Ik ben geen wandelend museum. Ik gebruik geen woorden die niet meer gesproken worden.

Gerard van Maasakkers is onderscheiden met de Brabantse Dialectprijs. De Stichting Tilburgse Taol kende voor de tiende keer De Vergulde Klomp, zoals de prijs heet, toe. 'De Vergulde Klomp' is een prijs die verder gaat dan het repertoire van Brabantse liedzangers.

Eerder kregen bij voorbeeld de initiatiefnemer van het grote Brabantse Dialectwoordenboek, professor A. Weijnen, de schrijver van Liederen en Dansen uit de Kempen Harrie Franken, en taal-en dialectpublicist Wim Daniëls de prijs.
De jury was zaterdagavond in St Oedenrode vol lof over Van Maasakkers: „Er zullen best dialectpuristen zijn, die beweren, dat Van Maasakkers in zijn teksten meer een tongval exploiteert, dan dat ie een echt dialect spreekt. Maar hij vertelt van het leven hier en zijn verhaal is wat dat betreft authentieker en tegelijk eigentijdser dan dat van veel dialectfreaks." De jury prees met name Van Maasakkers laatste cd en het programma waarmee hij nu de theaters langs gaat, 'Achterland'.

In het Eindhovens Dagblad en het Brabants Dagblad beschrijft journalist Jace van de Ven de betekenis van Van Maasakkers voor het Brabantse liedgenre:
...Vanaf het begin van zijn carrière heeft Gerard van Maasakkers kwaliteit gebracht in de liedzangerskunst in Brabant en het genre verder gebracht dan het circuit van Brabantse bonte avonden. Al vrij vlug na zijn aantreden in de jaren zeventig werd Van Maasakkers de maatstaf voor wat in de ontwikkeling van het Brabants liedgenre zou kunnen volgen. Binnen Brabant is hij de ambassadeur van het Brabantse lied, buiten Brabant is hij dat door zijn songs met Brabantse tongval. Je hebt binnen de dialectcultuur rekkelijken en preciezen. Van Maasakkers behoort tot de rekkelijken, dialectsprekers van deze tijd die op gepaste momenten kiezen voor woorden of zinssnedes die extra kracht meekrijgen door hun coleur locale. Daardoor spreken zij mensen binnen en buiten het taalgebied van hun dialect aan....

In het artikel van Jace van de Ven komt de liedzanger ook zelf aan het woord. Van Maasakkers: „Ik ben geen wandelend museum. Ik gebruik geen woorden die niet meer gesproken worden. Net zoals bij iedereen is mijn Brabants dialect Nederlandser geworden. Ik speel graag met de spanning tussen Nederlands en Brabants. In het lied 'Zonder vleugels' bij voorbeeld laat ik 'nie te geleuve' rijmen op ondersteboven. Iedere luisteraar weet dat het echte rijm het Nederlandse 'geloven' had moeten zijn. Het is een raar soort vervreemding."

Jace van de Ven laat ook een ander Brabantse liedzanger aan het woord over de winnaar van de vergulde klomp. Peter Dictus, liedzanger uit het West-Brabantse, prijst Van Maasakkers om zijn eigentijdse manier van omgaan met dialect. „Strikt genomen is het geen zuiver dialect, maar het is wel herkenbaar regionaal. Frases als 'zietem staon daor', 'wa zodde gij dan doen?' of 'ik bel zelf mar is' zijn zo onnadrukkelijk, maar tegelijk ook zo wezenlijk Brabants. Woorden die hij gebruikt hebben ook vaak een zowel ernstige als vrolijke betekenis, dat maakt zijn teksten zo poëtisch."