-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Al duurt CaDansa maar liefst vier dagen, voor je het weet is het alweer voorbij. Tijd om terug te blikken op een mooi dansfeest met meer bezoekers dan ooit, meer dan 1000 per dag. Bij de workshops zag ik een boeiende spreekbeurt over de das (het themadier van deze editie) en muzikaal werden mijn oren verwend door onder meer Androneda, La Grosse Réveilleuse, Ormuz en de drie ijzersterke Belgische bands: Duo Clercx, Cardboard Cabin en Bamako Express, die het festival subliem afsloten.
Je stapt binnen in de wereld van CaDansa en voelt je gelijk thuis met de vertrouwde aankleding (het ontwerp van de fraaie vormgeving is elk jaar in prima handen bij Maartje de Goede). De Meenthe in Steenwijk is weer feestelijk versierd, uiteraard geheel in het teken van het themadier, de das. Er zijn mooie posters, familieportretten, slakken of wormen (een das moet immers ook eten) en zelfs wortels die van de theaterfoyer boven naar beneden groeien in de fotobooth waar bezoekers leuke of lekker gekke foto's van zichzelf kunnen maken.
Ook de indeling van het gebouw, eten en drinken zijn weer hetzelfde als andere jaren, dus voor de vaste bezoekers is het gemakkelijk om de weg te vinden naar favoriete optredens of workshops, die ook nog eens handig verzameld zijn in een app. Voor mij persoonlijk biedt het hoofdpodium al heel wat mooie ontdekkingen, maar misschien moet ik in het vervolg toch eens vaker bij het open podium gaan luisteren. Want de kwaliteit daar lijkt steeds beter te worden en inmiddels zijn er al bands die daar zijn begonnen en vervolgens op het hoofdpodium terechtkomen, zoals dit jaar Mook (dat het festival heel fijn opent) en Androneda (wanneer komt daar een album van?) Sommige bezoekers kiezen zelfs bewust voor de gezellige en intieme sfeer van de kleine zaal, in tegenstelling tot de grote ruimte waar een duizendtal dansers makkelijk op de vloer past.
Open Podium
Telkens neem ik me voor om op CaDansa meer bij het open podium te gaan kijken, maar ook dit keer is het me niet echt gelukt om veel daarvan te zien. Van diverse kanten hoor ik dat Feather and Fox heel goed was, bij Flos blijkt de zaal wel erg vol te zijn geweest en als ik zie wie het duo Marasc vormen denk ik dat ik zeker iets gemist heb. Wel zie ik een mooie cd-presentatie van Emelie Waldken (nyckelharpa en zang), die haar cd letterlijk speelt op haar nyckelharpa en afsluit met een fraaie gavotte de l'aven, geheel onversterkt en heerlijk subtiel, tussen de dansers met hulp van Hanna van Gorcum (zang) en twee mandolines (Kris van 't Klooster van Nubia en Victor Lekeu van Feather And Fox).
Maar ook de grote balfolk jamsessie onder leiding van Menno Wester (van Stichting Draailier en Doedelzak) mag er zijn met zowel liedjes, zoals de Nederlandse klassiekers Jan Mijne Man (andro) en Kaap'ren Varen (cercle), als enkele instrumentalen met onder meer draailieren, doedelzakken, percussie, een enkele accordeon of viool en bas (en zie ik daar nou ook een basblokfluit?). Het is een soort georganiseerde chaos, maar het plezier is er bepaald niet minder om. Tussendoor zie ik af en toe een glimp van een optreden, met soms een bijzonder moment, zoals de doedelzakduetten van Ciona, die een mooi stuk spelen van Van Mierlo en Decombel.
Workshops
Naast de gebruikelijke dansworkshops of introductieworkshops draailier en diatonische accordeon is er ook een leerzame spreekbeurt van Dorine Boudewijn, die, naast haar activiteiten op balfolkgebied en bij de Stichting Draailier en Doedelzak, ook als vrijwilliger dassen verzorgt in de opvang van Stichting Das en Boom. Zij vertelt aan de hand van leuke vragen een boeiend verhaal over de gewoontes, burchten en andere bijzonderheden van de das, die niet veel mensen ooit in het wild hebben gezien. Al snel ontstaat een fijne interactie met het publiek.
Nu heb ik heel wat weetjes opgedaan, over onder meer het lievelingsvoedsel van de das (wormen, die kan hij wel 200 per nacht verorberen, al eet hij vanalles wat hij gemakkelijk kan vinden en oppeuzelen), de familie van de das (o.a. otters, nertsen, veelvraten en steenmarters). Maar ook vertelt ze wat je het beste kunt doen als je ze overdag ziet (Das en Boom bellen, want dat hoort niet), dat ze meestal niet zo oud worden vanwege hun grootste vijand, jawel, de mens, en dat die burchten soms al millennia bestaan. Dorine beantwoordt de vragen uit het publiek met enthousiasme en passie voor deze dieren. En tsja, als je eenmaal zo'n filmpje met die schattige dassen hebt gezien dan wil je ze eigenlijk ook aaien, maar dat is een minder goed idee, als ze eenmaal happen laten ze niet los voor ze een bot gebroken hebben...
Maar er zijn meer interessante workshops. Een van de drukstbezochte in het theater is What The Trad van cellist Remi Kesteman (La Grosse Réveilleuse). Hij laat muzikanten ontdekken wat de verschillen zijn tussen bijvoorbeeld een andro en een scottisch of een wals en een mazurka. Soms zijn die vrij subtiel en is het een kwestie van accenten op bepaalde noten. En al is een stuk heel repetitief, dan is het nog niet per definitie een andro. Je kunt merken dat hij zich verdiept heeft in deze verschillen en de structuren van de muziek. Hij laat voorbeelden horen en beantwoordt geduldig vragen, ook uit de zaal. Dat doet hij op een lekker ontspannen manier, vraagt mensen waarom ze denken dat het de ene of de andere dans is, en zet ze zo aan het nadenken over iets waar de meesten niet zo gauw bij stil zullen staan. Op zaterdag doet hij ongeveer dezelfde workshop (Balfolker's Guide To The Galaxy), maar dan voor dansers.
Bij de workshop Nordic Ballad Singing gaat zangeres Mia Guldhammer (Virelai) in op reidansen en Scandinavische sprookjes en verhalen die hun weg hebben gevonden naar oude Deense balladen. In de traditionele 'mouth music' gaat het om de ritmes van de woorden, waardoor de teksten vaak onzinnig overkomen. Bij elk lied vertelt ze ook het verhaal dat erin verteld wordt, bijvoorbeeld over twee koningskinderen die vermist raken en niet herkend worden als ze weer terugkomen of over een enorme os met een wel heel lange staart. De bijbehorende reidansen zijn niet heel moeilijk en het advies luidt om het rustig aan te doen. In Denemarken doen ze dit soms wel zes uur aan een stuk en dan is het zaak om je energie goed te verdelen. Mia zingt voor, de dansers zingen het refrein en de liedjes werken zo aanstekelijk dat er, als de tijd er echt bijna opzit, gevraagd wordt of er alsjeblieft nog eentje uitgelegd kan worden. Dat wordt een liefdesballade: Norden For Trondhjem (en ja, daarmee wordt de Noorse stad Trondheim bedoeld).
De workshop van de Franse band Ormuz ziet er behoorlijk chaotisch uit. Zij leggen set carrés en cotillons uit en dat zijn niet echt de gemakkelijkste dansen. Zanger Martin Huygebaert loopt tussen de groepjes door en roept in een mengelmoesje van Engels en Frans wat de bedoeling is, swingen, molentjes maken, wisselen of om elkaar heen draaien. Het doet denken aan een 'caller' bij een Schotse ceilidh, en hier en daar ga je je afvragen of het 's avonds bij het optreden wel goed gaat komen, want sommige dansers lijken door de bomen het bos niet meer te zien, al wordt er veel en hartelijk gelachen om de soms hilarische situaties die ontstaan. De bandleden zorgen onverstoorbaar voor de muzikale begeleiding.
Nevenactiviteiten
Ook buiten het vastgestelde programma gebeurt vanalles, spelletjes, excursies, het jaarlijkse bedankje voor de vrijwilligers (hulde voor hun inzet!) en spontane sessies. Een paar mensen besluiten om zaterdag shape note singing (of sacred harp singing, een paar honderd jaar oude manier van zingen die vooral in de VS beoefend wordt) te demonstreren in de balletzaal. De liederen zijn vaak religieus, maar deze vreemd klinkende harmonieën boeien me op een of andere manier toch, dus als dat zondag nog eens herhaald wordt voor aanvang van het programma, ga ik buiten opnieuw kijken en stiekem een beetje meedoen.
Hoofdpodium
De dansvloer bij het hoofdpodium is vier dagen lang erg goed gevuld. Het programma is dan ook vrij divers, naast de gebruikelijke jigs, cercles, mazurka's, scottischen, walsen en bourrées zijn er ook Zweedse, Bretonse en Deense dansen en dit jaar dus zelfs flink wat uit Quebec.
Wie je favoriet is is een kwestie van smaak. De een houdt meer van de intieme mazurka's van Les Zéoles (oorstrelend accordeonduo, dat vorig jaar helaas moest afzeggen, maar nu heel fijn speelt op de openingsavond, dat zwierig romantische geluid verveelt nooit), of de rustige Zweedse klanken van Folk My Life, waar de ander graag uit zijn dak gaat bij de klanken van Floris and the Flames, die met name klassieke stukken maar ook wat grote pophits verbalfolken (ijzersterke muzikanten, maar naar mijn smaak net iets over the top, al is het zeker leuk om een keer meegemaakt te hebben).
Sommigen zweren juist bij de energie van de Bretonnen van Diskar, met bombardes die dwars door je ziel gaan, waar anderen zich dan weer uitleven met de electronica van Patates Sound System. Dat is de laatste band op zaterdag en die klinkt het eerste half uur voor mij nogal steriel, al vraag ik me wel af of er een soort opbouw in zit. Ik besluit om mijn bedje op te zoeken, gelukkig hoor ik de volgende ochtend van een danser dat die opbouw er zeker in zat en dat de band er toch nog een heerlijk spetterend eind aan heeft gebreid.
De combinatie van (sopraan-)sax, doedelzak en accordeon is heel bijzonder, ook in balfolkland. Het zorgt voor een heel eigen geluid bij het Nederlandse trio Androneda. Ik heb ze al vaker gezien en het is telkens weer genieten van deze combinatie. En al zijn er dit keer soms wat kleine schoonheidsfoutjes te horen (maar dat is iets dat ook bij live muziek hoort), ze weten samen toch een heerlijk sterke set neer te zetten, waarbij ik me aan het eind afvraag of ze ook nog plannen hebben om meer nummers op te nemen dan de twee die nu op Spotify staan. Het spel is soms ongelooflijk subtiel in een mazurka, maar kan ook gedreven dynamisch uitpakken in een bourrée en achter de liedjes in het Limburgs gaan diepe emoties schuil, soms vrolijk, maar ook af en toe droevig. Leuk feitje is dat de naam is samengesteld uit delen, er zit andro in, maar ook drone, het is iets waar ze over hebben nagedacht, al denk ik aan een mooie sterrenhemel als ik de naam hoor. Heel fijn trio, waarvan ik ook thuis best wel meer zou willen horen.
Vorig jaar mocht het duo La Réveilleuse op het laatste moment invallen en dat beviel al prima, maar La Grosse Réveilleuse, met een extra violiste en cello bij de fraaie stem van Camille Lachenal en de akoestische gitaar en mondharmonica van Simon McDonnell (die inmiddels wat woordjes Nederlands kent), is nog fijner. Het is met name genieten van het expressieve en spannende spel van Remi Kesteman op cello, al is de viool van Miléna Leclere ook niet te versmaden. Een groot deel van het repertoire kennen we al, zoals La Lanterne en de prachtige Mamanzurka, maar er is hier en daar ook wat nieuws bijgekomen. Soms dynamisch, soms heel ingetogen, heerlijk kwartet. En ze hebben ook nog een fijne verrassing in de vorm van Manon Elout (Duo Baftig), die een van de nummers heeft vertaald en deels in het Nederlands meezingt.
Het is al jaren geleden dat ik Follia! voor het laatst zag en ik heb ze nooit specifiek als balband gezien, al werd er altijd al op hun muziek gedanst. Destijds waren ze jonge honden en vernieuwers in de folkwereld. Maar al hebben ze nu ruim 25 jaar ervaring achter de kiezen, de formatie rond de broers Johan en Pieter Decanq en Sammy Lee Daese zet nog steeds vol energie een ouderwets lekker stevige set neer, waarbij de rockende bas doorklinkt tot in de diepe krochten van het gebouw. Misschien wat meer rechttoe rechtaan dan ik me herinner, maar nog steeds met een ruim scala aan instrumenten, waaronder viool, doedelzak, elektrische gitaar, drums, fluiten... Het is een herkenbaar geluid gebleven dat ergens tussen folkrock, pop en jazz laveert, al is de jongste cd Nachtegael wat meer beschouwend. Natuurlijk sluit deze eigenzinnige vriendenbende af met een karakteristieke jazzy uitsmijter, spannend en speels, zoals we ze ooit leerden kennen.
Virelai bevalt ook prima, met een dans vol 'oorlogvoerende' partijen die naar elkaar kunnen grommen en dreigen, maar ondertussen volop genieten van het spel dat gespeeld wordt. Of de goden en vooral godinnen die bezongen worden en naar het schijnt ergens in de zaal terug te vinden zijn. De verhalen zijn fijn en wat me vooral boeit is het traditionele instrument dat gebruikt wordt, bij de workshop zag ik er al een, intrigerend geluid ook die tagelharpa.
De vaart van het optreden van La Sylva gaat eruit met twee keer dansuitleg. De ene danser vindt dat helemaal niet erg, "leuke dans die met de stroopwafels en kopjes thee," de andere zegt dat het van zijn danstijd afgaat. Hoe dan ook, de groep biedt in elk geval kwaliteit, maar mijn voorkeur deze avond gaat toch uit naar hun voorgangers.
Ormuz uit Noord-Frankrijk charmeert met hemelse samenzang (ik hoorde bij de soundcheck al een klein stukje a capella om van te smullen) en een lekker repertoire aan contredansen uit Canada, Quebec om precies te zijn. Na de workshop gezien te hebben valt het in de zaal reuze mee met de chaotische taferelen en Huygebaert neemt opnieuw de rol van 'caller' op zich bij de set carrés en cotillons. En dan die zang, al dan niet meerstemmig, daar hou ik van.
De mooiste dag van het festival is voor mij de zondag. Die begint met een ontroerend mooie set van Duo Clercx. Ik zag ze vorig jaar voor het eerst op DenneFeest, maar wat zijn de broers nog gegroeid sindsdien. Nee niet in lengte, wel in volwassen spel en expressie. Want met name de subtielere dansen zoals een mazurka of gavotte de l'aven weten ze een prachtig gevoel mee te geven. Heerlijk om naar te luisteren, maar ook fijn om op te dansen zie ik, want hoewel al heel wat mensen huiswaarts gaan blijft de vloer erg goed gevuld.
Cardboard Cabin vliegt er vervolgens gelijk goed in, en het moge duidelijk zijn dat ze niet voor niets tot twee keer toe genomineerd zijn voor een Flanders Folk Award. Mijn voorstel is om ze nog eens te nomineren en dan in de categorie Beste Live Band, want ze gooien er vol vuur een lap op daar. En er is ruimte voor romantiek ook nog, een mazurka wordt opgedragen aan Sigrid, die gelijk maar ten dans gevraagd wordt. Samen zwieren ze over de dansvloer terwijl de rest van de band op het podium verder speelt.
De swingende afsluiter is Bamako Express en ja, dat loopt als een trein. De mooiste lach van het weekend komt van balafon- en kalebasspeler Joël 'JoJo' Diarra, die met een prachtige grijns op zijn gezicht achter zijn instrument zit of meedanst op het podium. De ritmes komen van Florian De Schepper (ik wist niet eens dat je Maliblues ook op een akoestische gitaar kon spelen) en Jonathan Dembélé (bas), die ook over een fijne stem blijkt te beschikken. Anouk Sanczuk vult het geheel vakkundig en oorstrelend in op viool. Ze zijn pas anderhalf jaar bezig, maar wat een lekkere crossover tussen woestijnblues en balfolk is dit, en wat hebben ze er zichtbaar en hoorbaar plezier in, daar wil ik graag meer van horen!
Voor de slotceremonie mogen de broers Clercx nog even terug op het podium om een andro en hanterdro te spelen. Het idee is dat er dassen zijn die wormen gaan vangen, waardoor de kleine sliertjes andro uitgroeien tot een lange slang die een hanterdro danst. En opnieuw raakt het spel van Duo Clercx.
En dan zit het er alweer op voordat je het weet. Net als alle voorgaande jaren is ook de elfde editie weer tot in de puntjes verzorgd en er zit na een paar min of meer stabiele jaren weer groei in het bezoekersaantal, de donderdag is zelfs nog nooit zo druk geweest (en maar liefst 21 Steenwijkers maken dit jaar gebruik van de kans om op de openingsdag gratis een kijkje te komen nemen en zelfs hier en daar mee te doen). Meer dan 1000 mensen per dag, dat is maar liefst 12 procent meer dan vorig jaar, glundert artistiek leider Selena van Hesteren op zondag. Ze is nu meer ontspannen dan voorgaande jaren en dat heeft alles te maken met een minder zwaar takenpakket. Zakelijk leider van het festival is nu Sophie van Grinsven, zodat Selena zich alleen nog hoeft bezig te houden met de muzikale invulling en natuurlijk de presentatie, want ze blijft het gezicht van CaDansa. En het lukt dus ook om zelf even een dansje te doen met partner en medeprogrammeur Wouko van de Haar. Problemen zijn er eigenlijk niet geweest, buiten wat gebruikelijke kleinigheden, ja natuurlijk is er wel eens iemand die zich verstapt of zo, maar de EHBO heeft nauwelijks iets te doen dit weekend. Eigenlijk loopt alles wel op rolletjes en dat is een goed teken voor de toekomst. Want ook volgend jaar is er weer een <CaDansa, van 23 t/m 26 oktober 2025, opnieuw in De Meenthe in Steenwijk. Da's nog minder dan een jaar wachten...