Take Root: potsierlijke setting, maar mét tips voor Pinkpop

Het festival Take Root in Assen beleefde afgelopen zaterdag haar eerste lustrum met meer dan 2000 bezoekers en een sterk programma. Daar waren zowel de recensenten van het Dagblad van het Noorden als die van de site Alt Country NL het over eens.

Volgens Maaike Borst in het Dagblad van het Noorden cierde Take Root haar vijfde verjaardag "in stijl, met een sterk en gevarieerd programma". Wel vond ze dat Take Root een betere locatie verdient dan De Smelt:

…Manshoge cactussen, huifkarren, en drinkbakken voor paarden. "Het is hier net Texas", zegt zanger Fred Eaglesmith. Voor de Amerikanen moet het net zo voelen als voor een Nederlandse artiest die in - laten we zeggen - Japan moet spelen tussen tulpen, molens en klompen. DeSmelt in Assen is een vreemde, ongezellige, kitscherige locatie voor een festival waar juist het pure van de Amerikaanse muziek voorop staat. (…) In vijf jaar is Take Root uitgegroeid tot een landelijk, en zelfs internationaal belangrijk evenement. Tijd om de potsierlijke cactussen de deur uit te zetten en op zoek te gaan naar een locatie die net zo sympathiek is als het festival zelf...

Bart Ebisch beschrijft op een persoonlijke wijze een dagje Assen op zijn site Alt Country NL.
Zijn volledige verslag is te lezen op (http://www.xs4all.nl/~bebisch/). Hij constateert dat Take Root toch zeker vier groepen telt die ook interessant zouden zijn voor een programmering op Pinkpop. Hij noemt in dit verband
The Baptist Generals, Marah, Slobberbone en Fred Eaglesmith.
Bart Ebisch:

…Take Root 5 toonde aan is dat rootsmuziek de binding met het jongere publiek bijna heeft gemaakt. Ryan Adams zal wellicht een voorbeeld blijken te zijn voor vele andere artiesten. Bij Marah was opvallend veel jeugdig publiek op de been en dat gold in iets mindere mate ook bij Slobberbone. Toch is Americana nog vooral het genre voor de muziekliefhebber die deze muzieksoort liefst in alle soberheid tot zich neemt. De zaal met het akoestische podium puilde dan ook uit. Het was doodstil, bij optredens van artiesten als Dolly Varden, Chip Taylor & Carrie Rodriguez en Dan Bern….

Beide recensenten noemen natuurlijk tal van groepen en solisten en geven ze enige kwalificaties mee:

Baptist Generals

B.E.: De jank-Americana van Chris Flemmons doet denken aan 16 Horsepower. En dan is de stap naar het grote podium nog maar klein. Want van weirde rootsmuziek houden de kids in dit landje wel. Hoewel het tamme, oudere publiek in Assen anders dacht over de artistieke inhoud van deze experimentele Texaan. Alt Country NL had er zich ook iets meer van voorgesteld - vooral meer spanning - maar hoorde in potentie wel een Pinkpop-kandidaat.
M.B.: De heftige, ongepolijste emoties van Chris Flemmons met zijn rammelende Baptist Generals komen door een wat verbaasd en onverschillig publiek niet volledig tot hun recht, maar bieden een soms hartverscheurende nieuwe kijk op de rootsmuziek.

Marah
B.E.
: Het wordt een prachtig concert. De broertjes Dave en Serge Bielanko, ondersteund door een nieuwe begeleidingsband, koppelen de briljante muzikale smeltkroes van de cd Kids in Philly aan de rocksound van hun tegenvallende nieuwe cd. En die mix laat zelfs de meest traditionele rootsganger niet onberoerd. De energie spat van het podium. Pinkpoprijp, roep ik tegen mezelf. Een gedenkwaardig optreden.

Slobberbone
B.E.
: De banjo is definitief opgeborgen, hetgeen betekent dat gitarist Jess Barr volledig vrij spel heeft gekregen. Beter dan op Take Root kan Slobberbone niet worden. De roots en punk van de beginjaren is ingeblikt tot een zeer heftige rocksound, zonder dat dit viertal uit Denton, Texas, neigt naar bombast.
M.B.: Hoe boeiend en overweldigend rootsrock kan zijn laat afsluiter Slobberbone horen. De hechte band zet een verbluffend strakke show neer. Recht toe recht aan is het, direct en onontkoombaar. Slobberbone is een ideale afsluiter van een sterk festival.

Fred Eaglesmith met band
B.E.
: Zijn liedjes krijgen nu een frisse rootsgetinte invulling met vooral akoestische instrumenten.
Inmiddels heeft hij zoveel genre-klassiekers geschreven, dat zijn voorstelling het karakter krijgt van
een best-of-show.
M.B.: Fred Eaglesmith en band sneeuwden onder in de enorme kille hal door slecht geluid.

Dan Bern
B.E.
: Een vrolijk entertainer, met maatschappijkritische teksten in de stijl van wijlen Woodie Guthrie.
Vooral George Bush en de rechtse rakkers in de VS kregen van hem flink van katoen.

Dolly Varden
B.E.
: Dolly Varden zette een sfeervolle show neer, meer ingetogen dan op hun plaat maar passend bij de
entourage in de kleine zaal.

Chip Taylor & Carrie Rodriguez
B.E.
: Chip Taylor speelde met violiste Carrie Rodriguez bijna helemaal de nieuwe duetten-cd. Rodriguez
deed met een overtuigende vertolking vermoeden dat de stap naar een solocarriere niet echt ver meer weg is.
En de herboren Taylor - die blijft ook zonder haar goed liedjes schrijven, daar hoeven we echt niet bang
voor te zijn.
M.B.: Chip Taylor, een beschaafde grijze man met bril, speelt in de Acoustic Hall. Een echte liedjessmid.
Geen echte performer, maar dat maakt weinig uit als je nummers hebt geschreven als Angel in the morning en Wild Thing. Taylor speelt ze allebei - de eerste half, de tweede in een niet bepaald wilde countryversie.
En de mensen mogen meezingen. "Wie één keer een couplet van Wild Thing voluit meezingt, hoeft nooit
meer naar de psychiater."

Reto Burrell
B.E.
: Reto Burrell kreeg na een aarzelend begin de zaal in zijn greep. Probleem edoch is dat zijn melodieuze rockliedjes te veel op elkaar lijken. De cover I Want You To Want Me van Cheap Trick vormde een welkome afwisseling.
M.B.: …de standaard, wat oppervlakkige rock van Zwitser Reto Burrell…

Tony White
B.E.
: Over Tony Joe White waren de meningen nog het meeste verdeeld. Zittend op een stoel en zichzelf begeleidend op gitaar werd zijn zware stem verwelkomd door de oudere liefhebbers vooraan. Aan de rest ging zijn optreden voorbij.
M.B.: hij houdt het simpel. Eén man op een stoeltje, één gitaar, grote zonnebril en een drummer. Veel kaler kan het niet, en al is het niet op helemaal zijn plaats in de grote hal van DeSmelt, de veteraan maakt veel indruk met zijn diep wegzinkende stem en de beheerste muziek waarin de onderhuidse spanning voelbaar is.

Daniel Johnston
B.E.
: De programmering liet slechts een smetje zien: Daniel Johnston. Wat deze vreemde bard in Assen moet,
werd me helemaal niet duidelijk. Johnston, hij schijnt begin jaren tachtig enkele goede platen te hebben gemaakt, was niet in staat om zijn gitaar te stemmen. Zijn akkoordenspel was zeer gebrekkig en zijn stem gewoon knudde. Van plaatsvervangende schaamte trok ik me terug. Ik kon en durfde niet voor deze man te klappen. Ik vraag me echt af wie dit het publiek, en vooral Johnston heeft durven aandoen
M.B.: Uniek is het optreden van undergroundheld Daniël Johnston. Met spierwitte gympen, joggingbroek en een strakgespannen Take Root-shirt over zijn uitpuilende buik is hij alles wat een ster niet moet zijn. Zijn gitaar is even vals als zijn zang, hij moet knokken om de juiste akkoorden te pakken en het ritme vast te houden. Wie er doorheen wil luisteren, hoort een uiterst gevoelige en breekbare man met een scherpe en uitzonderlijke kijk op het leven. "Ik droomde vannacht over een man die de doodstraf kreeg voor een poging tot zelfmoord", vertelt hij tussendoor. Daarbij vergeleken zijn de andere mannen met gitaren die in dezelfde benauwde en sfeerloze 'Acoustic Hall' spelen - Willie P. Bennett, Lonesom Bob, Chip Taylor - hele gewone nette muzikanten, met liedjes zoals liedjes horen te zijn en mooie countrystemmen zoals die horen te klinken.