"Voor mij begint het met de woorden. Een liedje moet een goed verhaal hebben, maar het maakt niet uit waar het vandaan komt. Als het mij roert en ik het gevoel heb dat ik het wil uitdragen, dan zing ik het. Tegen mensen die mij graag in één genre willen drukken, zeg ik: vertrouw mij nu maar, schort je oordeel op en luister. Of het nou folk is of een jazzstandard of pop, geef het liedje en mij de kans," aldus June Tabor in een interview met Theo Hakkert in Dagblad Tubantia/Twentsche Courant.

Onlangs verscheen van de alom bejubelde Briste folkzangeres June Tabor (57) de overzichtsbox Always bij Topic Records. Op de vier cd's in de box staan 67 liederen die een goed beeld schetsen van haar lange carrière. Voor Hakkert terecht reden om Tabor onderhand eens voor te stellen aan een breder publiek. Hier enkele citaten uit zijn artikel:

...Waarom kennen zo weinig Nederlanders haar dan? Omdat June Tabor folk zingt, met diepe emotionaliteit en een donkere dictie die tot acute verslaving aanleiding kan geven, maar het blijft folk. "Minderheidsmuziek", zegt ze. "Op opera na kan ik eigenlijk alles wel zingen. Opera zou ik ook niet willen. Het laat me koud, maar dat is puur persoonlijk. Zo wil ik ook geen popzangeres zijn. Dat zou me zo beperken. Folk is qua commercie zo interessant dat je alles kunt doen, want er is nergens een baas die je ter wille van meer verkoop tot dingen verplicht." "Ik heb altijd mijn eigen gang kunnen gaan. Er is niet veel meer wat ik zou willen proberen, maar nog nooit heb gedaan."...

..."Ik heb geen zangles gehad, ik kan geen noten lezen en ik bespeel geen instrument. Ik ben daar veel te lui voor, daar draai ik niet omheen. Zelfs een fluit bespelen heb ik nooit gewild, want dan moest ik oefenen en dat zou ik gezien mijn luie aard toch nooit volhouden." "Dus begon ik a capella te zingen. Ik snapte de beperking wel, maar ik ging ervan uit dat een zangeres zichzelf moest begeleiden. Hoe zou een begeleider mij in vredesnaam kúnnen begeleiden als ik de enige was die wist wanneer ik zou gaan zingen? Zo dacht ik toen." Nu, decennia later geeft ze hoog op over haar vaste begeleiders, zoals pianist Huw Warren...

... Wat een lied geschikt maakt, ze kan het nog altijd niet benoemen.
"Dat is zo instinctief en subjectief. Alleen zijn de woorden over het algemeen het startpunt." (...) Ze heeft een fijne neus ontwikkeld voor het betere lied. Uiteraard tal van traditionals uit de folkcatalogus, maar ook songs van Richard Thompson, Tracy Chapman, Kris Kristofferson, Antonio Carlos Jobim, Eric Bogle, Lou Reed en Elvis Costello. Haar versie van Costello's 'All this useless beauty' is de definitieve. Het sierde haar waarschijnlijk mooiste album, 'Angel Tiger'. In het boek bij de box vertelt ze dat Costello ooit eens een lied voor iemand had geschreven, maar dat hij in tekst noch muziek van de uitvoering iets van zijn ideeën had teruggehoord. "Zo werk ik niet. Ik respecteer de componisten. Als ik me gedwongen zou voelen veel in een lied te veranderen, zou ik een andere song kiezen."...