De verslagen zijn positief: de Pogues in originele bezetting speelden als vanouds zondagavond in de Melkweg in Amsterdam, dankzij Shane MacGowan. Menno Pot van De Volkskrant vindt zelfs dat die de band laat schitteren, Jan Vollaard stelt in NRC dat pas met de verschijning van MacGowan alles op zijn plek valt.
De beroemde Ierse folkpunkband The Pogues is herenigd in de bezetting waarmee ze hun beste albums maakten in de jaren '80. De groep combineerde punk rock met traditionele folk en creëerde zo het eigen unieke geluid waarmee flink succes geoogst werd. Met name de plaat If I Should Fall From Grace With God (1988) is inmiddels een klassieker. Drankproblemen van frontman Shane MacGowan leidden echter tot een breuk in 1991. Vanaf 2001 volgen reünie-concerten en dit jaar toert de band weer. Komende zondag (8-8-10) staan ze op festival Dranouter in Belgié, afgelopen zondag was er een optreden in de Melkweg in Amsterdam. Hieronder enkele citaten uit de verslagen in Volkskrant en NRC:
Menno Pot in De Volkskrant:
…Een paar maten Streams Of Whiskey (1984) waren genoeg om vast te stellen dat de band nu hechter speelt dan vroeger. Toen de kop eraf was, ergens rond Boys From The County Hell (1985), laaide het speelplezier aanstekelijk op: acht mannen met grote Ierse harten, de 50 een paar jaar voorbij, die weten dat er iets bijzonders gebeurt wanneer ze samen de mooiste liedjes van MacGowan spelen. Zo hoefde er nog maar één puzzelstukje op zijn plaats te vallen: het optreden van de oude grootverbruiker zelf. Het is een mirakel dat zijn lever en rikketik het nog doen en dat hij, zijn wrakheid ten spijt, nog in staat is tot wat hij in de Melkweg deed…
…Maar Shane bleef op de been, bleek wonderwel tekstvast, grijnsde vaak zijn nieuwe, veel te witte tanden bloot en bereikte al in de eerste helft de roerende pieken waar we allemaal voor waren gekomen in een paar van zijn mooiste ballads: A Pair Of Brown Eyes (1985) en kort daarna Kitty (1984)…
Jan Vollaard in NRC:
…Pogues-muziek is poëtisch en feestelijk tegelijk, met eerbied voor de Ierse folktraditie en het akoestische instrumentarium dat daarbij hoort. Accordeon, banjo en fluit vechten om voorrang met bas en drums, die altijd strak genoeg gespeeld worden om er stevig op te hossen…
…Er schuilt een contradictie in het feit dat Shane MacGowan met zijn schorre, toonloze stem de zwakke schakel is binnen The Pogues, maar dat ze hem nodig hebben om de muziek naar een hoger plan te tillen. Zodra fluitist Spider Stacey of gitarist Philip Chevron een solo neemt om de zanger een adempauze te gunnen, ontbreekt het charisma van een band die pophistorie heeft geschreven. Pas wanneer MacGowan het publiek voorgaat in samenzang over „streams of whiskey” of de traditional The Irish Rover, valt alles op zijn plek. Hij is een monument van menselijk verval; een man met een gezicht van was die zich nog maar net staande kan houden om zijn band richting te geven…
…Het optreden draaide als vanouds om krakers als Dirty Old Town en Fiesta, waarbij Spider Stacey de percussie verzorgde door met een dienblad tegen zijn hoofd te bonken. MacGowan sloeg zich er wezenloos doorheen – een op alcohol voortsputterende robot. The Pogues waren goed ondanks hun zanger, maar dánkzij z’n aanwezigheid…