Na jarenlang deel uitgemaakt te hebben van de rockband The Scene ging Thé Lau solo. De songs van deze zanger-gitarist zijn eigenlijk nu al klassiekers, liederen die zich voor altijd vastklinken in je oren en in je ziel. Toch bleef het verlangen om samen te werken met anderen, zoals met het orkest "De Volharding", waarover het Friesch Dagblad schreef: "Soms weet je na afloop niet eens wat je moet doen: janken of applaudisseren. Dan maar klappen met tranen die op je handen uiteenspatten, terwijl met name door één tekstzin je hele avond wordt omarmd: "Ik kijk naar het werk van God, naar de gaten die het slaat." Zo'n waarheid laat de actuele realiteit even sidderen en doopt een muisstille zaal om tot een oase van verwondering"
Bij het Cultureel Podium gaat hij een nieuwe uitdaging aan: een gezamenlijk optreden van Maria de Fátima, de Fado zangeres, waarover Tornqvist in het Parool schreef: "...Wat een overrompelende overtuigingskracht,daar kan geen Fries engelenzang en geen designfado tegenop". Zowel Maria de Fátima als Thé Lau brengen liederen over het leven. Zij doen dit vanuit hun eigen muzikale achtergrond , die op het eerste gezicht totaal verschillend lijkt. Op zoek naar overeenkomsten in hun muziek bleek dat beiden putten uit dezelfde bron. Fado wordt niet voor niets de Portugese blues genoemd. En uiteindelijk zijn het allemaal verschillende interpretaties van hetzelfde levenslied. Het resultaat is een spannend programma met liederen over het leven, door twee aangrijpende stemmen. Een muzikaal avontuur dat zijn weerga niet kent.
In het programma 'Tussen Amstel, Schelde en Taag' zullen Thé Lau en Maria de Fátima worden begeleid door Daniël Raposo (Portugal) op Portugese gitaar, Aleix de Gispert (Spanje) op klassieke gitaar en Jan Peter Bast (Nederland) op toetsen.