereld van een Utrechtse Limburger. Mooie luisterliedjes die je rust brengen in drukke tijden.
Mirjam Adriaans
Naschrift van de redactie: Inmiddels woont Harold alweer enkele jaren in Amsterdam, al laat hij in een reactie weten Utrecht wel te missen.