-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
En dus staat het publiek al ruim voordat de laatste tonen van het concert zijn weggestorven klaar voor een daverend applaus. Natuurlijk moet er een toegift komen, niet omdat het gebruikelijk is in een theater, maar omdat het een zeldzaam mooi concert was waar je nog geen afscheid van wilt nemen. Want die stemmen van Laïs waren, zijn en blijven prachtig om muisstil naar te luisteren (en soms mee te zingen).
Het zilveren verjaardagsfeest van Laïs (dat in 1994 opgericht werd toen de zangeressen nog tieners waren) krijgt deze avond in Muziekgebouw Eindhoven een gouden randje met een zeldzaam mooi optreden. Vanaf de a capella opener 't Zoutvat tot de laatste onversterkte toegift in de uitverkochte kleine zaal is het zo'n anderhalf uur puur genieten van deze drie engelenstemmen, begeleid door een sterke band, bestaand uit Björn Eriksson (akoestische en elektrische gitaar), Hans Quaghebeur (banjo, fluit, accordeon, draailier), Seraphine Stragier (harp, cello, viool), Tomas De Smet (bas) en Roel Poriau (drums).
Het is al een flinke tijd geleden dat ik Laïs zag optreden, maar overtuigen doen de dames nog steeds met gemak. Al bij 't Zoutvat wordt gevraagd om mee te zingen en dat klinkt zo goed dat ze complimenten uitdelen aan het publiek, het ijs is gebroken, de dames voelen zich welkom en de trein is vertrokken. Onderweg is het een feest der herkenning, met onder meer La Plus Belle de Céans en Marie Madeleine (Douce Victime, 2004), Les Douze Mois en (Houd Uw) Kanneke (Dorothea, 2000). De cd The Ladies Second Song (2007) was "niet onze gemakkelijkste plaat, zeker voor het publiek, maar voor ons was het nodig om die te maken, laten we zeggen dat het de puberteit van Laïs was, maar wel een hele mooie puberteit." Ze doen Joskesong en Witte Bij (een vertaalde tekst van Pablo Neruda), dat vergezeld gaat van donker drum- en baswerk, een bijna sinistere cello en een prachtig spokende fluit.
Maar er is ook nieuwer werk van de Midwinter Tales (er zijn twee cd's verschenen, in '15 en '17, enkel bij optredens verkrijgbaar), waarvan onder meer het mooie psychedelische Chimacum Rain (uit de jaren '70) en het fijn verhalende Soldier And The Lady stammen. Helemaal vers van de pers is Ik Geniet, de single van de gloednieuwe verzamelaar (Laïs 25), die speciaal voor de dames geschreven werd door Tom Theuns, de lieflijke zang en licht vervreemdende, maar toch dromerige begeleiding passen uitstekend in het veelzijdige repertoire dat Laïs in de loop der jaren al verzamelde.
Ronduit indrukwekkend vind ik het eerbetoon aan "een hele goeie zanger, een volkszanger van bij ons, Wannes Van De Velde", zoals Jorunn aankondigt alvorens Pieter Breughel in Brussel in te zetten. Dit lied namen ze (nog?) niet op, waar Niets Is voor Altijd van Madou, een lied over huiselijk geweld op de verzamelaar (de eerste best of van de groep) terecht is gekomen. Maar ook hun grote voorbeeldem Värttinä en Hedningarna worden niet vergeten, met een buitengewoon fraai onversterkt a capella Käppee van de eerste en een zinderend Tina Vieri van de tweede groep.
De stemmen zijn in die tijd wel iets veranderd, gerijpt, maar klinken nog net zo hemels als jaren geleden. En dat wordt nog eens extra duidelijk in de solonummers van de drie dames. Jorunn vertolkt Grana od bora, een Bosnisch liedje (blij dat er geen Bosniërs in de zaal zitten, dan valt ze immers niet door de mand), het is een sevdahlinka, eigenlijk een soort blues, die gezongen werd tijdens de oorlog daar, met een stem die uiteindelijk heerlijk ijl de hoogte in gaat. Nathalie kiest vervolgens voor een heel fijn subtiel staaltje americana, met een prachtig fragiel gezongen A Sight To Behold van Devendra Banhart. Annelies brengt met haar helderhoge vocalen een fraaie ode aan Lucilla Galeazzi met Voglio Una Casa, begeleid door een fijn tinkelende harp, waarbij een vraag antwoordspelletje wordt gespeeld. Een simpel dididindi is nog te doen, maar als er een hele reeks trillers volgen haakt het publiek lachend af. Ondertussen heeft Jorunn de contrabas overgenomen en voegt Nathalie percussie toe op tamboerijn.
Het reguliere concert wordt afgesloten met, hoe kan het ook anders, 't Smidje, een lekker rockende jig van hun debuutplaat Laïs, waarbij het publiek halverwege alvast gaat staan. Want dit optreden verdient een daverend applaus, net zolang tot er een toegift komt, na het dansje van de zangeressen bij Boogie Woogie Bugle Boy (een buitenbeentje uit het repertoire, maar wel een fraaie versie, die ze volgens mij ook deden bij hun project met Simon Lenski) vinden ze het tijd voor het publiek om te dansen, een Bretoense dans, de andro, bij een heerlijk stomend Le Renard Et La Belette (Dorothea). Opnieuw is er volop enthousiasme en als er vervolgens spontaan een Lang Zal Ze Leven wordt ingezet in de zaal staan de dames er een beetje beduusd en vol emotie bij te kijken. En als je dan denkt dat het echt afgelopen is, de deuren gaan al open, klinkt ineens naast het podium nog Angel Band (van de Midwinter Tales), de zaal blijft toch nog maar even ademloos luisteren, waarna er massaal cd's aangeschaft gaan worden.
Het optreden in Eindhoven was het enige van de dames van Laïs in ons land, wie ze nog wil zien zal naar België moeten, een flink deel van die concerten is uitverkocht, dus wees er snel bij, de tourdata vind je op: http://www.lais.be.