Léon Christiaens bouwt violen, cello's en contrabassen in Beek en Donk. Irene van de Ven interviewde hem voor het Eindhovens Dagblad. Hoe hij zelf begon met vioolbouwen is een romantisch verhaal, maar "Dat gedoe rondom de Stradivarius is eigenlijk gewoon onzin. Hij had het geluk op een goede tijd hofleverancier te kunnen worden, maar het is gewoon een ambacht hoor."

Nog enkele citaten:

...Met een verwarmd aardappelschilmesje boven het vuur bij moeder thuis in Aarle-Rixtel deed de achttienjarige jonge violist Christiaens een poging om zijn kapotte viool te maken. "Ik had een aantal dagen daarvoor in de zinderende hitte moeten spelen. Mijn viool had daaronder geleden, maar het laten maken was veel te duur voor een student in de jaren zestig."...

...Hij kreeg het voor elkaar om zijn instrument te maken. Sterker nog: "Hij klonk beter dan daarvoor." Medestudenten, die naast hem zaten in diezelfde hitte, vroegen of hij hen ook kon helpen. "En voor een tientje of 25 gulden maakte ik dat dan. Zo is het gaan rollen."...

..."Ik heb er ook ooit één in duizenden stukjes kapot gemaakt. Die zat me al de hele tijd niet lekker. Nadat het instrument kapot was, was ik enorm opgelucht. Nee, niet verdrietig."
Verdrietig kan hij wel worden van het tekort aan aandacht voor klassieke muziek, zeker vanuit de overheid. "Het ene symfonie-orkest na het ander verdwijnt. Of speelt hedendaagse prulcomposities, omdat ze dat opgelegd krijgen." Eén van de manieren om klassieke muziek weer wat populairder te maken, is volgens Christiaens ‘vroeg beginnen'. "Nu krijgen kinderen pas op de middelbare school muziekles. Dat moet op de basisschool. Dan staan ze allemaal nog open voor de invloeden. (...)"
Hij vervolgt: "Ik heb intense bewondering voor jonge, zestienjarige meiden die bij mij viool komen leren spelen. Zij durven ‘anders' te zijn dan anderen. Dat is knap."