Leer oed, saz, darboeka of bendir bespelen in De Centrale in Gent
Morgen, dinsdag 2 september, start de experimentele wereldmuziekschool "De Kraankinders" in Gent een maandje vroeger dan anders met de cursusreeksen saz (Turkse langhalsluit), oed (Arabische luit) darboeka (vaastrommel) en bendir (raamtrommel). Inschrijven kan elke werkdag van 9u tot 12u en van 14u tot 18u. Het is trouwens niet nodig om zelf over een instrument te beschikken. Deze staan (gratis) ter beschikking en kunnen ook gebruikt worden om te repeteren.
De lessen worden gegeven in Intercultureel Centrum De Centrale, Kraankinderstraat 2 9000 Gent. Kijk voor de cursusdata en voor aanmelding op www.decentrale.be . Tel 09/265 98 28, E-mail:
Oed
De oed of Arabische luit, heeft een peervormige klankkast, een korte geknikte hals en vijf snaren (vroeger gemaakt van darmen, nu synthetisch). Het instrument staat bekend als de koningin van de Arabische snaar-instrumenten en wordt bespeeld met een lang smal plectrum. In de 3de eeuw was in Perzië reeds een luit bekend, vergelijkbaar met de oed. In de 7de eeuw werd het instrument in Mekka ingevoerd en rond de 8ste eeuw kreeg het zijn huidige naam. In het Arabische Spanje werd de Arabische naam al-oed geleidelijk verbasterd tot la-oed (> laoed> luit). Sinds de middel-eeuwen was de luit (met een enigszins andere vorm) ook in Europa één van de belangrijkste muziekinstrumenten tot hij werd verdrongen door de gitaar. (docent: Sadig El Gibril)
Saz
De saz of baglama is een luit met een kalebasvormige klankkast en een lange smalle hals (vandaar dat men vaak spreekt van langhalsluit) en drie dubbele snaren. Het is zonder enige twijfel het meest populaire instrument in de Turkse volksmuziek, en komt (vaak in licht gewijzigde vorm) voor van Centraal-Azië tot in de Balkan. Lang geleden werd het instrument door Turkmeense nomaden meegebracht naar Anatolië (het hartland van het hedendaagse Turkije). De saz is in de eerste plaats hét instrument van de Turkse volksmuzikant, maar komt zeker ook voor in de moderne muziek zoals de arabesk en de pop. (docent: Iskender Arici)
Darboeka en Bendir
De darboeka is in origine een Egyptisch percussie-instrument, maar hij komt voor in zowat alle Arabische landen en Turkije. Het instrument heeft de vorm van een vaas (vandaar de term vaastrommel) en wordt vervaardigd uit diverse materialen zoals hout, metaal, aardewerk of een kalebas. De darboeka bestaat in verschillende maten, van ca. 20 tot 40 cm hoog en een trommelvlak met diameter van ca. 10 tot 20 cm. Het instrument wordt doorgaans op de knie gehouden en met de vingers bespeeld. De bendir is een raamtrommel (van vorm vergelijkbaar met onze tamboerijn, maar groter en zonder de schelletjes). (docenten: Hilde De Clercq en Azzedine Jazouli)