Jorunn Bauweraerts:
Ik luister 't liefst naar donkere melancholische liedjes
Het Vlaamse dagblad De Standaard publiceert in een reeks artikelen meningen en ervaringen van bekende Belgen en Nederlanders met de muziek van Jacques Brel. Afgelopen week kwam Jorunnn Bauweraets, een van de drie zangeressen van Laïs, aan het woord. Hier een citaat:
… Op onze volgende cd zingen we ,,Marieke'', een fantastisch nummer. Als ik dan hoor dat de Marieke in kwestie nog leeft en aan de kust woont, dan wordt dat nummer nog beter. Ik luister het liefst naar donkere melancholische liedjes. Zo heeft Brel er natuurlijk een hoop. Om de liefdesliedjes van Brel moet ik huilen, zoals ,,Ne me quitte pas'' of ,,La chanson des vieux amants''….
Gerard van Maasakkers in Dagblad de Limburger:
Ik dacht lange tijd: 'Het zijn maar liedjes van hier'
Bart Ebisch schreef voor Dagblad De Limburger een interview met jubilaris Gerard van Maasakkers. Ook op zijn site www.altcountry.nl verscheen het artikel. Hier enkel citaten:
…Je hebt met 'Vol Dagen' een veel breder publiek bereikt. Had je tijdens de opnamen het gevoel dat de plaat nieuwe wegen zou openen?
,,Ik wist voor mezelf dat het een goede cd was. Maar je weet nooit hoe het verder gaat. Ik schrijf altijd over dingen die op mijn pad komen of die ontroeren. Het verschil is dat ik mijn eigen ontroering de laatste jaren meer durf toe te laten.'' (…) In het theaterprogramma merkte ik dat de liedjes van de cd goed werden ontvangen. De plaat werd vervolgens besproken door een panel tijdens het wekelijkse VARA-programma Uitgelicht op Radio 2. Superlatieven, de een na de ander. Frits Spits draaide de plaat, Mart Smeets ook, gevolgd door aanbiedingen voor radioprogramma's. Ik durfde zelfverzekerder de theaters te bellen voor het samenstellen van een tournee. Kwam vroeger niet bij me op. Ik dacht lange tijd: 'Het zijn maar liedjes van hier'.''
Binnenkort sta je er zelfs mee in Amsterdam in het theater, voor het eerst.
,,Ja, erg leuk. Al denk ik wel dat het in de zaal stikt van de Brabanders. Ik ben nog geen topattractie hoor.''…
…In de biografie over Jacques Brel wordt de zanger gevraagd wat hij doet als roem hem naar het hoofd stijgt? Hoe zit dat bij jou?
,,Wat antwoordde Brel?...''
Dat vertel ik je zo.
,,Het gebeurt mij niet. Want ik weet ook hoe het voelt om geen succes te hebben. Mijn eerste plaat was echt succesvol. Ik dacht: het hoort er gewoon bij. Dat moet je maar dragen. In die tijd was ik ook niet zo gelukkig. Was zoekende. Als ik alleen thuis kwam van een optreden voelde ik me echt niet zo roemachtig.''
Brel las een vers van Rimbaud of draaide muziek van Debussy. Om zichzelf te relativeren. ,,Dan ken ik mijn plaats ook wel weer,, hahaha.''
Iemand vroeg Brel ook; wat ben je Vlaanderen verschuldigd? Anders gesteld: wat ben jij Brabant verschuldigd?
(Na een lange stilte) ,,Poeh....Wat ben ik Brabant verschuldigd? Ik ben hier geboren. Ik snap het land wel, snap de aard van de mensen. Snap de verschillende soorten ja. Ja als ze nee bedoelen, of ja maar, of zal wel. Heel vertrouwd allemaal. Maar ik vind niet dat dit het meest goddelijke plekje op aarde is. Weet je wat het is; Brabant heeft zich lang laten ondersneeuwen. Het was vroeger een invloedrijke streek. Daar mag best iets van terugkeren.''…
Uit voorwoord liedtekstboek Gerard van Maasakkers 'De Woorden':
Hij gooit ons zijn innerlijk niet voor de voeten,
maar vraagt zachtjes 'Hebben jullie dat nou ook?'…
Het Eindhovens Dagblad en het Brabants Dagblad citeren uit het voorwoord van het boekwerk 'De Woorden', waarin meer dan honderd liedteksten en vertalingen van Van Maasakkers zijn gebundeld. Brabants Dagblad-journalist Jace van de Ven schreef het voorwoord voor zijn uit Nuenen afkomstige vriend. Wij citeren weer uit die citaten….
…Ooit heb ik met Gerard van Maasakkers de Mont Ventoux beklommen. Bijna heel die barre fietstocht lang ging het in mijn kop van Couscous Appelmoes. Eerst frivool, gaandeweg verbeten en toen mijn benen het ritme niet meer konden volgen, tijdens de laatste kale kilometers van de berg, klampte ik me vast aan De wind die waait, die zwoegt en die zwaait en die zwaait (...) Zouden de teksten van Gerard van Maasakkers het houden als ze gepresenteerd zouden worden op papier, als een vorm van poëzie? Zou er genoeg literaire spankracht inzitten, genoeg muziek zonder dat er noten gespeeld hoeven te worden, genoeg contrast, genoeg rake formuleringen? Zouden eventuele vergelijkingen bondig en treffend genoeg zijn en zou de gelaagdheid voelbaar worden ook als Van Maasakkers zijn teksten niet zelf zong? (…) Ik heb de liedteksten tijdens het schrijven van dit stuk een keer of drie gelezen. Ik denk dat ze inderdaad hun kracht behouden ook als er geen noten bij gespeeld worden. Mij klonken ze vaak als muziek in de oren. Ik ontdekte er soms nieuwe gelaagdheden in of herkende ze als oude vrienden met wie het goed is nog eens een paar gemeenschappelijke ervaringen te delen. Dat brengt troost bij verdriet en een gevoel van euforie bij de herinnering aan vrolijke momenten….
…Zijn integriteit waar geen bravour bij past, zijn sereniteit die tal van stemmingen zuiver voelbaar maakt, zijn plezier in het leven, en de melancholie om de onbereikbaarheid van het totale geluk, het zit er tegenwoordig allemaal in. En wie er moeite voor doet, kan het al lezen in de kale teksten, zonder de muziek erbij, want die teksten roepen de muziek op….
…. Hij weet te raken aan dat iets wat Bloem in 1915 al benoemde als 'deel van het eeuwige mysterie, dat om het gansche leven drijft'. Een andere keer wil hij alleen maar vrolijk zijn, samen met ons een eindje op lopen en de kiezeltjes van de pad schoppen. 'Het verdriet op zijne kop zetten' zoals Ernest Claes al zei. En ook dan is hij verstaanbaar. En dan is er nog iets, zijn engagement, zijn oog voor tobbers zonder daarbij sentimenteel te worden: Cis Verdonk, Achter de schuur of Mee en dan, er zijn voorbeelden te over….
…Hoe zou het toch komen dat ik alles wat hij zingt herken? Komt het omdat ik maar een half jaar jonger ben dan hij en onder vergelijkbare omstandigheden opgegroeid? Het zal er zeker mee te maken hebben, maar dan gaat het toch niet om het Brabantse element, want met Brabantse zangers die vertellen hoe 'pront' de Brabanders zijn, maak je mij niet gelukkig. Het is dan ook geen nostalgie die Gerard van Maasakkers verwoordt, het is een universeel zoeken naar een plaatsje in de wereld waar de luisteraar zich thuis kan voelen. 'Komt er mer in' zei hij vijfentwintig jaar geleden al en ook nu nog vat hij ons om de schouder en stelt voor: 'We gaon op huis aan'. En dat alles gebeurt nooit met grote woorden, Van Maasakkers probeert tot ons door te dringen via de kracht van de eenvoud. Hij heeft gevoel voor stijl en structuur en weet ook wat hij nìet moet zeggen. Hij gooit ons zijn innerlijk niet voor de voeten, maar vraagt zachtjes 'Hebben jullie dat nou ook?'…