Music In My Head vraagt om een vervolg
Het driedaagse festival The Music In My Head in Den Haag voltrok zich reeds in de loop van de vorige week. Maar aangezien het een groot succes was - en er dus een nieuw interessant festival aan de agenda kan worden toegoevoegd - blikken we alsnog terug aan de hand van recensies in de Haagsche Courant van de hand van Hans Piët en een NRC-recensie over de eerste van de drie avonden.
Hans Piët smeekt in de Haagsche Courant om een vervolg. Het festival was niet alleen artistiek gezien een groot succes, maar ook qua publieke belangstelling. Eerst enkele citaten uit een verhaal in het NRC dat na de eerste avond verscheen. Daarna enkele citaten uit de recensies die Hans Piët voor de Haagsche Courant schreef.
Martijn Meijer van de NRC bezocht de eerste avond en schreef erover:
…Hij werd op de openingsavond van het festival The Music in My Head aangekondigd als 'sekssymbool', de zanger-gitarist Earl Okin. Maar de oudere Engelse heer die het podium opkwam, in pak en met dikke bril, leek met de tijdmachine getransporteerd uit de wereld van de comedyserie Are you being served? Okin, een musicerende stand-up comedian, begon met een jazzy en komisch-erotisch liedje, over een poging een vrouw met allerlei beloftes mee naar zijn kamer te krijgen. Met zijn mond toeterde hij er verbluffend echt een trompetsolo bij. Toen Okin na een half uur zijn optreden afsloot met een blues over lelijke vrouwen (,,waarom worden er nooit liedjes over lelijke vrouwen gemaakt, daar zijn er toch veel meer van?''), had hij het jonge publiek geheel voor zich gewonnen. Het festival maakte aldus zijn program waar, want het ,,wil een ontmoetingsplek zijn voor muzikanten en publiek van verschillende generaties''...
…Earl Okin was een van de ontdekkingen vorig jaar van Crossing Border,. De organisatie van Crossing Border - het jaarlijkse festival voor popmuziek en literatuur - is ook verantwoordelijk voor het driedaagse festival The Music in My Head (…) Cees Debets, die naast Louis Behre de leiding voert, vertelt dat ze graag weer een kleinschalig festival in Den Haag wilden opzetten. Crossing Border is daar ook negen jaar geleden begonnen maar verhuisde na onenigheid met de gemeente naar Amsterdam, tot groot verdriet van de Haagse bezoekers (Crossing Border blijft overigens in Amsterdam). Nu is alles weer goed met de gemeente Den Haag, die The Music in My Head verwelkomde met bijna twee ton subsidie. Het festival, dat een jaarlijks terugkerend evenement moet worden, draait hoofdzakelijk om muziek. De concentratie op het luisteren wordt zo belangrijk geacht dat er zelfs stoelen zijn neergezet in de zaal. …
…Dat de openingsavond uitverkocht was, lag voor een groot deel aan de Amerikaanse zangeres Heather Nova. Het optreden was akoestisch, volgens haar eigen zeggen heel prettig, ,,taking the songs back to where they started''. Haar ijle muziek, oude en recente nummers, werd akoestisch nog ijler, soms mooi en hypnotiserend, maar soms drakerig en zoet. 'I need an island' zong ze. Het klonk zo dramatisch, dat je zou willen dat je een eiland voor haar had…
Haagsche Courant over de tweede avond:
…Slechts 'gewapend' met gitaar, mondharmonica en een bijna fluisterzacht, maar uiterst aangenaam timbre hield de Amerikaanse muzikant Neil Halstead de overvolle zaal in zijn greep. 'Hoe lang mag ik nog?', wilde hij op een gegeven moment weten. 'Nog precies een minuut' klonk het vanuit de coulissen. Net als het publiek had hij zitten wegdromen. Neil Halstead was niet de enige die tranentrekkende schoonheid liet horen. De avond was er - eigenlijk vanaf het begin - mee gevuld. De Belgische zanger Arno, die zijn l'amour een Frans tintje meegaf, zorgde voor de aftrap met een ouderwetse, van passie doortrokken optreden. (…) In pakweg een uur toonde Arno zijn verschillende stemmingen, was hij muzikaal bijtend, maar ook vleiend…
…Pina Kollar, de Oostenrijkse singer- songwriter, debuteerde eerder dit jaar verrassend met 'Quick look'. Met haar verhuizing naar Ierland laat ze een sterk staaltje van integratie zien, want de onschuldige voorbijganger moet hebben gedacht, dat het om een muzikante uit Dublin ging. Wat haar in die enorme golf aan singer-songwriters overeind houdt, zijn haar opvallende en erg persoonlijk getinte liedjes. In een rock- en balladedecor van snerpende elektrische, en warmbloedig klinkende akoestische gitaren (met piano en drums) bezingt ze zaken als haar scheiding en pas geboren dochter….
… Tot lastigste klant van The Music In My Head zal waarschijnlijk Mike Scott van The Waterboys worden uitgeroepen. Bij binnenkomst in het theater liet hij de organisatie weten dat de rode reclames van Javaanse Jongens tijdens zijn concert verwijderd moesten zijn. 'Ik kan niet tegen die kleur'. Ook stond Scott op het afgesproken aantal stoelen en mocht er absoluut niet worden gerookt. Twee uur is er onderhandeld, maar hij hield voet bij stuk….
Derde avond:
…De overeenkomst tussen Marianne Faithfull en Ute Lemper, die op de derde eveneens uitverkochte avond optraden is, dat ze beiden iets met Kurt Weill en Bertolt Brecht hebben. Maar waar Lemper op een intieme manier dit bijzondere, vooroorlogse erfgoed uitdraagt - gelardeerd met wat moderne composities van onder anderen Tom Waits - kiest Marianne Faithfull een meer hedendaagse koers door vooral werk van haar in maart verschenen album 'Kissin time' te zingen….
…Ute Lemper etaleert zich op het podium als een zingende actrice, die op een met passie doortrokken manier de donkere kant van het bestaan vorm geeft. Ze kiest muzikaal voor contrasten, aangevuurd door het dynamische spel van met name haar pianist Andreas Smit, speelt zingend met klankkleuren, waardoor het materiaal aan diepgang wint en schetst, niet zonder humor, tussen de verschillende composities een tijdsbeeld, waarin zij soms ook zelf figureert. (…)
En waar Lemper moeiteloos in de huid van personages zoals Lola kruipt, daar kiest Marianne Faithfull uitsluitend en alleen voor zichzelf. Elk nummer dat ze brengt, krijgt haar stempel, zet ze naar haar hand. Die emotionele lading maakt de in Dublin wonende muzikante, ondanks die gebroken stem, uniek (…) Tijdens haar optreden in Theater aan het Spui ziet ze zich omringd door de jonge honden-mentaliteit van haar vier begeleiders, wat onder meer tot een opgefokte en door gitaar gedomineerde versie van 'Working class hero' (John Lennon) leidt.
Het blijft heerlijk om de 55-jarige zangeres aan het werk te zien omdat ze - met haar al snel doorgelopen make up - aan de ene kant uiting wil geven aan haar gedistingeerde natuur terwijl ze zich aan de andere kant volledig laat meeslepen door de muziek, die uit alles behalve ballades bestaat. Jong van geest als ze is, krijgen de emoties en de dramatiek die in veel nummers zitten verwerkt bij Marianne zozeer de overhand, dat het publiek wordt geconfronteerd met een houtenklazerige rockzangeres, die druipend van het zweet - 'maar dat toont sexy' - zo'n beetje haar autobiografie zingt. Een staande ovatie van een volledig uit zijn dak gaand publiek is het gevolg…
…succes heeft ook Hawksley Workman in de Kleine Zaal. Maar de Canadees is dan ook een bijzonder talent. Slechts bijgestaan door een pianist-zanger, combineert de zanger-gitarist op een unieke manier zijn aan Freddie Mercury (Queen) herinnerende, opera-achtige stemgeluid, met zijn veelal humoristische teksten en dat alles verpakt in eigenzinnig toneelspel waarin een vleugje erotiek zit verwerkt...
…Blimey! de groep van multi-instrumentalist Martien van Bergen staat garant voor eigenzinnige popmuziek, met een zeer vrolijke ondertoon, die bovendien wordt ingekleurd door een aantal verschrikkelijk leuke filmpjes. Zo toont 'Susan' een naakt meisje dat door middel van op papier getekende ontwerpen probeert tot een juiste combinatie van haar kleding te komen…
Conclusie Haagsche Courant
…Met het succes van de eerste The Music In My Head lijkt Den Haag een belangrijk festival rijker. Voor wie de popmuziek vanaf de zijlijn volgt, is het een waardevolle ontdekkingstocht dankzij het programmeren van namen zoals Earl Okin, Neil Halstead, Neeka, Habib Koite, Hawksley Workman en Blimey! Anderen krijgen vooral een kans hun favorieten in de intimiteit van een kleine zaal aan het werk te zien in een soms andere dan gebruikelijke bezetting, zoals Heather Nova en The Waterboys. En zoiets smeekt om een vervolg…