Felpeyu was zaterdagochtend op weg naar Barcelona, waar een concert gepland was. De avond ervoor hadden ze opgetreden in Corvera, in Asturias. Hun busje raakte om nog onbekende redenen van de snelweg en sloeg over de kop. Carlos Redondo en Ígor Medio waren vrijwel op slag dood.
Ígor Medio, die opgroeide in een omgeving met koorzang en Asturiaanse liederen, was al vanaf het begin lid van Felpeyu, een van de meest bekende vertolkers van Asturiaanse folk. Carlos Redondo kwam in 1994 bij de groep, nadat hij de eerste plaat, met de titel Felpeyu, had geproduceerd. Daarvoor hield hij zich vooral bezig met pop-rock. Hij speelde gitaar en bas en was de belangrijkste zanger, samen met Ígor Medio, die begon met gitaar en mandoline, maar overging naar de bouzouki als belangrijkste instrument. De andere zes leden die met hen meereisden (Ruma Barbero, Xuan Nel Expósito, Fernando Oyagüez, Diego Pangua, Lisardo Prieto en geluidstechnicus Slaven Kolak) hadden meer geluk, hoewel drie van hen ernstige verwondingen opliepen. De brandweer moest eraan te pas komen om enkele slachtoffers, die bekneld zaten in het voertuig, te bevrijden.
Felpeyu werd in 1991 geformeerd door enkele studenten van de Universiteit van Salamanca. Bij het eerste concert waren Félix Castro (Galicische gaita), Cástor Castro (fluit), Ígor Medio (gitaar) en Ruma Barbero (bodhrán en Asturiaanse gaita). De groep onderging daarna enkele bezettingswisselingen en groeide uit tot een van de belangrijkste exponenten van de Asturiaanse volksmuziek. Het verlies van twee leden betekent waarschijnlijk het einde van Felpeyu.
Een aantal jaren geleden woonde Ígor Medio in Amsterdam, en speelde vaak mee in de sessies in Mulligan's met o.a. Siard de Jong en de andere jongens van Extra Stout.