La Paloma Negra mogelijk ook op Nederlandse podia
Het project La Paloma Negra, een muzikale samenwerking tussen Kadril en het Galicische Alumea komt komend jaar mogelijk ook naar Nederland. Na twee series concerten in België staat er een nieuwe serie op het programma voor komend voorjaar.
Het Nederlands management van Peter Boone overweegt om La Paloma Negra aan te bieden aan Nederlandse concertzalen. Anderhalve week geleden werd de tweede serie concerten in België afgesloten.
De optredens waarin traditioneel Vlaamse en Galicisch-Spaanse liederen en dansen elkaar afwisselden oogsten veel lof. Er zijn dan ook plannen voor opnames van een CD (of dubbel-CD) met de muziek van La Paloma Negra. Die zou moeten verschijnen voor de volgende concertreeks in 2003.
Aanvankelijk deden de zangeressen van de Brussels/Galisische groep Ialma mee aan La Paloma Negra. Na de eerste serie concerten moest Ialma vanwege andere contractuele verplichtingen afhaken. Kadrils Peter, Erwin en Hans zijn dan ook op zoek gegaan naar zangeressen en vonden ze in het Spaanse Gallicië, en meer bepaald in de omgeving van La Coruña. Het zijn Marta Pumares, Paola Cordero en Gala Curros.
De drie werden op aangeven van Santiago Palomo, gaitero (doedelzakspeler) van het project, gevonden en aanschouwd tijdens één van de wedstrijden in traditionele muziek die in Galicië worden georganiseerd. Zij werden afgelopen maanden voor de La Paloma concerten speciaal overgevlogen. De drie Galicische chicas zingen evenals hun voorgangsters van Ialma ook in het Nederlands.
DE GROEPEN
KADRIL Eva De Roovere (zang, klarinet), Bart De Cock (doedelzak), Hans Quaghebeur (accordeon, draailier, fijfer, klavieren), Harlind Libbrecht (dulcimer, mandoline), Peter Libbrecht (viool), Erwin Libbrecht (gitaar, bouzouki), Dirk Verhegge (elec. gitaar), Koen Dewaele (bas), Ronny Reuman (drums)
ALUMEA Santiago Palomo Izquierdo : doedelzak - pandeiro - tamboerijn, Sonia Pardo Barbón : zang -tamboerijn - dans,. Noelia Palomo Pardo: zang - tamboerijn - dans, Marta Pumares Varela: zang - tamboerijn - dans, Paola Cordero Fandiño: zang - tamboerijn - dans, Gala Curros Varela: zang -tamboerijn - dans.
ACHTERGROND PROJECT
De Kadril website meldt overigens nog het volgende:
…de Kadrilezen zochten tijdens hun bezoek verwoed naar overblijfselen van de middeleeuwse herberg La Paloma Negra in Santiago de Compostela. Nagenoeg alle kroegen van de stad werden afgeschuimd (men moet er iets voor over hebben). Het dichtstbij kwamen we in een oude bar, weliswaar verlicht met gezellige TL-lampen, "El gato negro" (de zwarte kat). Misschien is er een verband. We zoeken verder.
Over het bestaan van de kroeg La Paloma Negra las Kadril eerder in Antoon Viaene Vlaamse Pelgrimstochten uitgegeven door de koninklijke gidsenbond Brugge en West Vlaanderen 1982. Met name de volgende strofe werd het uitgangspunt voor het project:
"Naar Compostela met hun zonden kwamen nog andere Gentenaars, die inkeerden in La Paloma Negra, een Vlaamse herberg, en er in koutenancie geraakten met de aantrekkelijke weerdinne uit Vlaanderen" (1538).
Hier de volledige relevante passage:
…Als topbedevaart staat het apostelgraf van Sint- Jacob (Santiago) in Galicië (Spanje) op de derde plaats in de rij van de grote middeleeuwse bedevaarten, de drie "peregrinationes maiores", met het Heilig Graf te Jeruzalem en het Apostelgraf in de Sint Pieter te Rome aan de spits. De schepenregisters van onze Vlaamse (en ook Brabantse en Zeeuwse) steden bevatten een overvloed van vonnissen met bedevaart als boete. Compostella is daarin goed vertegenwoordigd. De oudst bekende zoenbedevaart naar Compostella staat op de naam van drie Torhoutnaars, de gebroeders Jan en Jacob Acars en hun neef Jan. Samen hadden ze zich schuldig gemaakt aan doodslag op de persoon van Michiel van Torhout. In april 1264 wordt voor gravin Margareta van Male een zoenverslag gesloten dat hen verplicht in augustus van hetzelfde jaar de tocht naar Sint - Jacob van Compostella te ondernemen. Enkele Vlaamse schepenvonnissen verbinden met de strafbedevaart een jaar of meer residentie in de bedevaartplaats. De Gentse schepenbank schijnt een zwak te hebben gehad voor uitwijzing naar Compostella, met het gevolg dat bij het apostelgraf in Galicië omstreeks 1500 een kleine Vlaamse kolonie van ballingen of quasi-ballingen kon ontstaan. Onder andere één van de veroordeelde Cresers, de wever Jan Utermeere werd na de opstand van 1540 die de Gentenaars de naam van stropdragers zou bezorgen uitgewezen met de verplichting een jaar te gaan wonen "tsente Jacobs in Gallicie". Wanneer ridder Jan Taccoen van Zillebeke in het jaar 1512 uit Nieuwpoort naar de kust van Gallicië overvaart, vindt hij een goed onthaal in "De Zwarte Duif", La Paloma Negra, een vriendelijke herberg met een Vlaamse waardin en Vlaamse bediening. Gedurende zijn verblijf van drie dagen in Santiago kunnen de Zillegemse ridder en zijn gevolg zich aan goede eigen keuken vergasten. Die Vlaamse horeca-mensen in Santiago waren Vlamingen van het graafschap en kennelijk Gentenaren. Rond Pasen 1538 logeerde een zekere Lieven de Caluwe, gezeid Bruesken, in een herberg in Compostella. In dit beroemde bedevaartsoord van Galicië in Spanje waren herbergen voor pelgrims uit alle landen en natiën. Onder vier ogen liet Lieven "daer sommige woorden ontvlieghen" aan "zyn weerdinne die ooc uyt Vlaenderen was". Hij had meegeholpen aan een moord te Gent, dat kwelde hem en maakte hem zeer "onpacientich". Dit werd Lieven fataal. Naar Compostella met hun zonden kwamen nog andere Gentenaars, die inkeerden in dezelfde Vlaamse herberg, en er in koutenancie geraakten met dezelfde aantrekkelijke weerdinne uit Vlaanderen. Zij droegen Lievens geheim mee naar Gent. Hij werd dan ook op 21 april 1539 op de Vrijdagmarkt levend verbrand….