In een uitvoerig achtergrondartikel over Bob Dylan in Oor komt ook Lucky Fonz III (de 25-jarige Otto Wichers) aan het woord. Deze talentvolle singer-songwriter geeft daarin blijk van een specifieke kijk op het begrip folk, zo in de lijn van ‘in folk beperk je tot het noodzakelijke' en ‘het grote idee van folk is inhoud boven vorm'. Van Bob Dylan vindt hij met name de begintijd boeiend toen diens platen nog ‘bol stonden van de energie' en ‘veel meer relevantie' hadden. ‘Allemaal mooi en aardig, zo'n  nieuwe plaat als Modern Times, maar het is in vergelijking met zijn vroeger werk natuurlijk waardeloos. Nou, niet waardeloos. Dat is overdreven...".

Wichers studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam in de Engelse taal en letterkunde met een bijzondere scriptie over Dylan. Hij richtte zich daarin vooral op Dylans jonge jaren. Wichers won de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwriter. Als onderdeel van die prijs staat hij komende zomer ook op het podium van het festival Folkwoods in Eindhoven. Hij heeft in eigen beheer een plaat uitgebracht en werkt inmiddels aan een tweede. Luister eens naar enkele van zijn nummers op www.myspace.com/luckyfonziii.

In het OOR-artikel vertelt Wichers ondermeer dat hij van de muziek kan leven, hoe hij in Schotland in de folk verzeild raakte en hoe hij tegen folk in het algemeen aankijkt.

Hier enkele passages:

...'Het gaat hartstikke goed. Ik ben mijn tweede plaat aan het opnemen en ik heb hartstikke veel werk. Ik leef van optredens en van die 5000 euro van de Grote Prijs. Ik schrijf ook wel liedjes voor anderen. Ik ben ook gelegenheidsschrijver. Je kunt mij inhuren en dan schrijf ik een nummer voor de gelegenheid. Dat heb ik al een paar keer gedaan. In de Balie, cultureel centrum in Amsterdam, voor discussieavonden. Ik heb het ook gedaan bij de inauguratie van Halleh Ghorashi, de hoogleraar integratie van de Vrije Universiteit, van de Maxima-Leerstoel. Dat zijn allemaal dingen buiten de popwereld. Dit gaat pretentieus klinken, maar ik voel me een soort troubadour. Ik heb de gave en kennis om bepaalde dingen over het leven te verwoorden in liedjes en die dan te spelen voor mensen. En mensen voelen zich dan getroost of blij. Dat is mijn taak. Zoals een loodgieter zorgt dat de riolering goed werkt. Ik heb niet zoveel met het idee van het romantische genie dat zijn gevoelens eruit moet gooien. Ik ben ook alleen geïnteresseerd in het maken van dingen die iets universeels hebben. Waar mensen echt naar kunnen luisteren en waar ze iets aan hebben.' Een dienaar van de mensheid door middel van het lied? ‘Ja, als artiest heb je een plicht. Er zijn bands die zeggen: het gaat om de lol. Dan denk ik: rot op! Natuurlijk is lol niet het belangrijkste. Als ik het voor de lol zou doen, dan zou ik een plaat vol boogie woogie maken. Dat kan ik goed, piano spelen, rock&roll-piano. Jerry Lee Lewis en zo. Rob Hoeke, die stijl. Ik ben een heel beperkte gitarist. Dat komt voor de folk goed uit. Dan beperk je je tot het noodzakelijke, heb je niet eens de kans te gaan freaken. Ik geef ook wel eens shows op piano, als ik in een café ben en mijn gitaar is er niet en ik ben een beetje dronken. Dan ga ik op de piano allemaal solo's  spelen. Je vervalt zo makkelijk in egocentrisch muziekmaken. Het is niet bijzonder.'....
 
...Wichers ging in 2002 naar Schotland om literatuur te studeren aan de universiteit van Edinburgh en beleefde daar zijn muzikale leerjaren.  ‘Er was daar een folkvereniging. Ik ging met die lui rondhangen en meespelen. Ik dacht: Het is maar twee akkoorden, dat kan ik wel. Ik kon toen nog niet gitaar spelen en ook nog niet zingen. Ik vond het tof om mee te spelen. Hun benadering van muziek was zeer leerzaam. Heel anders dan in Nederland. Voorbeeld: het idee van originaliteit was daar veel minder een dwangmatig ideaal.  Ze speelden een paar liedjes en dan vroeg je: van wie is het? Dan zeiden ze: Oh, dat was een nummer van mezelf, het tweede een traditional, en het derde nummer was van Gertje, die woont hier om de hoek. Of je het zelf hebt geschreven of uit de traditie hebt overgenomen, of dat je het van een vriend gejat hebt, dat maakt daar geen reet uit. Mensen verwachten daar geen applaus voor het feit dat ze zelf de schepper van het liedje zijn. Het ging daar alleen maar om die muziek zelf.  Er heerste het idee dat muziek een soort poel is waar je in mag gooien wat je wil en uit mag halen wat je wil. Stel je voor dat bands dat hier zouden doen! Dat de ene indieband een nummer van de ander pikt. Dat zou gelijk hommeles zijn! Terwijl ik dat beeld van muziek als enorme drinkpoel veel werkbaarder vind. Om artiest te worden heb ik daar veel aan gehad. Na mijn verblijf in Schotland ben ik als straatzanger begonnen. Ik speelde veel covers, Schotse folktraditionals, waarvan er eentje ook op mijn eerste plaat staat. Tijdens mijn eerste shows speelde ik alleen covers. En toen kwam er per show een liedje van mezelf bij. En heel langzaam had ik plotseling een eigen repertoire. Toen dacht ik: nu neem ik ook een cd op.'...

...Lucky Fonz III vindt het ‘helemaal niet raar' dat iemand van 25 zo verslingerd raakt aan een stokoud genre als folk. ‘Folk is in Nederland heel erg underground. Ik kom nu even bovenpiepen, maar serieus hoor, het is een grote scene van jonge mensen. Woody Guthrie wordt echt veel geluisterd in de undergound. Je hebt ook Devendra Banhart en CocoRosie. Dat vind ik gewoon folk. Als ik CocoRosie hoor, dan hoor ik The Carter Family. Moet je die maar eens naast elkaar beluisteren, precies hetzelfde! En Devendra Banhart is een soort Donovan, of Bert Jansch. Weet je wat het is met folk en de mensen die in de folktraditie staan , van Jimmy Rogers tot Bright Eyes? Folk komt op plekken in de geest waar de popmuziek nooit geweest is.  Bob Dylan komt op plekken in mijn hoofd waar The Beatles nooit geweest zijn. Folk heeft iets te bieden waar popmuziek alleen maar van kan dromen. Daarom voel ik me ook verwant met die traditie, omdat ik dat zelf ook ambieer. Ik weet niet of ik dat kan waarmaken, maar het gaat mij om de diepte. Er zijn dingen die popmuziek gewoon niet kan bereiken en folk wel. Het grote idee van folk is inhoud boven vorm. Daarvan is Woody Guthry wellicht het beste voorbeeld. Zijn muziek is op een bepaalde manier vormloos. Hij zingt altijd hetzelfde, ontdaan van  iedere verbale acrobatiek. Het is alleen maar akkoordjes, melodie en tekst, verhalen. Een onverwoestbare vorm. Folk raakt je diep, alsof je pure alcohol drinkt. Dat is ook de reden dat veel mensen het helemaal niet trekken, omdat het gewoon te grofkorrelig is.' Dylan is op een gegeven moment die folk gaan brengen met een band, hij heeft er rock van gemaaakt. ‘Hij heeft eigenlijk het diepe dat folk kan hebben op een of andere manier weten samen te smelten met het lekkere van pop. Een van Dylans verdiensten is dat hij die diepe shit toegankelijk heeft weten te maken. Tegelijkertijd heeft hij een diepgang die in pop zelden voorkomt.'...

Zie ook www.luckyfonziii.com en www.oor.nl.