Image

Eerste Folkdag Moergestel 25 jaar geleden
op 10 december met Fluitekruid, 't Patske,
Dommelvolk, Mariton, Wolverlei,
Den Vedel en Irolt

Folkdag Moergestel groeide snel uit
tot groot internationaal folkfestival

Eerste Folkdag 25 jaar geleden Het Trefcentrum in het Brabantse dorp Moergestel, barstte uit haar voegen met een paar honderd folkliefhebbers. Zij kregen van 's middag 3 tot 's nachts 1 uur voor zes gulden en vijftig cent een programma voorgeschoteld
zoals hier boven op het affiche van die eerste Folkdag Moergestel is te lezen.

We hebben het over 10 december 1977, inderdaad precies 25 jaar geleden. Op die
donkere dag zo vlak voor Kerstmis werd in dat jongerencentrum een reeks festivals in
gang gezet die zijn weerga nauwelijks kende. De volgende aflevering waren in de open lucht. Drie jaar achtereen togen het eerste weekeinde van augustus duizenden folkliefhebber naar het dorpsplein in Moergestel. De fine fleur van de internationale folkwereld trad daar op.

Den Vedel
Het Trefcentrum, dat op dit moment ten prooi valt aan de slopershamer, programmeerde vijfentwintig jaar geleden naast cabaret, pop en jazzrock ook geregeld folkgroepen.
Den Vedel, een groep die hoofdzakelijk keltische maar ook enkele Vlaamse en Brabantse nummers speelde, had dit jongerencentrum als thuisbasis. Deze groep trad ook op tijdens het eerste festival.

Folkforum.nl vroeg organisator vanaf het eerste uur Paul, die tegenwoordig deze site geregeld opfleurt met lezenswaardige artikelen, eens in zijn geheugen te graven.
"Van de 1e folkdag kan ik me echt niet veel meer herinneren. De groep Mariton zagen we volgens mij op de "nationale speeldag" in Utrecht, waar we als support voor Den Vedel aanwezig waren. 't Patske zagen we in Den Bosch. Fluitekruid en met name
fluitist Rolf lieten we voor mijn zus Han komen".
(Han om commentaar gevraagd: Leuk? Zag er leuk uit, maar wat een aansteller, zeg! Stond altijd zo overdreven te wippen op het podium met z'n fluit. Red.)

"De geluidsinstallatie", vervolgt Paul, "werd geleverd door Bill Coolen die wél vroeg
naar naamsvermelding. Die kreeg hij middels een spandoek achter het podium. Geluidsinstallatie zeg ik, maar het betrof hier een simpele zanginstallatie die niet
voldoende vermogen had om boven een vol "tref" uit te komen. We waren wel als de
dood dat de installatie gejat zou worden. Vandaar dat we met vier man de nacht doorbrachten in het hobbyhok (al toepend)".
"Dat moest ik dus de volgende dag bekopen toen ik 's avonds op een fustje bier in
de gang niet veel puf meer had. Ik was overigens niet de enige. Bij mij was het
slaapgebrek maar van een zekere mede-organisator weet ik dat die
"Van het artistieke gedeelte weet ik vrijwel niets meer. Wel dat verschillende
optredens (Wolverlei, Mariton) overstemd werden door het publiek, deels behoorlijk beschonken. Gezellig, dat was het."

Waar Paul het heeft over een zekere mede-organisator doelt hij op Henk, tegenwoordig eindredacteur van deze site. Voor hem was de eerste Folkdag 'pure Heaven'. Hij laafde zich aan het verrukkelijke vlaamse vocht. Het was of een engeltje over zijn tong pieste. Niet snel daarna bleek het een Duvel, wat de herinnering aan deze eerste Folkdag voor hem altijd enigszins zou vervagen...

Folkvirus
Maar er gebeurde die tiende december in 1977 iets gedenkwaardigs. In het Trefcentrum direct gelegen naast de St.Janskerk werden Henk en Paul onbevlekt ontvangen van het folkvirus. Het was al enkele jaren in hun omgeving waar te nemen, maar nu was 't echt raak. Oriënterend festivalbezoek breidde zich uit tot het buitenland zoals Edinburgh.
Acht maanden later bevielen zij van de tweede, veel grotere Folkdag. En ze waren nog
niet uitgeteld. Er zouden nog twee gigantische festivals volgen, die in '79 en '80.

Vrijwilligers
Waar de eerste folkdag op 10 december 1977 nog kleinschalig genoemd kon worden was dat met de drie opvolgers niet meer het geval. De begroting schoot duizelingwekkend de hoogte in. Ze haalden groepen uit het buitenland, die anders niet of nauwelijks in
Nederland te zien waren. Zo'n hoog mogelijke kwaliteit voor zo'n laag mogelijke toegangsprijs (vijftien gulden in 1980). Er kwamen duizenden bezoekers. Het aantal vrijwilligers groeide gestaag tot zo'n man of tachtig. En uiteindelijk werd de
Folkdag een tweedaags festival.

De koster van Moergestel, Joanes van de Wiel, had acht zonen en een dochter op de wereld gezet. Vier broers behoorden tot de kern van de organisatie onder aanvoering
van de Lou, zoals iedereen Paul noemde. Paul en zijn zwager Henk waren vrijwel het
hele jaar in de weer met het programma en de publiciteit. Daarnaast was er voor de infrastructuur nog een fanatieke kern met illustere namen als d'n Dib, d'n Boje, de Ski,
de Goer, Soj, d'n Bro
en d'n Birn.
Zij stuurden de tientallen vrijwilligers aan, die elkaar allemaal kenden van het
Trefcentrum. Dit jongerencentrum hadden ze zelf gefinancierd hadden met jarenlang ophalen van oud papier. Onder de hoede van dat Trefcentrum kwam het eerste folk
festival tot stand. Daarna werd er een separate stichting in het leven geroepen:
Stichting Folkdag Moergestel.

Top
Voor de liefhebber nog even wie er zoal op het podium in Moergestel stonden:
La Mirlitantouille, Lécho du Bayou, Iona, The Whistlebinkies, John Kirkpatrick &
Sue Harris, La Bamboche, Tannahill Weavers, Gerard van Maasakkers, Rum,
De Snaar, Fungus, Dommelvolk, Den Vedel, Derroll Adams, Dommeldansorkest
& Dansers, Bob Davenport & The Marsden Rattlers, Iona, Five Hand Reel,
The Delaware Water Gap Stringband, Fiddle Fever, Rockin' Dopsie, Irolt, Clannad, Malicorne, Jim McCann, Angelique Ionatos, Brenda Wootton, Dougie McLean,
Folk Och Rackare, Ossian, The McCalmans, Ossian, The Boys of the Lough, Stockton's Wing, Aristide Padygros.

De Folkdag in Moergestel was altijd sfeervol. Het ontwikkelde zich tot een festival waar
niet enkel de bezoekers maar ook de muzikanten graag vertoefden. En net als het publiek gingen zij geregeld uit hun bol. De mannen van Iona waren zo door het dolle heen dat ze 's avond de bushokjes in het dorp beklommen.
De fluitist van Clannad spoot 's nachts het brandblusapparaat leeg in de hotelgang.
Jim McCann trad 's middags op, maar was al dermate aangeschoten dat hij door twee man ondersteund moest worden op de trap naar het podium.
Bob Davenport vond de ambiance op het dorpsplein zo geweldig dat zijn optreden verhuisd werd van de kiosk naar die stek. Dat betekende dat de benodigde piano 's avonds in het donker over een afstand van zo'n tweehonderd meter dwars door het publiek van het ene podium naar het andere podium getild moest worden.

Radio
Van alle kanten werd de loftrompet gestoken. Radioprogramma's hadden het erover.
We smaakten toen nog het gelukzalige genoegen van een wekelijkse AVRO-programma
Folk Live. De KRO-radio programmeerde een hele nacht! over folk met live-muziek van ondermeer de Veulpoepers. Paul en Henk kwamen rond de klok van half vijf aan het woord. Wie zou 't op zo'n onchristelijk tijdstip gehoord hebben?
En als Hans van Wilgenburg je vervolgens interviewt, krijgen non-folkies ook door dat
er in Moergestel iets bijzonders gebeurt.

Waar de plaatselijke krant al in 1978 op haar voorpagina kopt: "Grootste openlucht volksmuziekfestival van Nederland", volgen regionale en landelijke dagbladen spoedig daarna. Muziekbladen als Jan Viool (de voorloper van New Folk Sounds) en Oor maken
pas later plaats vrij in hun kolommen. De recensies zijn lovend. Op één wanklank na:
In al hun drang om zoveel mogelijk mooie groepen naar hier te halen kreeg de organisatie van toenmalig azijnpisser Jan Libbenga in Muziekkrant Oor het verwijt te weinig Nederlandse muzikanten te programmeren.

Na het festival in 1980 moet de organisatie voor het eerst een beroep moet doen op de garantiesubsidie van de gemeente. Er werd altijd op het scherpst van de snede begroot. Immers: zo laag mogelijke toegangsprijs voor een zo mooi mogelijk programma.
Het weer zit die keer aanvankelijk tegen waardoor er 3300 i.p.v de benodigde 3600 bezoekers komen. En waar de burgemeester aanvankelijk trots in het regionaal dagblad beweerde dat het festival een mooie traditie kon worden, wringt de gemeente zich nu in allerlei bochten om niet over de brug te hoeven komen. De organisatie kan het bezoekersaantal niet glashard aantonen, omdat de toegangskaartjes niet
genummerd zijn... Uiteindelijk betalen enkele die-hards het ontbrekende bedrag uit
eigen zak. Deze onverkwikkelijke affaire leidt tot het einde van een mooie serie festivals.

Een paar jaar later nemen enkele enthousiaste folkies onder aanvoering van Jos Creusen (tegenwoordig GUO-organisator in Oisterwijk) de draad weer op. In afgeslankte vorm en onder auspiciën van wederom het Trefcentrum is die opleving echter slechts van
korte duur.