De nieuwe Gentse stadscomponist Dick van der Harst, de Nederlander die
al twintig jaar in Gent werkt, loopt over van de ideeën voor zijn
nieuwe job, zo blijkt uit een artikel van Wouter Woussen in De
Standaard: ,,We hebben in Gent veel zigeunermuzikanten, van wie
sommigen erg goed zijn. Ik zou hen kunnen uitnodigen om samen iets te
doen. (...) Maar behalve straatmuzikanten zijn er in Gent evengoed twee
hele goede doedelzakgroepen, fantastische amateurkoren en heel veel
beginnende rockgroepjes met wie ik kan samenwerken..."
Op de vraag ‘Wat moet een stadscomponist eigenlijk doen?' zegt Van der Harst:
...,,Ze betalen me 625 euro per jaar en daarvoor moet ik voor enkele gelegenheden iets maken. Het is niet zoals vroeger, toen hofcomponisten door één broodheer werden betaald en voltijds tot zijn beschikking stonden. Ik moet tussen mijn andere werk door af en toe iets doen. Wat precies, daarover gaan we deze week praten. Ik heb wel wat ideeën en op het stadhuis hebben ze die zeker ook. (...) Het departement Cultuur heeft mij verwittigd niet meteen de deur wagenwijd open te zetten voor iedereen met een goed idee. Als we niet eerst duidelijke krijtlijnen trekken, riskeer ik gevraagd te worden iets te componeren voor pakweg de opening van een nieuw containerpark. Wat me niet eens zo een slecht idee lijkt, maar ik kan niet alles doen.''...
Hier nog enkele passages uit het artikel in De Standaard:
...U komt uit Nederland en sinds kort woont u niet eens meer in Gent. Welke band hebt u eigenlijk met de stad? ,,Ik heb er twintig jaar gewoond. Ik ben hier destijds gekomen voor een meisje. Tijdens de Gentse Feesten stuurde ze mij de straat op, dan zat ik tenminste niet de hele tijd bij haar thuis muziek te spelen. Spelend in de Lange Munt ben ik dan gitarist Koen De Cauter tegengekomen, bij wie ik halfweg de jaren tachtig ben komen spelen. Intussen is het met die vriendin al lang afgelopen, maar ik ben hier nog steeds, als muzikant, bandleader en als componist bij muziek- en theatergroep LOD, dat ik rond 1987 mee heb opgericht, samen met Alain Platel.''...
...Uw muziek heet erg toegankelijk te zijn, maakt u dat een goede stadscomponist? ,,Toegankelijk is relatief. Onlangs heb ik een opvoering gegeven van het Huis der verborgen muziekjes in Brussel, voor een werknemersvereniging. Hoewel de muziekjes mijn meest toegankelijke project is, zeiden die mensen dat het toch 'even wennen' was, 'dissonant en zo'. Als ik iets doe met volksmuziek zijn er altijd mensen die het al heel modern vinden wat ik doe, terwijl liefhebbers van hedendaagse muziek eerder de traditionele invloeden zien.''...
...Zult u als stadscomponist voor een breed publiek moeten werken? ,,Ik maak muziek altijd in de eerste plaats voor mezelf. Pas als ik ermee naar buiten kom, zie ik of het toegankelijk is voor een breed publiek of niet. Dat het publiek dan wel eens schrikt, neem ik er dan wel bij. Op dat vlak krijg ik ook van de stad geen regels opgelegd.''...
...U kreeg ooit de Louis Paul Boonprijs, wordt u een sociaal geïnspireerde stadscomponist? ,,Ik ben wel betrokken, maar ik ga geen werk maken met een titel Sleepstraat in gevaar of zoiets. Maar ik breng bijvoorbeeld wel muzikanten samen met verschillende achtergronden. Mensen zien dat soms als een ontroerend sociaal statement...