Didgeredoo Workshop op Sfinks populair
Het Sfinks-festival in Boechout kent al jaren in de aanloop naar festival vele workshops. Ook deze week weer. Een van de populairste is die op de dideredoo. Daar heeft Sfinks een goede naam mee opgebouwd, weten we al langer van Roland Mathijssen, de didge-speler van Inner Strength. Inmiddels staan er bekende leraren voor de workshops, zoals Mark Atkins en Charlie McMahon. De Standaard sprak met Mark Atkins en met enkele leerlingen onder wie de Nederlanders Marco en Aljo.
Duizendpoot Mark Atkins is behalve didgeridoospeler ook drummer en schilder. Philip Glass, Moloko, Led Zeppelin, het is maar een greep uit de lijst van artiesten met wie hij al samenwerkte. Hier enkele citaten uit het artikel in De Standaard:
…Waarin ligt de kunst van dit instrument? ,,Wie het basisprincipe van circular breathing onder de knie heeft, kan didgeridoo spelen. Voor beginners is die techniek, waarbij je tegelijk inademt en uitblaast, moeilijk. Maar zodra dat lukt, volgt de rest vanzelf.''…
…Om de leerlingen te helpen, plakt hij lettergrepen op de verschillende ritmes: dimdiediddeldie en didndoohdah didndoohdah! Ademen op de ooh!…
…Waarom houdt hij zo van de muziek? ,,Het culturele aspect is belangrijk en dat wil ik ook graag overbrengen. Mijn moeder is een aboriginal. De traditionele muziek is vaak mimetisch: ze bootst de natuur na. Maar ik vind het belangrijker dat spelers naar hun hart luisteren. Volgens mij is didge spelen vooral een manier om jezelf uit te drukken. Dat kan ook niet anders, want er bestaan geen partituren voor.''…
Marco en Aljo komen voor het eerst naar de workshop van Sfinks. Hoe kwamen de twee Nederlanders eigenlijk in Boechout terecht? vroeg de Standaard:
…,,Via mond-tot-mondreclame. Op jamsessies kom je telkens dezelfde mensen tegen'', zegt Aljo. ,,Die zijn vaak technisch goed onderbouwd, maar hebben moeilijkheden om uit te leggen wat ze doen. De leraren hier kunnen dat wel. Bovendien is er een rotatiesysteem, zodat je elke dag een andere lesgever hebt. Elke leraar legt zijn eigen accenten en je krijgt dus heel veel informatie in zo'n korte tijd. Dat is het mooie aan het Sfinks-gebeuren…''
...Aljo wil zijn ritmes perfectioneren en een eigen stijl zoeken: ,Voor mij is het geen wedstrijdje van sneller en beter. Ik wil zo dicht mogelijk bij de roots van de didgeridoo blijven. Een van de leraren, Charlie McMahon, is bezig met house en trance, maar daar houd ik niet van. Met de basistechnieken kan je prachtige dingen doen….''
Marco is een beginner en probeert de basistechnieken onder de knie te krijgen. In de Standaard zegt hij:
…,,Ik hou van het instrument omdat het zo'n mooie natuurklank voortbrengt. Ik word er helemaal rustig van''. Tijdens de workshop klinkt het: ,,Je hebt hier toch wel conditie voor nodig. Ik geraak helemaal buiten adem.''