Open Brief van de Vlaamse Folk:
Volksmuziek gaat niet over "wij tegen zij'',
maar over "wij én zij''
Zaterdag 8 maart 2003 werd in België de onderstaande Open Brief gepubliceerd naar aanleiding van de affaira Soetkin Collier. (zie ook Bladen en Nieuws)
Zie hier de letterlijke tekst van de brief:
Twee weken geleden was Soetkin Collier even nieuws. De zangeres werd na een "interne'' nota van de staatsveiligheid geweerd uit de groep Urban Trad. Omwille van haar ",zwarte verleden'' kon ze België niet vertegenwoordigen op het Eurovisiesongfestival. In het mediaverhaal dat volgde werd vlot de associatie gemaakt met de Vlaamse volksmuziek. Buitenstaanders begrijpen soms niet goed hoe nieuws tot stand komt en al zeker niet hoe de Staatsveiligheid werkt.
Daarom blijven er vragen: wie heeft er belang bij om een jonge Vlaamse zangeres als staatsgevaarlijk te kapitelen? Waarom werden zulke kwetsende woorden geschreven en gesproken over artiesten die de zonde begingen om in het Nederlands liederen te zingen die een historische Vlaamse context hebben? De affaire-Collier was pijnlijk voor de betrokkene, die in één dag wereldbekend werd in Vlaanderen, maar helaas niet op de manier die zij gewenst had. Het valt zeer te betwijfelen of de zangeres met eender welke artistieke prestatie ooit nog zo'n welwillende aandacht kan opwekken bij de media.
In het artikel "Eigen Folk Eerst?" in De Morgen van zaterdag 22 februari werd de vermeende link tussen folkmuziek en extreme-rechts over anderhalve krantenpagina uitgesmeerd. De affaire was niet enkel pijnlijk voor de betrokkenen (in het bijzonder Laïs voor wie een hoofdrol bleek weggelegd) die in het artikel van onverdraagzaam gedachtengoed werden beschuldigd, maar ook voor vele mensen in België die de "eigen'' muziek een warm hart toedragen. Ze was pijnlijk voor al wie zich zorgen maakt over Nederlandstalige muziek, in deze dagen een bedreigde soort. Misschien rezen ook vragen bij mensen die het nut ervan inzien om het erfgoed te bewaren. Ten slotte viel de affaire niet goed bij de folksector, die zich meer dan hem lief was betrokken partij voelde.
Dat moet even worden uitgelegd. De Vlaamse volksmuziek was een eeuw geleden zo goed als dood. Verdwenen met de plattelandsvlucht, vermalen in de industriële revolutie. Zou een totale vernietiging een verlies betekend hebben? Wel, stelt u zich voor dat alle Brugse trapgevels verwaarloosd waren in de euforie van de industriële architectuur. En daarop voortgaand: dicht u de mensen die ze weer restaureerden "verkeerde'' sympathieën toe? In de voorbije eeuw hebben vele mensen zich ingespannen om die muziek weer op te sporen, te bewaren, te spelen, en naar de moderne tijd te bewerken. Dat gebeurde niet alleen in België, maar in heel Europa en Noord Amerika. In de VS dolf men op die manier de blues en country weer op, waaruit alle stijlen zijn gegroeid die vandaag de "populaire muziek'' uitmaken.
Over dat proces is er altijd een gezonde discussie gevoerd. Hoever kan modernisering gaan? Moeten de noten niet gespeeld worden zoals ze opgeschreven werden, en zijn ze eigenlijk wel juist neergeschreven? Moet volksmuziek "authentiek'' zijn, en wat betekent dat dan? Omdat volksmuziek zich bezig houdt met het volk en zijn geschiedenis, oefent ze een grote aantrekkingskracbt uit op al wie zich met die onderwerpen bezig houdt. En omdat muziek, zoals alle kunsten, een grote symbolische kracht heeft, wordt ze makkelijk tot symbool gepromoveerd van wie bepaalde ideeën over volk en geschiedenis wil doorgeven. President Bush vond Bruce Springsteens "Born in the USA'' lekker patriottisch (overigens volstrekt Ten onrechte) en gebruikte de song voor zijn verkiezingscampagne. Springsteen kon enkel antwoorden op het podium.
Ondergetekenden, allen beoefenaars of sympathisanten van de Vlaamse volksmuziek, onderschatten de gevaren van dat soort recuperatie niet. Maar dat is geen reden om het verleden de rug toe te keren. De dialoog met de eigen geschiedenis werkt bevruchtend. Het is in dit Europa van de regio's een kwestie van zelfrespect om aan een kring van wereldburgers te laten horen van waar je komt. Dat is een onmisbaar element om harmonie te bereiken. De wereld van de Vlaamse volksmuziek heeft al jaren last van vooroordelen en pogingen tot recuperatie. Sociaal gesproken is het pas sinds enkele jaren weer mogelijk om hardop te zeggen dat je van folk houdt. Politiek heerst het wantrouwen dat de folksector een te rechtse kleur heeft en willen sommigen de muziek als vlag voor eigen ideeën gebruiken. Economisch past de regionalistische folk niet in het globalistische plaatje. Ten slotte is folk niet hip, en dus niet mediageniek.
De affaire-Collier treft de folkmuzikanten harder dan vermoed omdat ze daarin een oude en koppige misvatting herkennen. Ze voelen zich veroordeeld op basis van haastige, afgestompte ideeën. Er is de voorbije zes jaar fantastisch werk geleverd door jonge en oudere muzikanten om de Vlaamse volksmuziek een eigentijds gelaat en een levenskrachtige toekomst te geven, maar een schaduw vanuit het verleden hangt koppig over de toekomst. Dat is onterecht.
Inderdaad, folkmuzikanten hebben de neiging om hun zaakjes in kleine kring te regelen. Maar dat is niet omdat ze iets te verbergen hebben, maar omdat ze geloven dat de middenweg tot vervlakking leidt. Persoonlijk contact is belangrijk in de folkwereld, net als andere ,,ouderwetse'' begrippen als het geloof in vakkennis, een eerlijke performance, de uitwisseling van ideeën over de grenzen heen, en de band met grote voorgangers.
Volksmuziek gaat niet over "wij tegen zij'', maar over "wij én zij''. Ondergetekenden hebben in de voorbije jaren, elk op hun manier, de emancipatie van de Vlaamse volksmuziek gesteund, en dat zonder daaraan enige politieke bijbedoeling te koppelen. Ze verwerpen dan ook krachtig elke insinuatie in die zin en bekrachtigen hun steun aan die muziek.
Dit is een wereld waarin mensen moeten geloven dat je een popidool in drie maanden kan klaarstomen. Maar is er ook plaats voor artiesten die op lange termijn een relatie met het publiek willen uitbouwen? Hopelijk komt het dan niet als "verkeerd'' over om dat in de eigen taal of vanuit de eigen "roots" te doen.