Analyse Brabants Dagblad over Folkfestival Tilburg
niet veel meer dan bevestigen vooroordelen

Het 4th International Folk Festival in Tilburg houdt de gemoederen nog steeds bezig. Het festival bracht een kwalitatief hoogstaand programma met zoals gewoonlijk voldoende eye-openers (zie recensies uit verschilende kranten en van onze eigen recensenten). In die zin vormt Tilburg al vier edities aan een stuk een uniek festival in Nederland.
Des te irritanter was de analyse die het Brabants Dagblad de dag na het festival publiceerde van de hand van Gerrit van den Hoven. Daarin schrijft hij onder de titel Folkfestival op kruispunt ondermeer het volgende:

…Het grote probleem van het festival is dat het niet echt een eigen gezicht heeft. De nauwere samenwerking met popcentrum 013 blijkt in de praktijk moeizaam. Het festivals is lastig 'in de markt' te zetten. Het lijkt waarschijnlijk dat een losse Italiaanse avond zoals die van vrijdag in 013 in de schouwburg meer publiek zou hebben getrokken...
...Daarnaast is er het volledig foute imago van folk, dat in de ogen van publiek en ook van musici een volledig achterhaalde muziekstroming van weleer is met liedjes over 'oe peerd, oe kar en oe bergen', zoals de Vlaming Flip Kowlier (ook optredend op het festival) eerder deze week zei in deze krant. Ja, dan is het lastig programmeren...
... Er lijken slechts een paar mogelijkheden open te staan. Of een terugkeer naar een kleinschaliger opzet, of een nog verder in de armen van 013 gedreven festival waarin het woord folk wordt geschrapt met een meer op jongeren gericht programma. De enorme afwisseling van het huidige festival is wel mooi en avontuurlijk, maar lijkt tot mislukken gedoemd…

In het Brabants Dagblad verscheen afgelopen zaterdag de volgende ingezonden brief, geschreven door Paul van de Wiel uit Eersel, ook redacteur van Folkforum.nl:

…Rare analyse van Gerrit van den Hoven over het Folkfestival (KUNST, maandag 27 januari). Een analyse die niet veel verder komt dan het bevestigen van vooroordelen: fout imago in ogen van publiek en musici; volledig achterhaalde stroming. Beweringen die verder niet gestaafd worden. Over welke musici en welk publiek hebben we het dan?
Laten we ons even bij de feiten houden. Niet zo gek ver van Tilburg ligt Dranouter waar jaarlijks zo'n 70.000 jeugdige muziekliefhebbers het gelijknamige folkfestival bezoeken.
Er blijken hardnekkige vooroordelen te bestaan als het over deze muziek gaat. Ouderwets, geiten-wollensokken enz. enz. Het Brabants Dagblad doet daar vrolijk aan mee. U doet de organisatoren van dit bijzondere Festival onrecht aan. Dit festival staat voor kwaliteit. Elk jaar weer verrast dit festival met (ook voor niet-ingewijden) geweldige muziek. Dit jaar o.a. Farlanders, Troissoeur, Galeazzi, Neeka, Ticcardo Tesi.

Ik durf de bewering aan dat dit Festival een cultureel evenement van formaat is. Dan staat het behoorlijk raar om de waarde van zo'n evenement (met ook een behoorlijke educatieve lading) af te meten aan tegenvallende bezoekersaantallen.
Nog bonter wordt het als Van den Hoven de organisatie adviseert de naam 'Folk' te schrappen om zodoende meer jongeren te bereiken. Gaan we datzelfde doen bij (overigens net zo waardevolle) andere festivals/optredens die niet massaal bezocht worden? Of zullen we het festival een meer aansprekende naam geven in de stijl van 'Crossing Border' of 'Music Meeting'?
Natuurlijk niet. Het festival heeft door zijn eigenzinnige manier van programmeren zijn waarde al lang bewezen. Vanwege die eigenzinnigheid is het een cultureel evenement van belang en zou het als zodanig door subsidieverstrekkers behandeld moeten worden.

Wie reageert? Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.