Voor het eerst waren wij te gast in "De Harmonie" te Leeuwarden. Van organisator Henk Kuiper kregen we een rondleiding in dit prachtige gebouw. Ideale plek voor een groot festival was (is) onze indruk. Een van de mooiste theaters van Nederland. Geheel in stijl aangekleed. Drie zalen en een Foyer kunnen zo'n 2500 mensen herbergen. Met een dergelijk hoog bezoekersaantal kan Leeuwarden wat extra's doen voor de folkliefhebber. En dat doen ze.

Image
Foto: Céline Rivaud van Mugar op viool - René van Eert

Dit jaar lieten ze Mugar voor een éénmalig concert overkomen uit Bretagne. Die 2500 mensen kwamen dus weer. Al ruim voor 19.30 uur stond er een lange rij voor de ingang van "De Harmonie". Logischerwijs duurt het even voordat al die mensen binnen zijn en hun plek hebben gevonden, maar echte chaotische taferelen zagen we niet. Ook gedurende de avond geen enkele wanklank.

In mijn voorbericht van afgelopen woensdag had ik het over keuzes die gemaakt diende te worden uit het uitgebreide programma. Wij kozen voor de concerten van Luar na Lubre en Mugar. Daarnaast hoorden we stukken van Skolvan, Celtish, Llan de Cubel en Beggars Row.

Image
Jonathan Shorland van Celtish - foto René van Eert

Om met de laatste concerten te beginnen. De foyer van "De Harmonie" is een immense ruimte. Een verzamelplek waar mensen napraten, wat drinken en vervolgens weer op weg gaan naar een volgend concert. Al die activiteiten maken dat die ruimte niet voor elke groep geschikt is om in te spelen. Een Beggars Row kun je er natuurlijk altijd neerzetten. Ongecompliceerde feestfolk. Maar voor groepen als Celtish of Llan de Cubel ligt dat toch wat anders. Veel van hetgeen zij doen (vooral de zang) gaat verloren in geroezemoes of verdrinkt in een geluidsbrij. Dat heeft alles te maken met de afmetingen (hoogte)van deze foyer. Daar is niet tegenaan te "geluidsmixen". Een "live"-oordeel over deze groepen geef ik dus liever niet. Celtish is overigens wel een groep om in de gaten te houden. Dat maakt hun laatste CD "Imago" wel duidelijk.

"Steeds meer Europeanen herontdekken hun keltische erfgoed. na Ierland en Schotland is nu het continent aan de beurt. Borrelde het al enige jaren in Gallicië, nu is ook bij de buren in Asturië de vlam in de pan geslagen" .

Deze ietwat merkwaardige observatie, naar aanleiding van het festival, stond afgelopen donderdag in de Volkskrant. Merkwaardig omdat folkmuziek in Gallicië en Asturië zeer verbonden is met het dagelijkse leven in die streken en een middel is om de eigen identiteit te benadrukken. De lijst van traditionele bands uit deze Spaanse provincies is onuitputtelijk en vergelijkbaar met bijv. Ierland of Bretagne. En dat is echt niet iets van de laatste jaren. Het grote jaarlijkse festival in Ortigueira (bestaat geloof ik ook al zo'n 18 jaar) trekt inmiddels tussen de 50.000 en 80.000 bezoekers. De Gallicische groep Luar na Lubre, hier nauwelijks gekend, maar een hele grote naam, heeft inmiddels 6 CD's op haar naam. Internationaal bekend door hun samenwerking met Mike Oldfield, al weet ik niet of dat nou zo'n geweldige aanbeveling is.

Om meer mensen de kans te geven het concert van Luar na Lubre bij te wonen had te organisatie besloten de groep 2x 45 minuten te laten optreden. Een loffelijk streven, maar niet makkelijk voor een groep. Die zal 2x veel moeite moeten doen om in (relatief) korte tijd het publiek te enthousiasmeren.

En in hun streven daaraan te voldoen had Luar na Lubre haast. Hele korte intro's, waarin titels meestal niet werden genoemd. En het staat wat vreemd als er nog tijdens een, overigens prachtige, "emigration song" gewisseld wordt van instrumenten. Voor een verbindende "muñeiros" denk je dan. Maar nee, men zit al in de aanslag voor het volgende nummer.

Maar dat is dan ook de enige aanmerking bij dit "concert". Een geheel eigen geluid heeft deze groep. De combinatie van viool ( Eduardo Coma) en cello (Rosa Cedron) levert serene en gracieuse Keltische-Kamermuziek op. Maar als "oude rot" Bieito Romero zijn Gaïta ter hand neemt is het moeilijk de voeten stil te houden bij de met veel vuur en passie uitgevoerde Gallicische tunes. Die tunes zijn nogal eens voor- spelbaar. Niet echter in de aanpak van Luar na Lubre. Die zijn compositorisch zo creatief dat elk nummer interessant blijft omdat er zoveel gebeurt. Variatie in het instrumentarium, tempo of volume. Soms zijn Ierse invloeden herkenbaar (diatonische accordeon en een zangnummer dat klonk als een gezongen "air")

Met Rosa Cedron beschikt Luar na Lubre over een adembenemende zangeres. Die trekt moeiteloos de aandacht van de zaal. Door haar verschijning en prachtige stem. Hun optreden was veel te kort naar mijn smaak. Ik zou ze graag een keer terug willen zien in een volledig concert.

ImageIn de FIB-zaal was het daarna echt goed toeven. In die zaal slechts staanplaatsen. We zagen nog een staartje van het optreden van Skolvan. Die lijken steeds vrijer te gaan musiceren. In "my favourite thing" werd volop geïmproviseerd met fantastisch solo-werk van percussionist Dominique Molard. "Gavottes", kreeg een zeer lange uitvoering. Bernhard le Dreau liet zijn sax gieren in een solo met sterke jazz-invloeden en ook Loïg Troel, normaal toch in een bege- leidende rol kreeg alle ruimte voor een solo op diatonisch accordeon. Voor die jongen heb ik diep respect. Gehandicapt aan één hand. Desondanks een formidabel accordeonist. Foto: Youenn Le Bihan van Skolvan op bombarde - foto René van Eert

De belangrijkste reden om af te reizen naar Leeuwarden was toch Mugar. Het was een hele tijd zeer rustig rond Mugar. Wij dachten eerlijk gezegd dat de groep niet meer bestond. In het voorjaar hoorden wij echter verhalen uit Bretagne dat de band bezig was met een Amerikaanse toernee (in het gezelschap van Stivell). Voor slechts één optreden in Nederland. Daar zal de organisatie geen spijt van hebben. Subliem optreden!!

Ondanks een groot aantal personele wijzigingen is de kern van de groep gelukkig intact gebleven. Youenn le Berre, Nasredine Dali en Michel Sikiotakis zijn de drie fluitisten/blazers die in alle mogelijke combinaties ( dwarsfluiten, whistles, bas-dwarsfluit, bombarde, doedelzak) zorgen voor de melodieuze lijnen in de muziek van Mugar. De rest van de groep (7 muzikanten) speelt in dienst van dit drietal.

Image
Lahouhari Bennadjadi van de groep Mugar op het instrument de gumbrit

Formidabele percussie en dito snarenwerk van o.a. Lahouhari Bennadjadi op de Gumbrit. De groep Tayfa is eigenlijk de eerste band geweest die een muzikale verbinding tot stand bracht tussen Bretonse en Noordafrikaanse muziek. Maar bij Mugar is die verbinding veel natuurlijker. Zodanig zelfs dat het de luisteraar moeilijk valt welk stuk nu eigenlijk Bretons danwel Noordafrikaans is.

Mugar speelde veel materiaal van de CD Kabily-Touseg. Volop swingen (voor Leeuwarder begrippen dan toch) bij het titelnummer van deze CD of bij "Medhi". Gelukkig werd er af en toe ook wat gas teruggenomen ("up and around").

Het publiek kreeg een echte "kultuurschok" te verwerken bij het nummer "Scottish Mezwed". Geschreven door le Berre/Dali. Daarin worden bagpipes gecombineerd met Arabische zang en opzwepende Noordafrikaanse percussie. Ook een hele mooi uitvoering van "Ouedeg". Dat nummer bevat alles wat Mugar zo bijzonder maakt: een mooi intro op diverse fluiten, waarna het ritme op wordt gedreven door felle percussie. Een Ierse March (O'Neill's, ook wel bekend als Haugh's of Cromdale) en het eigen stuk "Commana" besluiten dit complexe muziek stuk.

Na het concert nog heel even gesproken met Youenn Le Berre. Die speelde vroeger in Gwendal. Wij hoorden dat de groep weer bij elkaar was en afgelopen zomer concerten in Spanje gaf. Hij bevestigde dat. Nog meer goed nieuws. Volgend jaar verschijnt er een nieuwe CD van Gwendal. Ook van Mugar komt volgend jaar nieuw werk uit.

Mooie berichten na een heerlijke avond in Leeuwarden. Toplocatie en een festival om zuinig op te zijn. Wij komen volgend jaar graag terug.